De Rol van de Fysieke en Sociale Omgeving in het Leren: Terugblik SIG-bijeenkomst Learning Spaces

De 3 aspecten van verbondenheid in Active Learning Spaces

De Van Lier & Egginkzaal was deze bijeenkomst het decor om de kracht van de leeromgeving te onderzoeken. Om de rol van intermenselijke interacties te ervaren namen de aanwezigen deel aan een aantal (leer)activiteiten binnen drie diverse opstellingen van leerruimtes.

Active Learning Space-opstelling

In een Active Learning Space-opstelling bleek dat het maken van visueel contact of connectedness through visibility makkelijk te realiseren is. Dit ervoeren de deelnemers bij het spelen van MimiQ, een kaartspel waarbij het belangrijk is om goed naar elkaars gezichtsuitdrukkingen te kijken. Voor leerdoelen waar het van belang is om met elkaar verbinding te maken is deze opstelling dus ideaal.

Carré- en U-opstelling

Een Carré of U-opstelling komen in standaard werkgroepruimtes binnen de UU veel voor. Tijdens de Think-pair-share activiteit bleek dat er allerlei werkvormen te bedenken zijn die een docent in deze opstellingen kan inzetten in zijn onderwijs. Werkvormen die genoemd werden: debat, think-pair-share, presentaties, een U-versie van de . Toch was de groep verdeeld over deze opstelling; waar de ene docent graag met studenten in een carré werkt, zet de andere docent het liefst de tafels en stoelen aan de kant om geen barrières te ervaren in de sociale interactie.

Voor alle genoemde werkvormen was connectedness through visibility een belangrijke voorwaarde. De groep concludeerde dat ook de nabijheid van de docent, die binnen de U-opstelling naar de studenten kan lopen bijdraagt aan het leerproces, wat we connectedness through mobility noemen.

Rijtjesopstelling

In de laatste, traditionele rijtjesopstelling kregen de deelnemers stellingen voorgeschoteld waar door te gaan staan of te blijven zitten op gereageerd moest worden. Vanaf het begin ervoeren de deelnemers al belemmeringen in het uitvoeren van de opdracht. De ‘docent’ moest harder praten om de rijen achterin te bereiken, de ‘studenten’ die voorin zaten blokkeerden het zicht op de ‘docent’ of moesten zich in de beperkte ruimte die ze hadden, omdraaien om de collega’s te kunnen zien / horen. Het was al gauw duidelijk dat de zitpositie van ‘studenten’ in een rijtjesopstelling gedrag, betrokkenheid en communicatie beïnvloedt.

Dat de plaats waar een student zit mede de betrokkenheid, actieve deelname en leeruitkomsten bepaalt komt ook nadrukkelijk naar voren in de review ‘Designing Active Learning Spaces, what to consider?’ die is uitgevoerd vanuit Future Learning Spaces.  Zitplaatsen kun je indelen in (semi)golden zones en shadowzones (Park and Choi 2014). Golden zones: 1. goed oogcontact en interactie met docent, 2. optimale omgeving voor behoud concentratie en motivatie, 3. beste zicht op scherm/whiteboard zonder afgeleid te worden door andere studenten). Wil je meer weten hierover? Kijk dan hier!

De 4E-benadering van leren

In het tweede deel van de sessie staat de 4E-benadering van leren en onderwijzen centraal. Dit relatief nieuwe onderzoeksterrein gaat er vanuit dat leren wordt gevormd en gestructureerd door dynamische interacties tussen de hersenen, het lichaam en zowel de fysieke als de sociale omgeving. Het 4E-framework is daarmee een benadering die expliciet aandacht besteedt aan de rol van de fysieke en sociale omgeving in het leren.
De 4 E’s staan voor: Embodied (niet alleen het brein, maar het hele lijf speelt een rol in leren), Extended (objecten en mensen in onze omgeving spelen een rol in leren), Embedded (leren is ingebed in een sociale en culturele context), en Enacted (wij spelen zelf een actieve rol in ons leren, leren ontstaat in interactie).

Synchronie

Het gebruik van synchronie is een voorbeeld van hoe je 4E kan toepassen in de onderwijspraktijk. Synchronie ontstaat wanneer mensen hun gedrag op elkaar afstemmen, expliciet danwel impliciet. In het contact zoeken mensen naar evenwicht en stemmen coördinatie, tempo en vloeiendheid van hun bewegingen daarop af. Omdat synchronie zorgt voor een gevoel van verbondenheid kan het een belangrijke rol spelen bij samenwerkingsactiviteiten.

Om synchronie in onderwijs te bevorderen kun je spelen met opstellingen van de fysieke leeromgeving. Tom Frijns geeft enkele voorbeelden uit zijn onderwijspraktijk. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld vaak de cirkel-opstelling. Bij het uitwisselen van persoonlijke ervaringen kan de kring helpen bij het scheppen van een veilige omgeving. De cirkelvorm, in vergelijking met de meer klassieke U-opstelling van tafels, creëert nabijheid waardoor het bespreken van gevoelige kwesties veilig aanvoelt. Dat kan deels verklaard worden door de verkleinde fysieke afstand tussen deelnemers (grotere nabijheid) en afwezigheid van fysieke obstakels (tafels) waardoor zichtbaarheid van het lichaam groter is (grotere kwetsbaarheid en bevordering synchronie). Hier zien we ook de link met in het eerste deel van de bijeenkomst genoemde connectedness through visibility en connectedness through mobility.

Ook het gebruik van objecten kan helpen bij het stimuleren van verbondenheid. Concrete voorbeelden zijn het laten rondgooien van een bal of ander object om iemand het woord te geven, of het toewerpen van de ‘socks of synchrony’ naar tegenstanders in een debat waarna zij op zoek moeten naar gedeelde kenmerken of ervaringen voordat het debat hervat wordt.

Heb je ook interesse om in je onderwijspraktijk meer te doen met de kracht van de leeromgeving? Sluit je aan bij de SIG Learning Spaces!