USBO onderzoeksprogramma ‘excellent’ volgens internationale visitatiecommissie

Een internationale visitatiecommissie heeft onlangs de onderzoeksprogramma’s in de Bestuurskunde van vier universiteiten beoordeeld. Het onderzoeksprogramma van het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) wordt daarin ‘excellent’ en ‘world leading’ genoemd. Onderzoeksdirecteur prof. dr. Judith van Erp, departementshoofd prof. dr. Paul Boselie en vice-decaan Maatschappelijke impact prof. dr. Mirko Noordegraaf zijn trots, en ervaren de uitgesproken positieve beoordeling vooral als een beloning voor de jarenlange inspanningen op het gebied van Open Science. Werken aan interdisciplinariteit, teamspirit, meervoudige onderzoeksloopbanen én de maatschappelijke impact van onderzoek, kan dus ook leiden tot het bereiken van de internationale top in je vakgebied, zo blijkt uit het rapport. Dat sluit heel goed aan op de richting die de Universiteit Utrecht in haar Strategisch Plan voor 2021-2025 heeft gekozen.

Bestuurs- en Organisatiewetenschap is een wetenschappelijk vakgebied dat klassieke thema’s kent, maar innig verbonden is met de actualiteit. Vraagstukken van besturen en organiseren, of het nu gaat om goed bestuur, integriteit of de rechtsstaat, om toezicht en verantwoording of om de Toeslagen affaire, terrorismebestrijding of het functioneren van de ambtelijke top, zijn aan de orde van de dag. Op deze en vele andere terreinen doen bestuurskundigen interdisciplinair en innovatief onderzoek. De commissie die de onderzoeksprogramma’s van de universiteiten van Leiden, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht heeft gevisiteerd, concludeert dat de Nederlandse bestuurs- en organisatiewetenschappers op dit moment internationaal de ontwikkeling van het vakgebied bepalen.

Onderzoeksvisitatie USBO 2020

‘One of the few most influential research groups in the world in its field’

Dat het onderzoeksprogramma Public Matters van het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) zelf op elk van de criteria als ‘excellent’ is beoordeeld, is daarbij natuurlijk een zeer verheugende bijzaak. Het is volgens het Utrechtse onderzoeksteam van USBO een beloning voor de innovatie in het vormgeven aan wat wetenschap is, die zij in de afgelopen jaren heeft gerealiseerd. Het laat zien dat publish or perish om aan de internationale top van je vakgebied te komen, niet langer de enige weg is.

‘De commissie heeft haar beoordeling feitelijk al gebaseerd op de toekomstgerichte principes van open science,’ zegt Paul Boselie. ‘Public engagement, nieuwe vormen van beoordeling, maatschappelijk betekenisvol onderzoek doen. Daar hebben we aan gewerkt, het is door de commissie gewaardeerd en daarin ligt dus ook de basis voor de toekomst. Het mag duidelijk zijn dat Open Science dus wel degelijk tot excellentie kan leiden. Daar mogen we best trots op zijn. En dan zijn we ook nog een great place to work.’

Judith van Erp: ‘De commissie heeft echt oog gehad voor de combinatie van rigour en relevance tussen degelijkheid en relevantie: maatschappelijk waardevol, kwalitatief goed onderzoek. Dat kan ook grote onderzoeksbeurzen of publicaties in toptijdschriften voortbrengen.’

‘Het laat zien dat USBO ‘rigourous relevance’ heeft,’ zegt Mirko Noordegraaf.

Open Science kan dus wel degelijk tot excellentie leiden.

Paul Boselie
Paul Boselie

Conform de richtlijnen van het Standard Evaluation Protocol (SEP), noemt de commissie het onderzoeksprogramma van USBO ‘world leading, excellent’. Samenvattend stelt zij: ‘The research unit has been shown to be one of the few most influential research groups in the world in its particular field, (…) makes an outstanding contribution to society and (…) is excellently equipped for the future.’

Door samenwerking naar excellentie

USBO blijft volgens de commissie een sterke leider op het gebied van bestuurs- en organisatiewetenschappelijk onderzoek, in Nederland en internationaal. Voortbouwend op haar sterke punten heeft het Utrechtse departement een aanzienlijke uitbreiding gerealiseerd. De groei in personeel en omvang heeft bijgedragen tot een toename van de totale onderzoeksproductiviteit en de maatschappelijke impact, een grotere diversificatie van de wetenschappelijke en onderzoekscapaciteiten, en een prijzenswaardige outreach en waardevolle samenwerking met academische en maatschappelijke partners.

We willen meer aandacht voor de jonge wetenschappers, het maximale doen om hen te begeleiden.

Judith van Erp
Judith van Erp

‘USBO is inderdaad behoorlijk gegroeid, mede als gevolg van de onderzoekssuccessen,’ zegt Judith van Erp, ‘maar we hebben desondanks ons kleinschalige en informele karakter weten te behouden. We zijn niet doorgeschoten in formalisering en bureaucratisering. Toch blijft het zoeken naar een goede balans, zeker ook waar het de jonge onderzoekers aangaat. Er worden veel verschillende eisen aan hen gesteld. Binnen de onzekerheid die de Nederlandse wetenschapsfinanciering kenmerkt, willen we het maximale doen om hen te begeleiden. We willen meer aandacht voor hen.’

Paul Boselie wil nogmaals het belang van collegialiteit en samenwerking onderstrepen: ‘We zijn geen club van Nobelprijswinnaars en dat zullen we ook nooit worden. Het zijn niet een paar iconische figuren die ervoor zorgen dat we tot de internationale top worden gerekend, het is toch een heel instituut dat hier beoordeeld is, waar gewoon hele goeie mensen werken. Heel veel goede mensen, die gezamenlijk iets neerzetten. Door samenwerking naar excellentie komen. Die collectieve prestatie, daar ben ik trots op.’

Groei, waardering en verdere ontwikkeling

Ook Mirko Noordegraaf, in de geëvalueerde periode medeverantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma, is verheugd over het oordeel van de commissie: ‘Vooral omdat dit een collectieve USBO-prestatie is, die onze academische kracht laat zien, met nadruk op herkenbare onderzoeksthema’s, onze interne en externe verbindingen, en onze gerichtheid op maatschappelijke vraagstukken. De commissie laat zien dat we ‘er echt toe doen’, academisch, maar ook qua community en maatschappelijke meerwaarde.’

‘2020 was een lustrumjaar voor USBO,’ zegt Paul Boselie. ‘We bestaan 20 jaar maar hebben dat helaas nog niet kunnen vieren. Dat is jammer, want we zien nu ook dat we in de waardering een gestage groei hebben doorgemaakt. De visitatie in 2008 was ‘ruim voldoende tot goed’, die van 2014 ‘goed tot zeer goed’ en krijgen we de beoordeling ‘excellent’. De ontwikkeling heeft zich doorgezet, met dit resultaat.

‘Dat is natuurlijk prachtig, maar USBO staat niet stil,’ voegt hij daaraan toe. ‘Er zijn verschillende aanknopingspunten waarop we verder willen doorpakken. Natuurlijk ook inhoudelijk, bijvoorbeeld als het gaat om de thematiek van digitalisering en van duurzaamheid, dat willen we verder uitbouwen. En het liefst doen we dat in een nieuw, groter gebouw dat ruimte biedt aan al die onderzoekers, onze enigszins eigenwijze onderzoekscultuur. Net als in ons onderwijs waarvan de kleinschaligheid, intensiviteit en interactiviteit zo gewaardeerd wordt.’

‘Met dit hele mooie commissieoordeel zou je kunnen denken: ‘we zijn klaar’. Maar niets is minder waar,’ concludeert ook Mirko Noordegraaf. ‘We zullen ons verder blijven ontwikkelen. De vitaliteit van USBO – waar de commissie ook op wijst – maakt dat mogelijk.’

Visitatiecommissie

Het bestuur van de vier betrokken universiteiten heeft de volgende leden in de visitatiecommissie benoemd: Prof. Jean Hartley – The Open ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ UK (chair), Prof. Sabine Kuhlmann – ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ of Potsdam, Prof. Peter Munk Christiansen – Aarhus ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ, Prof. Wouter Van Dooren – Universiteit Antwerpen, Prof. Kirk Emerson – ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ of Arizona, Dr. Ellen Fobé Msc – KU Leuven. Drs. Esther Poort van De Onderzoekerij trad op als secretaris van de commissie.

Contact

Wilt u meer weten over het onderzoeksprogramma van het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO)? Neem dan contact op met de onderzoeksdirecteur, prof. dr. Judith van Erp: j.g.vanerp@uu.nl.