Studieprogramma
De researchmaster Nederlandse literatuur en cultuur duurt twee jaar (120 EC). Een studiejaar bestaat uit twee semesters, die ieder uit twee blokken bestaan.
Studieopbouw
Het programma bestaat uit verplichte cursussen, keuzecursussen, een stage of studeren in het buitenland, en een masterscriptie. Let op: sommige keuzecursussen kunnen alleen in overleg gevolgd worden. Bekijk het studieschema (pdf).
Jaar 1
In het eerste jaar volg je acht verplichte cursussen gegeven door docenten die expert zijn in bepaalde theoretische of thematische onderzoeksrichtingen. Daarnaast kies je uit het beschikbare aanbod een Meester-Gezel-traject, waarin je je aansluit bij lopend onderzoek van één van de Utrechtse onderzoekers. Ook volg je onderwijs bij een landelijke Onderzoeksschool en een of meer keuzecursussen.
Jaar 2
In het tweede jaar ligt de focus op zelfstandig onderzoek en het schrijven van je thesis. Je bent dit jaar ruim in de gelegenheid om je eigen onderzoeksexpertise te ontwikkelen, en je bijvoorbeeld te specialiseren in een specifieke periode of benadering.
Hieronder vind je een beschrijving van de cursussen die in het huidige collegejaar worden aangeboden in deze master. Let op: het cursusaanbod wordt jaarlijks vastgesteld. Dit overzicht is onder voorbehoud van wijzigingen.
Scriptie
Je sluit je master af met een scriptie. Voorbeelden van recente scripties zijn:
Culturele producten zoals romans en films spelen een grote rol in het (her)vormen van de publieke herinnering.
Scriptieprijzen
In 2025 won Pepijn de Koning maar liefst twee scriptieprijzen voor zijn afstudeerscriptie "": de KHMW Jan Brouwer Scriptieprijs voor Taal- en literatuurwetenschap () en de Vliegenthart Scriptieprijs (nieuwsbericht).
In voorgaande jaren wonnen meerdere alumni van ons programma met hun scriptie de Jan Brouwer Scriptieprijs Taal- en Literatuurwetenschappen, de Vliegenthart Scriptieprijs en Academische Jaarprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Onderwijsvormen
- werkcollege
- zelfstudie
- stage
Alle verplichte vakken zijn werkcolleges waar je je op voorbereidt met leeswerk en opdrachten. Een aantal tutorials vereist een deel zelfstudie, dit wordt gecombineerd met bijeenkomsten waarin de voortgang wordt besproken.
Stage
De stage heeft altijd een duidelijke onderzoekscomponent. Deze moet van te voren in overleg met de stagedocent en opleidingscoördinator helder vastgesteld zijn en resulteren in een onderzoeksresultaat (een nota, artikel, lezing, tentoonstellingstekst of andere output).
Stage
Studenten van de researchmaster liepen tot nu toe vaak stage binnen de academie (bij een onderzoeksinstituut of universiteit), maar ook daarbuiten: bij het Vlaams-Nederlands cultuurhuis , literatuurfestival , de , het , het , het en het . Zie ter inspiratie en de film die Maria van Leeuwen maakte over haar stageonderzoek naar het Surinaamse erfgoed voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, en lees dat Charlotte Duistermaat schreef als onderdeel van haar stage bij Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren in Brussel
Studeren in het buitenland
In het eerste semester van het tweede jaar kun je naar het buitenland gaan, voor masteronderwijs, een onderzoeksstage of een combinatie daarvan. Meer dan de helft van de studenten van dit masterprogramma studeert een halfjaar in het buitenland, aan een universiteit in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Duitsland.
Toetsvormen
- eindpaper
- wetenschappelijk artikel
- presentatie/referaat
- mondeling
- onderzoeksportfolio
- onderzoeksaanvraag
Extra uitdaging
Zoek je een extra uitdaging?
Voor studenten die naast hun master een extra uitdaging zoeken, zijn er verschillende opties. Zo biedt de Universiteit Utrecht diverse honoursprogramma’s aan. Honoursonderwijs gaat verder waar je masterprogramma ophoudt. Honoursprogramma’s zijn er op universiteitsbreed niveau en geven je de kans om naar vraagstukken te kijken die buiten jouw specialisatie vallen. Je volgt honoursonderwijs naast je gewone opleiding.