Het queer-zijn is niet voor iedereen dezelfde veilige bubbel

Julia Thieme en Emmy Krooshof
Julia Thieme en Emmy Krooshof

Het queer-zijn als een ‘activistische verantwoordelijkheid’: Emmy Krooshof (zij/haar) docent bij Interdiscliplinaire Sociale Wetenschappen bij de faculteit Sociale Wetenschappen (FSW) en Julia Thieme (zij/haar), vierdejaars student rechten bij de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO), moeten regelmatig opnieuw uit de kast komen. En dat kan soms ongemakkelijk of vervelend zijn. Maar uiteindelijk draagt het bij aan meer acceptatie, zichtbaarheid en ruimte voor anderen om ook zichzelf te kunnen zijn.

Essentieel onderdeel van identiteit

Voor Julia en Emmy is de universiteit een warm bad van acceptatie van hun queerness geweest vanaf het eerste moment dat ze over de universiteitsdrempel stapten.

Emmy is docent bij de faculteit Sociale Wetenschappen. Een faculteit die volgens haar een “behoorlijk queer” is. Er wordt daar tussen collega’s makkelijk openlijk gepraat over daten en seksualiteit. Iets wat bij haar vorige werkgever niet zo vanzelfsprekend was. Ze vertelt over een moment dat Paarse Vrijdag werd gevierd op het werk en dat dat tot een heel ongemakkelijke situatie leidde. Enerzijds omdat ze voornamelijk hetero-collega’s had en ze zich ‘de enige’ voelde, en anderzijds omdat er niet openlijk gesproken werd over seksuele identiteit op werk. Daardoor voelde ze dat ze Paarse Vrijdag op dat moment niet openlijk durfde te vieren. “Het was behoorlijk ongemakkelijk. Vooral toen een collega grapte dat ik dan ook maar uit de kast moest komen.”

Ook kan zichtbaarheid van queer personen zelfs per faculteit verschillen. Julia studeert bij twee faculteiten: REBO en Geesteswetenschappen. Daar heeft ze tussen deze twee faculteiten al verschillen gemerkt. “REBO is een hele grote faculteit, waar minder zichtbaar queer mensen rondlopen. En ook worden er soms ook nog wel onnodig gendernormatieve voorbeelden gegeven in de lesstof. Bij Geesteswetenschappen merkte ik dat diversiteit al meer ingebakken zat in het curriculum. Zo werd er bijvoorbeeld veel diversiteit in auteurs behandeld en vaker door docenten naar voornaamwoorden gevraagd.”

Dragen van een activistische last

Emmy werkt nu bij FSW. En daar is de situatie heel anders ten opzichte van haar vorige werkgever. Waar ze eerst het gevoel had dat ze de enige queer persoon was, is haar werksituatie dusdanig anders dat ze haar collega’s bijna ziet als een vriendengroep omdat ze zich comfortabel en op haar gemak voelt. Want ze begrijpen elkaar en praten over dingen waar ze eerder niet met collega’s over zou praten: bijvoorbeeld over daten. Maar het openlijk praten over seksuele oriëntatie is voor Emmy ook wel te vergelijken met het dragen van een activistische last: “Je bent steeds bezig met uit de kast komen en mensen in zekere zin opvoeden, vooral als mensen er vanuit gaan dat je hetero bent als je vertelt dat je als vrouw met mannen date. Dit soort gesprekken brengen vaak een negatief gevoel met zich mee. Daarom vertel ik eerder dat ik met vrouwen date, zodat ik niet gelijk die hetero-stempel krijg en die verbetergesprekken vermijd.”

Voor Julia, die veel vrijheid voelt om met medestudenten onderwerpen als seksualiteit en gender te bespreken, is het ook iets waar ze constant mee bezig is: mensen corrigeren en uit de kast komen. Al kiest ze er wel voor bij wie ze dat doet: als iemand een verkeerde aanname maakt over haar seksuele identiteit, dan corrigeert ze iemand eerder als de kans groot is dat ze die persoon vaker tegen gaat komen. Maar omdat het aanspreken en corrigeren bijdraagt aan meer acceptatie en zichtbaarheid vindt ze het belangrijk dat ze dit toch zo vaak mogelijk doet. Al zijn het soms vervelende gesprekken.

Kleine tekens met grote betekenis

Waar Julia zonder problemen over daten en seksualiteit praat met haar medestudenten, is het voor Emmy het vanuit haar rol als docent een stuk lastiger om gesprekken hierover te voeren met studenten. Waar het date-leven bij collega’s als een handige brug fungeert om te vertellen over haar biseksualiteit, is dat bij studenten niet de manier, omdat dat snel als onprofessioneel gezien wordt. Dus probeert ze op soms subtiele wijze zichtbaarheid en openheid te creëren. Dat begint met het uitvragen van voornaamwoorden. En heeft ze op haar rugtas een pin van de biseksuele pride-vlag. “Dit heeft niet voor iedereen betekenis, maar when you know, you know.”

Acceptatie en zichtbaarheid

En die zichtbaarheid is waar het om gaat. Julia: “Ik val op vrouwen, maar ik zie er voor veel mensen niet stereotypisch gay uit, en dat geeft soms een raar gevoel van veiligheid, omdat ik voor veel mensen er ‘hetero’ uit zie. Soms als ik bij iemand uit de kast kom dan krijg ik te horen dat mensen het niet verwachten omdat ik er niet typisch lesbisch uit zie.” Maar ze vindt het belangrijk dat mensen haar zien zoals ze is: lesbisch en niet heteroseksueel. “Hoe meer er over gepraat wordt, hoe sneller mensen zich durven te uiten en zich sneller gezien en gehoord voelen.”

Op dit moment doet Julia vrijwilligerswerk bij weblijvenonszelf.nl. Een meldplatform voor ongelijke behandeling en discriminatie van de provincie Utrecht. Daar biedt ze (juridische) ondersteuning aan mensen die ervaringen hebben met ongelijke behandeling.  Van die – soms heftige – ervaringen leert ze dat het queer-zijn niet voor iedereen dezelfde veilige bubbel is.

Julia: “In mijn bubbel ga ik er vanuit dat het goed gesteld is met de acceptatie van queer personen in Nederland. Maar via mijn vrijwilligerswerk kwam ik erachter dat er nog steeds veel (gewelds)incidenten zijn tegen queer personen. éڲ in Utrecht.” 

Volgens Julia zijn er nog altijd nog stappen te zetten met betrekking tot bredere acceptatie en zichtbaarheid van queer personen. “Ik voel me over het algemeen veilig in mijn seksuele oriëntatie, maar dat is dus niet voor iedereen zo.” Het zou volgens haar goed zijn als er bij de rechtenstudie meer stilgestaan wordt bij het anti-discriminatiebeginsel. Dat omvat namelijk veel meer dan Artikel 1 van de Nederlandse grondwet. “Het is belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn zonder hier negatieve reacties op te krijgen. Dat begint bij educatie.”

Ook bij de UU valt er nog veel te winnen in meer zichtbaarheid van bijvoorbeeld vrouwen en mensen van kleur. Al is het in de benaming van de gebouwen in het Utrecht Science Park en het interieur. Daar valt makkelijk veel te winnen volgens Emmy: “Nu is er éen zaal met vrouwen, en in alle andere zalen hangen bijna alleen maar mannen. Op mij komt het over alsof wij als vrouwen er wel mogen zijn, maar alleen apart van de mannen en zeker niet gelijk aan de mannen. En dan hebben we het nog niet eens over non-binaire mensen of mensen van kleur.” 

Baan de weg voor anderen met jezelf zijn

Hoe positieve verandering ontstaat, daar zijn ze het beiden over eens: wees comfortabel met jezelf en omarm jezelf zijn als queer persoon. En draag het uit. Want het delen van ervaringen en zichtbaarheid van queer personen baant de weg voor acceptatie van anderen om ook zichzelf te kunnen zijn in een wereld waar dit niet altijd vanzelfsprekend is.