KNAW laat eigen koloniale verleden onderzoeken door breed consortium

"We willen in dit project graag onderbelichte stemmen laten horen"

Een interdisciplinair team van onderzoekers start in september met een omvangrijk onderzoek naar het koloniale verleden van de KNAW. Het consortium ‘Koloniale macht en kennis’ (KMK) dat de aanbestedingsprocedure heeft gewonnen, staat onder leiding van Laurens de Rooy, curator en directeur van museum Vrolik in Amsterdam UMC. De verdere samenstelling van het team reflecteert meerstemmigheid, zowel in de diversiteit van de onderzoekers als in de aanwezige disciplines.

“We willen in dit project graag onderbelichte stemmen laten horen,” aldus wetenschapshistoricus Robert-Jan Wille (Universiteit Utrecht). Hij specialiseert zich in de geschiedenis van de aard- en klimaatwetenschappen en schreef eerder ook al mee aan de koloniale geschiedenis van de faculteit Bètawetenschappen en de Universiteit Utrecht. Hij waardeert de bereidheid van instituten, zoals nu ook de KNAW, om hun eigen koloniale geschiedenis onder de loep te nemen.

“Voorheen leek wetenschap altijd te draaien om witte mannen, maar daarmee mis je echt een deel van het verhaal. Bij onderzoek naar de beweging van aardplaten hebben bijvoorbeeld veel bredere netwerken van lokale onderzoekers in de Cariben en Nederlands-Indië ook een belangrijke rol gespeeld. Daarnaast bestuderen we in dit project ook welke gevolgen dit soort wetenschappelijke activiteiten hadden voor lokale bevolkingsgroepen in de koloniale periode én daarna. Daar zitten ook schaduwkanten aan. Het is belangrijk om dat te erkennen en te laten zien.”

Voorheen leek wetenschap altijd te draaien om witte mannen, maar daarmee mis je echt een deel van het verhaal

Kennis van de KNAW

Het onderzoeksvoorstel van het consortium belooft inzicht te geven in de KNAW als organisatie, en ook bij te dragen aan de wetenschappelijke discussie over het koloniale verleden en de doorwerkingen daarvan in het heden. Het project bekijkt niet alleen losse voorbeelden door middel van casestudies, maar ook de bredere verbanden daartussen. Daarmee levert het een inhoudelijke bijdrage aan het actuele wetenschappelijke debat over koloniale erfenissen en hun hedendaagse impact. De voorgestelde aanpak getuigt van een grondige kennis van de veelzijdigheid van de KNAW. Zowel de materiële (collecties, gebouwen, adviezen, prijzen) als de immateriële (institutionele rol, systeem van kenniserfgoed) aspecten krijgen aandacht in het project.

Ondervertegenwoordigde stemmen

Naast academisch onderzoek wil het project ook een breed publiek betrekken. Een van de werkpakketten richt zich op de ontwikkeling van een tentoonstelling. Ook wordt gewerkt aan een documentaire waarin ruimte is voor orale geschiedenissen en stemmen die tot nu toe ondervertegenwoordigd zijn gebleven binnen het discours van de KNAW.

Lokale kennisnetwerken

Tot slot is er sprake van een waardevolle betrokkenheid van instellingen die toegang hebben tot kennisnetwerken in gebieden die gekoloniseerd waren (of zijn) door Nederland. Dat versterkt de betrokkenheid van postkoloniale en diaspora gemeenschappen en verdiept het onderzoek verder. Culture Lab Consultancy uit Jakarta en de Anton de Komleerstoel aan de VU zijn onderdeel van het consortium. Zij hebben sterke institutionele ingangen om contact te kunnen leggen met  kennisnetwerken in voormalige Nederlandse koloniën.

Niet over maar samen met de KNAW

Laurens de Rooy: “De aanvraag komt op een goed moment en we realiseren ons het belang van de stap die KNAW heeft gezet. De KNAW, als ‘nationale hoeder’ van de wetenschap, stelt zich nu kwetsbaar en open op om haar eigen koloniale verleden en de doorwerking hiervan onder de loep te nemen. Daarmee verbindt zij haar verleden met het heden en de toekomst. Immers, koloniale kennis was (en is) koloniale macht, dus nieuw opgedane kennis is nieuwe kracht.

We willen het onderzoek niet buiten of over de KNAW uitvoeren, maar vooral samen met de KNAW, en natuurlijk met betrokken partijen in de voormalige koloniën. We zijn dan ook heel verheugd met onze adviesraad, bestaande uit prominente onderzoekers uit vier continenten.”

KMK consortium team

  • Laurens de Rooy – curator & directeur Museum Vrolik (Amsterdam UMC), wetenschapshistoricus (biologie, geneeskunde, antropologie) met specifieke focus op geracialiseerde menselijke resten.
  • Sadiah Boonstra – tentoonstellingsmaker & directeur (PT Culture Lab Consultancy, Jakarta), cultuurhistoricus (Universitas Gadjah Mada Yogyakarta, Melbourne ľϸӰ)
  • Caroline Drieënhuizen – sociaal- en cultuurhistoricus, erfgoedstudies (Open Universiteit, Heerlen)
  • Alana Helberg-Proctor –  antropologie van ‘ras’ en de geneeskunde, (post-colonial) science and technology studies (Universiteit van Amsterdam, Amsterdam Institute for Social Science Research)
  • Monika Kirloskar-Steinbach  –   filosoof, leerstoel Diversifying Philosophy (Vrije Universiteit, Amsterdam)
  • Guus Pengel  –  coördinator Anton de Kom Leerstoel, cultuurmaker (Vrije Universiteit, Amsterdam)
  • Robert-Jan Wille  –  wetenschapshistoricus (koloniale) natuurwetenschappen, wetenschapsprosopograaf (Universiteit Utrecht).