ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Jouw ontwikkeling staat centraal tijdens de opleiding. Je kunt het standaard programma volgen, maar ook een individueler traject met persoonlijke keuzes in volgorde en soms ook tempo, als dat beter bij jouw situatie past. De studieadviseur kan je meer vertellen over de mogelijkheden.

Het onderwijs is georganiseerd in kleine groepen. Bij de beroepsvoorbereidende cursussen maak je deel uit van een vaste werkgroep (met studenten vanuit andere lerarenopleidingen binnen de GST) waarbij je intensieve begeleiding krijgt van een opleider en je vakdidacticus. Daarnaast heb je een ervaren begeleider op je stageschool. Je legt je ontwikkeling vast in een praktijkdossier, als reflectie op je functioneren als docent. Het onderwijs binnen de vakinhoudelijke cursussen volg je met andere studenten van de opleiding Geschiedenis: educatie en communicatie, een van de andere lerarenopleidingen en/of studenten die een master Geschiedenis aan de faculteit Geesteswetenschappen doen. Ook dat onderwijs is kleinschalig en wordt gegeven door betrokken docenten die de programma’s van de Graduate School goed kennen.

Om een goede leraar te kunnen worden is praktijkervaring essentieel. Een deel van de opleiding bestaat daarom uit stages. Het andere deel van je opleiding vindt plaats op de universiteit. Hier leer je – naast vakinhoud – alles over pedagogiek en algemene- en schoolvakdidactiek. Deze theoretische component is aan de Universiteit Utrecht zeer sterk. We koppelen de theoretische kennis systematisch aan de praktijk: je leert tijdens een hoorcollege over didactiek en analyseert vervolgens in een werkcollege hoe dit in je eigen lespraktijk gaat of zou kunnen gaan. Ook werk je aan de professionele vaardigheden die je nodig hebt als beginnend docent. Deze kennis en vaardigheden pas je vervolgens weer toe in je stage (of baan). Andersom wordt juist ook aandacht besteed aan het koppelen van theorie aan reflecties op ervaringen uit de praktijk. 

De lerarenopleiding in Utrecht onderscheidt zich wat betreft het aanbod keuzecursussen dat toegesneden is op het docentschap. Tijdens de opleiding volg je een of twee vakspecifieke keuzecursussen (afhankelijk van de grootte van je scriptie) en twee beroepsvoorbereidende keuzecursussen. Binnen de beroepsvoorbereidende keuzecursussen kun je kiezen voor verdieping in het pedagogisch domein of verbreding via cursussen die het onderwijs vanuit een breder perspectief bestuderen. Ook kun je kiezen voor verdieping via cursussen met een link naar je eigen schoolvak, of verbreding via cursussen die toewerken naar schoolbrede taken.

Binnen de opleiding zijn deze bevoegdheidseisen vertaald in twaalf taken waaraan je gedurende je hele opleiding werkt. Daarbij moet je denken aan het opstellen van leerdoelen voor het gehele curriculum en specifieke lessen, het ontwerpen, uitvoeren en begeleiden van de gestelde leerdoelen en het toetsen in welke mate de gestelde leerdoelen gerealiseerd zijn. Ook wordt gewerkt aan interpersoonlijke relaties met (groepen) leerlingen, aan communicatieprocessen in de groep en de begeleiding van persoonlijke ontwikkeling en persoonsvorming. Tot slot wordt ook aandacht besteed aan professionele ontwikkeling en schoolorganisatie.

Tijdens je opleiding doe je kennis en vaardigheden op om je eigen vak te kunnen doceren, binnen of buiten een schoolsetting. Dat houdt ook in dat:

• je leert om professioneel te reflecteren op je eigen functioneren en omgeving;
• je leert om op wetenschappelijk verantwoorde wijze problemen te definiëren, analyseren en oplossen;
• je een onderzoekende, op innovatie gerichte houding ontwikkelt;
• je leert actief bij te dragen aan schoolvak- en onderwijsontwikkeling;
• je leert de verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen professionele ontwikkeling.