Niet-Engelstaligen op achterstand in geesteswetenschappen

Onderzoek onder 1615 filosofen uit 68 landen

Illustratie van poppetjes met teksten, boeken en een Engels woordenboek. Bron: © iStock.com/lemono
© iStock.com/lemono

Wie in de geesteswetenschappen Engels niet als moedertaal heeft, stuit op meer obstakels dan wie dat wel heeft. Dat constateren Uwe Peters en zijn collega’s uit een nieuwe internationale enquête onder filosofen. Zo hadden niet-Engelstalige filosofen aanzienlijk meer tijd nodig om Engelse teksten te lezen en presentaties voor te bereiden, en werden hun Engelse papers vaker afgewezen door wetenschappelijke redacties. “Het is aannemelijk dat deze uitdagingen ook binnen andere geesteswetenschappen voorkomen”, zegt Peters.

Taalachterstand binnen verschillende wetenschappelijke domeinen

Peters en zijn team ondervroegen 1615 filosofen uit 68 landen, waaronder Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, China en Japan. Ze deden dit in zeven talen. Hoewel de meeste respondenten een hoge Engelse taalvaardigheid hadden, bleken niet-Engelstalige filosofen gemiddeld zo’n 30 procent meer tijd nodig hadden om een Engelstalig artikel te lezen dan moedertaalsprekers. Degenen met een lage of gemiddelde beheersing deden er vaak zelfs twee keer zo lang over. Zij hadden ook bijna dubbel zoveel tijd nodig om een Engelstalige lezing voor te bereiden.

Als een native English speaker twee uur nodig heeft om een artikel te lezen, kost het een niet-native speaker tweeënhalf tot wel vier uur.

“Als een native English speaker bijvoorbeeld twee uur nodig had om een artikel te lezen, dan kostte het een niet-native speaker tweeënhalf tot wel vier uur”, illustreert Peters. “Een presentatie voorbereiden kan meer dan vijftien uur duren, tegenover acht uur voor een native speaker. En dat gaat dus alleen nog over tijd – niet over de extra mentale belasting of de bijkomende kosten.”

“Niet-native speakers hebben ook veel vaker te maken met afwijzingen van hun Engelstalige papers en manuscripten”, vertelt Peters. De enquête laat zien dat zelfs de meest vaardige niet-Engelstalige filosoof gemiddeld 27 procent minder publicaties in het Engels uitbrengt dan de moedertaalsprekende collega’s.

Illustratie van twee poppetjes met een ladder. De ladder van de linker is moeilijker te beklimmen dan die van de rechter. Bron: © iStock.com/treety
© iStock.com/treety

Engelse taalangst belemmert deelname aan academische activiteiten

Maar het blijft niet bij minder publicaties en extra uren, zegt Peters. “Wat ook zorgwekkend is, is dat niet-Engelstaligen minder vragen durven te stellen tijdens academische bijeenkomsten: wel tien keer minder. Ze slaan zulke bijeenkomsten ook negen keer vaker over – alleen door onzekerheid over hun Engels.”

“Zelfs degenen die vaak Engels gebruiken, betalen een prijs”, zegt Peters. Bijna 90 procent van de niet-Engelstalige respondenten gaf aan dat het veelvuldige gebruik van het Engels het moeilijker maakt om in hun eigen moedertaal over filosofie te praten. Dit verschijnsel heet ‘taalverlies’. 

Hoe verder iemands moedertaal afstaat van het Engels, hoe meer belemmeringen.

Hogere drempels voor bepaalde talen

Sommige niet-Engelstalige onderzoekers staan voor grotere uitdagingen dan anderen, laat het internationale onderzoek ook zien. “Hoe verder iemands moedertaal afstaat van het Engels, hoe meer belemmeringen”, zegt Peters. “Voor Nederlandse filosofen, wier taal dicht verwant is met het Engels, daalde het publicatiecijfer met ongeveer 14 procent ten opzichte van moedertaalsprekers. Voor hun Chineessprekende collega’s, wier taal veel verder van het Engels afstaat, lag die daling rond de 47 procent.”

“Het is goed om te benadrukken dat het aantal respondenten met een lagere Engelse taalvaardigheid veel kleiner was”, voegt Peters toe. “Onze resultaten zijn dus vooral gebaseerd op zeer vaardige niet-native speakers. De werkelijke nadelen voor de bredere gemeenschap kunnen dus nog groter zijn.”

Illustratie van poppetjes met boeken en een laddertje. Bron: © iStock.com/lemono
© iStock.com/lemono

Waarom taalongelijkheid ertoe doet in de geesteswetenschappen

Volgens Peters roepen de bevindingen vragen op over de kwaliteit en inclusiviteit van het academisch debat. “Wanneer de ideeën van niet-native speakers minder worden gehoord, ontstaat het risico dat de definitie van ‘goede’ filosofie vooral de visie van native English speakers weerspiegelt.”

“Hetzelfde geldt voor de geesteswetenschappen in het algemeen. Net als in de filosofie, draait het in vakgebieden als de literatuurwetenschap, geschiedenis en cultuurtheorie niet alleen om feiten, maar ook om nuances en subtiele betekenisverschillen. De impact is voor geesteswetenschappers mogelijk zelfs groter dan voor bètawetenschappers, omdat zij niet kunnen terugvallen op wiskundige formules en universele symbolen. De dominantie van het Engels beïnvloedt zo wiens ideeën gepubliceerd, besproken en uiteindelijk deel gaan uitmaken van het collectieve geheugen van het vakgebied.”

Als mensen zich inhouden of niet de kans krijgen om bij te dragen, werkt het systeem van ‘checks and balances’ niet meer goed.

Het gebrek aan inclusiviteit is volgens Peters problematisch, omdat de academische wereld afhankelijk is van de uitwisseling van ideeën en kritische reflectie. “Dat helpt ons denkfouten te vermijden en wetenschappelijke vooruitgang te boeken. Maar als mensen zich inhouden of niet de kans krijgen om bij te dragen, werkt dat systeem van ‘checks and balances’ niet meer goed.”

Aanbevelingen voor inclusievere geesteswetenschappen

Het onderzoeksteam geeft een aantal praktische aanbevelingen om de ongelijkheid binnen de wetenschap te verkleinen. Docenten, organisatoren van conferenties, redacteuren van wetenschappelijke tijdschriften en reviewers moeten erkennen dat niet-Engelstalige academici meer tijd en ondersteuning nodig hebben om gelijkwaardig bij te dragen. Ook adviseren de onderzoekers om in de tijdschriften inhoud boven stijl te stellen en dringen ze erop aan om peerreviewrapporten bij de artikelen te publiceren voor de transparantie. 

Daarnaast zouden instellingen niet-native speakers toegang kunnen geven tot professionele redactie en AI-software voor het schrijfproces. “Zulke veranderingen zijn niet alleen een kwestie van eerlijkheid”, besluit Peters. “Ze maken de filosofie, en de geesteswetenschappen in bredere zin, inclusiever – wat onze gezamenlijke kennisproductie uiteindelijk alleen maar versterkt.”

Meer informatie