Waarom onze training 'Werkgeheugen in de klas' geen werkgeheugentraining is
Bovenstaande titel is best complex en vereist vast flink wat werkgeheugencapaciteit. Er gaan waarschijnlijk meerdere vragen tegelijk rond in je hoofd die je niet allemaal kunt beantwoorden. Zou het dan niet fijn zijn om je werkgeheugencapaciteit te kunnen vergroten? Dan zou alles een stuk makkelijker gaan. Er bestaan genoeg van die werkgeheugentrainers – spelletjes waarmee je jouw werkgeheugen kunt verbeteren/vergroten. Maar werkt dat nou echt? In dit stuk gaan we op die vraag in.
Werkgeheugen: wat is dat?
Het werkgeheugen is eigenlijk een soort tijdelijk ‘kladblaadje’ in je hoofd waarmee je informatie kort kunt vasthouden en gebruiken. Hoe langer je iets op dat kladblaadje houdt en hoe meer je ermee doet, hoe groter de kans dat die informatie naar je langetermijngeheugen gaat. Het werkgeheugen kan maar een paar dingen tegelijk bevatten. Als het simpelweg om het onthouden daarvan gaat, kunnen er ongeveer 7 (+/-2) dingen in het werkgeheugen (Miller, 1956). Maar wil je iets met die dingen doen (bijvoorbeeld vermenigvuldigen of vergelijken), dan kan dat teruglopen tot 3-4 dingen (Cowan, 2011). Als er dan iets nieuws in het werkgeheugen binnenkomt, moet er ook iets uit. Die beperkte capaciteit is dus een belangrijk onderdeel van hoe ons geheugen werkt.
Probeer de onderstaande getallen te onthouden. 019108414691281004 Dat is natuurlijk hartstikke lastig, want het zijn wel 18 cijfers of dingen om te onthouden en we hebben net geleerd dat er maar ongeveer 7 dingen in het werkgeheugen kunnen. Maar probeer nu eens nog een keer de onderstaande getallen te onthouden. 112 911 09008844 0611 Nu is het wellicht een stuk makkelijker! Hoe zou dat komen? Door informatie uit je langetermijngeheugen te gebruiken heb je de 18 dingen (of cijfers) gecomprimeerd tot maar 4 dingen. Dit heet chunking. Voor de wat jongere mensen zal de vierde chunk misschien wat lastiger zijn (0611 is het oude noodnummer en werd in 1997 veranderd naar 112). Dit geeft direct aan dat chunking alleen kan als de informatie die daarvoor nodig is al in je langetermijngeheugen zit. |
Kun je het werkgeheugen trainen?
Inmiddels is het wel duidelijk dat het fijn zou zijn om ons werkgeheugen te vergroten. Dan zou je veel meer informatie tegelijkertijd kunnen verwerken en daardoor uiteindelijk ook beter dingen kunnen onthouden. Kunnen we ons werkgeheugen dan niet gewoon trainen zodat het groter wordt? Dat klinkt best logisch en gelukkig hebben onderzoekers dit uitgebreid voor ons uitgezocht. Er is veel discussie (en bijna ruzie) over gevoerd, maar als we nu kijken naar al het onderzoek naar werkgeheugentraining dan zien we een steeds consistenter beeld ontstaan (Melby-Lervåg, Redick, & Hulme, 2016).
Om de resultaten goed te begrijpen, moeten we het hebben over transfer en in het specifiek over near en fartransfer. We hebben het over transfer als hetgeen dat we geleerd hebben toe te passen is in een nieuwe situatie. Bij near transfer gaat het erom dat het geleerde toegepast wordt in een situatie die sterk lijkt op de situatie waarin het geleerd is. Far transfer betekent dus dat je iets dat je geleerd hebt toepast in een hele andere situatie. Over het algemeen kunnen we dan in onderzoek pas echt zeggen dat je iets geleerd hebt. Laten we dit toelichten met een voorbeeld.
Als je een sudoku maakt, word je beter in het maken van andere sudoku’s. Dit is een voorbeeld van (very) near transfer: de nieuwe situatie is bijna gelijk aan de oude situatie. Doordat een sudoku gebruik maakt van logische redeneringen die ook gebruikt worden in andere Japanse puzzels, word je misschien ook een beetje beter in het maken van Kakuro’s of Nonogrammen. Helaas word je er niet beter van in wiskunde. Dat zou echt far transfer zijn.
Van n-backs doen word je wel beter in n-backs, maar je werkgeheugen wordt er helaas niet groter door.
Iets dergelijks zien we in de resultaten van onderzoek naar werkgeheugentraining. Alleen worden in dat soort onderzoek geen spelletjes gebruikt, maar bepaalde taakjes die een beroep doen op je werkgeheugen. Een typisch voorbeeld van zo’n taakje is de N-back taak. Tijdens die taak zie of hoor je een reeks dingen na elkaar en moet je het aangeven als je iets ziet of hoort dat hetzelfde is als een aantal (N) stappen terug. Bij een 2-back taak met een serie letters moet je telkens aangeven of wat je ziet of hoort hetzelfde is als 2 letters eerder. Als we nu terugkijken naar al dit soort studies, dan zien we een patroon. Mensen worden wel beter in het taakje (near transfer), maar dat zie je niet of nauwelijks terug in andere taken die minder lijken op het taakje. In andere woorden: van n-backs doen word je wel beter in n-backs, maar je werkgeheugen wordt er helaas niet groter door.
Werkgeheugentrainingen in het onderwijs
Desalniettemin zien we werkgeheugentrainingen nog vaak genoeg terug in de docentprofessionalisering en bij onderwijsadviseurs. Zo lezen we: “de […] werkgeheugentraining bij […] biedt een wetenschappelijk bewezen oplossing om het werkgeheugen te verbeteren.” Bij een andere aanbieder lezen we: “Wil je het werkgeheugen van het kind versterken en verbeteren? […] heeft daarvoor een (brede) werkgeheugentraining ontwikkeld, de […].” Interessant genoeg claimen de methodes vaak dat ze gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten, maar komen de activiteiten in de training helemaal niet overeen met hoe er nu over werkgeheugentraining wordt gedacht. Dat is jammer want de tijd en energie van kinderen met een zwak werkgeheugen gaat zo naar ineffectieve trainingen die hen niet zullen helpen met de dingen waar ze tegenaan lopen.
Gelukkig kunnen we het werkgeheugen wel ontlasten en een beetje beter leren gebruiken. Maar je kunt ook kijken of er in de omgeving afleidende informatie aanwezig is waardoor het werkgeheugen van leerlingen onnodig belast wordt.Tijdens de cursus krijg je een bril aangereikt waarmee je naar het ontwerp van je onderwijs kunt kijken en overbelasting van het werkgeheugen kunt verminderen. Je zou met die bril zelfs buiten je lokaal kunnen kijken hoe bijvoorbeeld informatiestromen in de school zijn ingericht en of die onnodige werkgeheugenbelasting veroorzaken bij leerlingen. De training wordt op maat gemaakt, dus laat vooral horen waar jullie aandachtspunten zitten.
Training Werkgeheugen in de klas
Wil je meer leren over hoe je leerlingen met een zwakker werkgeheugen kan ondersteunen in de klas? Dat kan in de cursus Werkgeheugen in de klas, ontwikkeld voor onderwijsprofessionals in het voortgezet onderwijs. Je leert hoe je leerlingen met een zwakker werkgeheugen kunt identificeren en ondersteunen. We werken met praktische voorbeelden aan de hand van eigen ingebracht lesmateriaal. .
Conclusie
Het zou mooi zijn als we het werkgeheugen gewoon konden vergroten met een training, maar zo werkt het helaas niet. Wat wél kan, is leerlingen helpen hun werkgeheugen slimmer te gebruiken en overbelasting te voorkomen. In onze training krijg je daar praktische handvatten voor: van chunking en herhaling tot het anders inrichten van je lessen of leeromgeving. Geen spelletjes, wel een scherpe blik op hoe je leren echt kunt ondersteunen.
Referenties
Cowan N. (2001). The magical number 4 in short-term memory: A reconsideration of mental storage capacity. Behavioral and Brain Sciences, 24, 87-114.
Melby-Lervåg, M., Redick, T. S., & Hulme, C. (2016). Working Memory Training Does Not Improve Performance on Measures of Intelligence or Other Measures of “Far Transfer”: Evidence From a Meta-Analytic Review. Perspectives on Psychological Science, 11, 512-534.
Miller, G. A. (1956). The magical number seven, plus or minus two: Some limits on our capacity for processing information. Psychological Review, 63, 81-97.
dr. Steven Raaijmakers
Onderwijskundig adviseur/trainerE-mail: s.f.raaijmakers@uu.nlTelefoonnummer: 06 11 305 901