Door UU-gebouwen bewegen is niet voor iedereen vanzelfsprekend
Stel, je heb je eerste werkdag of je hebt een tentamen in een – voor jou – onbekend gebouw van de UU. Hoe bereid je dat voor? Je zoekt waarschijnlijk het adres op via Google Maps of de gebouwpagina op uu.nl. Eenmaal in het gebouw vind je de juiste ruimte door de bordjes te volgen. Simpel, zou je denken. Maar voor sommige mensen is het de vraag of de ingang van het gebouw überhaupt wel te bereiken is. Of hoe vind je het tentamenlokaal als je maar 2% van je gezichtsvermogen hebt en de bewegwijzeringsbordjes niet kan lezen?
Toegankelijkheid is voor Viola Bex-Reimert, Universitair Hoofddocent (UHD) bij de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO), en Twan Kruis, derdejaars student rechten bij dezelfde faculteit, niet altijd vanzelfsprekend. Zij hebben dagelijks te maken met allerlei, letterlijke en figuurlijke, drempels in de UU-gebouwen. Maar ze weten hier onderhand goed hun eigen weg in te vinden en deze issues aan de kaak te stellen.
Wij zijn de ervaringsdeskundigen die het beste kunnen adviseren over hoe het beter kan qua fysieke toegankelijkheid van de UU-gebouwen. Niet een planbureau met een kladblok en een pen.
Toegang is niet vanzelfsprekend
Als UHD heeft Viola regelmatig de opgave om een gebouw in te komen waar ze les moet geven. Ze heeft een fysieke beperking en zit daardoor in een rolstoel. Daar beginnen de problemen al: met het vinden van een parkeerplaats in de buurt van het gebouw waar ze les moet geven. Ook in leslokalen zijn er vaak gevaarlijke situaties met dikke kabels waar ze niet overheen kan rollen of doorgangen die te smal zijn voor een rolstoel. Of soms kan ze bijvoorbeeld de computer in het leslokaal niet goed bedienen, omdat de hoogte niet goed is afgestemd met die van een rolstoelgebruiker.
Ook voor Twan gaat het niet van een leien dakje: door zijn visuele beperking ziet hij maar 2%. Hij woont niet in Utrecht, dus voor hem is de universiteit bereiken ook een hele opgave, omdat het openbaar vervoer en de drukte van het verkeer in de stad om de hoek komen kijken. Al heeft hij daar nu goed zijn weg in gevonden. “Als ik ergens voor het eerst moet zijn, bepaal ik mijn route door eerst de snelste route te volgen via Google Maps. Daarna maak ik de route ‘eigen’ door de wegen te kiezen met de minste obstakels op de stoepen.” Het vergt veel voorbereiding, maar eenmaal op zijn plek en met hulp van de studieadviseur gaat het goed. “Dit komt doordat ik heel goed aangeef wat ik nodig heb.”
Monumentale panden
De gebouwen waar Twan en Viola veel moeten zijn, bevinden zich in de binnenstad en zijn vaak slecht toegankelijk voor mensen met een beperking door alle steile trappen, zware deuren en doolhofachtige gangen. Vooral als er veel gewisseld wordt van leslocatie levert dat vaak stressvolle situaties voor hun beiden op. Viola: “Ik kan van dit soort dingen echt wakker liggen, vooral omdat ik niet weet waar ik aan toe ben of wat ik aan ga treffen.” Daarom werken en studeren ze beiden vooral in één gebouw, en zo veel mogelijk in dezelfde ruimtes. Want daar kennen ze alles goed en weten ze wat ze kunnen verwachten.
In Viola’s geval heeft ze bijna een half jaar veel thuis gewerkt, omdat ze haar auto niet in de buurt van het Johanna Hudiggebouw kon parkeren. Hierdoor was ze regelmatig genoodzaakt om haar rolstoel thuis te laten en met de wandelstok op pad te gaan; wat eigenlijk wordt afgeraden door de dokter: “Ik ging toch regelmatig naar kantoor, anders ben ik zo geïsoleerd van mijn collega’s, dus ik had het ervoor over.” Maar goed nieuws: sinds juli dit jaar heeft ze een gehandicaptenparkeerplaats toegewezen gekregen door de Gemeente Utrecht.
Twan vertelt over een situatie dat hij een tentamen moest maken in een gebouw in het Utrecht Science Park. Hij heeft normaal altijd les in de binnenstad, dus deze nieuwe locatie was voor hem onbekend en leverde veel uiteindelijk veel stress op. "De vraag waar ik me dan gelijk mee bezighoud is: ‘Hoe moet ik daar komen?’ Er werd geadviseerd dat ik met het openbaar vervoer moest komen of dat iemand me maar moest brengen en ophalen. Maar de bus stopt natuurlijk niet in het gebouw, voor de deur van het juiste lokaal. Het tentamen was ook gepland om 19:00 uur, een tijdstip dat het in het Utrecht Science Park uitgestorven is. Hierdoor is de kans zeer klein is dat ik iemand om hulp kan vragen. Dit soort stress is niet waar je op zit te wachten voordat je een tentamen moet maken.” Daarom heeft hij sindsdien met de studieadviseur geregeld dat hij zijn tentamens altijd op dezelfde locatie kan maken.
Laaghangend fruit
Door deze situatieschetsen lijkt het misschien alsof de universitaire binnenstadspanden totaal ontoegankelijk zijn. Bij sommige panden is dat ook zo. Maar als het aan Twan en Viola ligt, is er met wat simpele ingrepen veel te winnen. Met die reden heeft Viola sinds vorig jaar een netwerk opgezet met verschillende medewerkers en studenten uit de hele organisatie met verschillende soorten beperkingen: van fysiek, tot visueel, tot auditief. Ze komen regelmatig via Teams bij elkaar om ervaringen met elkaar te delen. Zo vinden ze steun bij elkaar, maar komen ze ook met suggesties en ideeën voor verbetering van toegankelijkheid.
Ook zijn er verschillende mensen binnen de directie Campus & Facilities mee bezig. Sinds kort heeft Viola regelmatig contact met Marlies Sigmond (Adviseur bouwkunde, toegankelijkheid en duurzaamheid) en Machiel van der Grift. Zij houden zich bezig met beleid en uitvoering van gebouwtoegankelijkheid.
Hun grote wens is dat er beter geluisterd wordt naar hun problemen en suggesties voor oplossingen. Twan: “Wij zijn de ervaringsdeskundigen die het beste kunnen adviseren over hoe het beter kan qua fysieke toegankelijkheid van de UU-gebouwen. Niet een planbureau met een kladblok en een pen.” Ook moeten betere mogelijkheden komen om vragen te stellen bij een centraal punt dat er ook echt wat met hun problemen doet. Viola: “Via TopDesk gaat dit nog wel een mis en hoor ik vaak niks meer terug. Studenten hebben niet eens toegang tot TopDesk om een melding te maken, dus komt het bij een studieadviseur terecht. Maar die kunnen ook niet altijd helpen.”
Korte lijntjes
Viola koppelt regelmatig terug welke issues er zijn en welke (kleine én grote) ingrepen nodig zijn om de toegankelijkheid te verbeteren. Marlies is verantwoordelijk voor het beleid voor toegankelijkheid, Machiel voor het onderhoud en beheer. Vanuit zijn functie kan hij ad hoc dingen verbeteren. Ook in samenwerking met Platform Onbeperkt Studeren zijn er al diverse verbeteringen uitgevoerd. Viola: “Ik vind het fijn dat ik langzaam maar zeker erachter kom wie waarvoor verantwoordelijk is, waardoor ik beter weet waar ik met mijn vragen en problemen terecht kan.”
Viola’s wens is dat in bouw- en verbouwingsprojecten toegankelijkheid als standaard meegenomen wordt. “Mensen met een beperking kunnen ook gewoon studeren en werken maar de beperkte gebouwentoegankelijkheid maakt dit niet altijd even makkelijk.” Marlies vertelt dat er bij alle nieuwbouw- en verbouwprojecten aandacht is voor toegankelijkheid, dit is opgenomen in het standaard programma van eisen. Daarin staan onder andere eisen vanuit de Integrale Toegankelijkheidsstandaard.
Maar dat is natuurlijk geen garantie dat bij bestaande gebouwen de problemen opgelost worden. Daarom gaat Viola met haar netwerk regelmatig met Machiel in gesprek om deze issues aan te kaarten. Machiel vertelt dat het uiteindelijk altijd maatwerk blijft. En er is niet één oplossing waarbij de problemen voor iedereen opgelost zijn. Daarom kijken ze per individueel geval in plaats van het grote geheel. Tegelijkertijd kijken ze naar de grootte van de impact van een oplossing. En vaak zit dit al in de kleine dingen.
Gelijkwaardige omgeving
En de plannen voor de toekomst, wat gaat er nog gebeuren wat betreft de toegankelijkheid? Machiel vertelt dat er plannen op tafel liggen om onder andere in het Transcomplex - een gebouw dat berucht is om de vele smalle en ontoegankelijke gangetjes - een werkomgeving te creëren die toegankelijk is voor iedereen: met een traplift, koffieautomaat, printer en het allerbelangrijkst: een plek waar mensen met een beperking bij collega’s kunnen zitten. Machiel: “Er kan veel, maar soms duren dingen lang. Een bouwproject bij de universiteit duurt ter illustratie gemiddeld zeven jaar. Maar veranderingen komen bovenaf én van onderop. Je hebt allebei de perspectieven nodig om tot een resultaat te komen waar iedereen mee geholpen is. Juist de ervaringen en wensen van Viola en Twan zijn belangrijk voor ons, omdat er altijd blinde vlekken blijven met betrekking tot toegankelijkheid. Dus, spreek je uit. Zo kunnen we samen werken aan een toegankelijkere universiteit.”
Heb jij een beperking en wil jij graag in het netwerk van Viola meedenken en adviseren over gebouwtoegankelijkheid? Stuur Viola een mail.