Auctor dono dedit: presentexemplaren van Sibrandus Siccama's Lex Frisionum sive antiquae Frisiorum leges (1617)
Het exemplaar van Sibrandus Siccama’s uitgave van het Friese recht Lex Frisionum sive antiquae Frisiorum leges (1617) in de Universiteitsbibliotheek Utrecht bevat een eigenhandig geschreven opdracht van de auteur aan een collega-jurist, Edzard van Ens. Het blijkt dat Siccama (1570-1622) meerdere van dergelijke presentexemplaren heeft verspreid binnen zijn professionele netwerk.
In 1617 verscheen Sibrandus Siccama’s Lex Frisionum sive antiquae Frisiorum leges bij de Franeker drukker Jan Lamrinck. Het is een becommentarieerde uitgave van het Friese gewoonterecht zoals dat, waarschijnlijk ter plaatse, eind achtste eeuw werd opgetekend door Frankische klerken van Karel de Grote. De Frankische heerser wilde met de vastlegging van de leges barbarorum – ongeschreven rechten van Germaanse volkeren, gebaseerd op gewoonten – zijn immense rijk beter kunnen besturen. De Latijnse tekst is enorm belangrijk voor onze kennis van de vroegmiddeleeuwse Lage Landen. Immers, de Friezen bewoonden in deze periode de gehele kuststrook tussen Schelde en Wezer, en we hebben maar weinig andere bronnen over recht en bestuur van die vroege periode – en geen enkele die zo uitgebreid is.
Siccama’s uitgave was overigens niet de ‘editio princeps’ van de Lex Frisionum. Sterker nog, hij was gedwongen om voor zijn werk volledig terug te vallen op de eerste druk: Johannes Herolds Originum ac Germanicarum antiquitatum libri, leges videlicet (…) Frisionum (Bazel 1557). Sindsdien was namelijk het orginele manuscript, dat Herold nog kon gebruiken, verdwenen. Alles wat we tegenwoordig over dit uiterst belangrijke document voor de geschiedenis van de Lage Landen weten of reconstrueren, berust dus op het editiewerk van Herold.
Sibrandus Siccama
Wie was deze, voluit, Sibrandus Tetardus Siccama? Geboren in 1570 als zoon van de stadssecretaris van Bolsward stond een juridische carrière voor hem in de sterren geschreven. Hij werd vanaf 1590 in beide rechten opgeleid aan de Franeker universiteit. Die was kort tevoren, in 1585, opgericht als tweede universiteit van Nederland, tien jaar na de Leidse. Twee jaar na zijn promotie trok Siccama in 1598 kortstondig naar het Overijsselse Hasselt, om al in 1601 als lid van Gedeputeerde Staten naar Friesland teruggekeerd te zijn. Zijn vader stierf een jaar later, en Sibrandus nam vanaf dat moment diens stadssecretariaat van Bolsward over. Van Siccama zijn, tot zijn vrij vroege dood in 1622, meerdere werken overgeleverd, maar geen werd zo bekend als zijn uitgave van en verhandeling over de Lex Frisionum uit 1617. Daarin spreidt hij veel bekendheid met het middeleeuwse Friese recht tentoon, en hij voegde er ook een Latijnse versie van de Friese rechtstekst Willekeuren van de Upstalsboom (1323) aan toe. Uit de commentaren in zijn boek blijkt verder dat hij zeer waarschijnlijk een onbekend exemplaar van de Oudfriese incunabel Freeska Landriucht bezat (een ander exemplaar, in de Utrechtse UB-collectie: ), alsook een handschrift met Oudfries recht, dat sindsdien verloren is.
Opdracht aan “vriend en vakbroeder” Edzard van Ens
Het Utrechtse exemplaar van Siccama’s Lex Frisionum is – samen met Suffridus Petri’s Apologia (Franeker, Ægidius Radæus, 1603) – in perkament gebonden, en het bevat weinig sporen van gebruik, op wat moderne potloodmarkeringen na. Des te opvallender is de inscriptie in inkt op de titelpagina, van de hand van Siccama zelf:
Clarissimo et Doctissimo Doctori Edzardo ab Ens, Præturæ Franequerensis secretario, Curiae advocato, amico et confratri, Auctor dono dedit
(“De auteur gaf dit als geschenk aan de zeer illustere en zeer geleerde doctor Edzard van Ens, secretaris van het district Franeker, advocaat van de Curie, vriend en vakbroeder”).
De inscriptie maakt duidelijk dat Siccama op vriendschappelijke voet stond met deze Edzard. Uit het bescheiden cv-tje blijkt dat het moet gaan om de Edzard van Ens die in 1597 in Padua immatriculeerde als student in de rechten. Ongetwijfeld was dit een late fase in zijn studie, want – getuige de geweldige database van Friese studenten aan universiteiten tot 1650 die Samme Zijlstra voor zijn dissertatie Het geleerde Friesland (1996) aanlegde – deze Edzard was al een jaar later advocaat aan het Hof van Friesland. De naam Edzard van Ens komt overigens nogmaals voor in Zijlstra’s database, gekoppeld aan een immatriculatie in de rechten in 1594 te Leiden. Nu was Leiden een gekende tweede universiteit in de peregrinatio van laat-zestiende-eeuwse Friese studenten. Misschien heeft deze alter-Edzard daarvoor nog een poosje in Franeker vertoefd? Om ná Leiden nog naar Padua te trekken? Zou het in dat geval dezelfde als ‘onze’ Edzard van Ens kunnen zijn? Ik kan het helaas niet hard maken. Hoe dan ook, Edzard is op onbekende datum gepromoveerd, en wordt in 1612 secretaris van Franekeradeel. Hij sterft in hetzelfde jaar als Siccama, 1622.
Meerdere presentexemplaren
Nu is Siccama’s notitie op zichzelf niet zo opvallend, want zulke geschenkinscripties zijn in groten getale bekend uit de vroegmoderne tijd. Maar toevallig vond ik in een (in de collectie van de VU) net zo’n notitie, in dezelfde hand, op dezelfde plek, in dezelfde stijl, en opnieuw eindigend met de woorden Auctor dono dedit, maar nu gericht aan een Meynardo ab Æzma, “om te getuigen van vriendschap en respect” (amicitiae et observantiae testandae). Met deze persoon is zonder twijfel de Dokkumer notabele Meinard van Aitzema (1567-1640) bedoeld. Deze Meinard is dezelfde als de Meinhardus Scheltonis (ex agro Emdonis, dus uit Ostfriesland) die onder deze naam in de Franeker matrikels als nr. 17 (1586) terug te vinden is en daarmee behoort tot de allereerste lichting van de jonge Friese academie. Na een verblijf in het buitenland was Meinard van 1603 tot zijn dood in 1640 als secretaris werkzaam voor de Admiraliteit in Dokkum.
Deze tweede inscriptie verleidde me tot een bescheiden speurtocht naar nog meer exemplaren met zo’n inscriptie van Siccama op de titelpagina. Ondanks online speurwerk en meerdere mailtjes naar West-Europese bibliotheken, waarbij ik ca. 20 exemplaren kon beoordelen, vond ik tot dusverre nog maar één nieuw voorbeeld, op. De website vermeldt niet waar het boek zich bevindt, maar het bleek, als B 1775, terug te vinden bij het Historisch Centrum Leeuwarden (een leuke extraatje is dat het dezelfde achttiende-eeuwse groenbruin marokijnen, goudbestempelde band blijkt te hebben als het eerder genoemde Utrechtse exemplaar van de Friese incunabel met het Freeska Landriucht).
Dit derde exemplaar van Siccama’s boek was geschonken aan Johannes Saeckma (1572-1636). Deze Saeckma was ook al een jurist, en ook al deels opgeleid aan de Franeker academie (immatriculatie in 1588). In 1595 was hij advocaat te Leeuwarden, in 1597 secretaris van de Dokkumer admiraliteit, en in 1600 procureur-generaal. Vanaf 1603 is hij raadsheer aan het Hof van Friesland, vanaf 1631 presiderend. Vanaf 1626 is hij, voor het gewest Oostergo, ook curator van de Franeker academie. Saeckma was daarmee een vooraanstaand jurist en bestuurder in vroeg-zeventiende-eeuws Friesland. Siccama noemt Saeckma in de inscriptie “Hercules der Muzen” (Herculi Musarum) en zijn “beschermheer” (patrono suo) – de laatste woorden werden door katholieken ook gebruikt in dedicaties aan patroonheiligen, wat suggereert dat Siccama Saeckma zeer hoogachtte.
Collega-juristen en studiegenoten
Wat delen deze drie mannen met Siccama? Net als Sibrandus zijn Edzard van Ens, Meinard van Aitzema en Johannes Saeckma jurist van opleiding en van professie. Ook bekleedden ze alle op het moment van publicatie van Siccama’s boek, in 1617, belangrijke bestuurlijk-juridische posten in Friesland. Minstens drie van de vier – Sibrandus, Johannes en Meinard – waren tegelijkertijd student aan de jonge Franeker academie. Op verscheidene plekken op zijn reeds genoemde belangrijke website maakt Martin Engels bovendien duidelijk dat Siccama en Saeckma goed bevriend waren en bleven; of Siccama ook werkelijk al zulke oude vriendschappelijke contacten met de andere twee had, kan ik niet aantonen, maar het lijkt me zeker niet onmogelijk. Hoe dan ook maken alle inscripties duidelijk dat Sibrandus Siccama zijn professionele netwerk goed onderhield, en daarvoor ook de wetenschap gebruikte. En dat is iets wat sindsdien gelukkig onveranderd is gebleven!
Deze blog werd geschreven in het kader van een samenwerking tussen erfgoedinstellingen met Oudfriese objecten in hun collectie: Universiteitsbibliotheek, Utrecht; Tresoar, Leeuwarden; KB nationale bibliotheek, Den Haag; Universiteitsbibliotheek, Groningen; Bodleian Libraries, Oxford; British Library, Londen; Niedersächsische Landesbibliothek, Hannover; Niedersächsisches Landesarchiv, Oldenburg; Bibliothèque nationale de France, Parijs.
Auteur
Anne Tjerk Popkema, Tresoar/Rijksuniversiteit Groningen (anne.popkema@tresoar.nl)