Beschermde streekproducten: waarom witte kaas niet hetzelfde is als Feta
Dankzij Europese regels weten consumenten precies wat ze kopen als ze kiezen voor een Europees beschermd streekproduct zoals Feta. De producten komen van een specifieke plaats en zijn met bepaalde ingrediënten en procedures gemaakt. Vaak kosten ze wel iets meer. De hogere prijs kan een nadeel zijn voor consumenten, maar zorgt er wel voor dat producenten een hoge kwaliteit kunnen blijven garanderen. En hoewel er een economische logica is voor het beschermen van streekproducten, zijn concurrenten het er niet altijd mee eens.
Daarover schrijft Martijn Huysmans in zijn blog op wetenschap.nu.
Kaas, economie en Europees beleid
Denemarken en Frankrijk procedeerden in de jaren 90 tegen de bescherming van de naam Feta. Producenten in die landen waren boos dat ze hun kaas nu als “witte kaas” moesten verkopen. Volgens hen was Feta gewoon een type kaas, en zou iedereen de naam mogen gebruiken. Voor Gouda is dat trouwens het geval: iedereen mag Gouda maken. Enkel de namen “Gouda Holland” en “Gouda Noord-Holland” zijn beschermd. Zo ook met bijvoorbeeld Camembert: alleen de naam “Camembert de Normandie” is beschermd. Producenten buiten Normandië mogen dus prima kaas als “Camembert” verkopen, omdat er binnen de EU is afgesproken dat Camembert gewoon een type kaas is.
Meer over kaas, economie en Europees beleid? Lees zijn blog op wetenschap.nu
Martijn Huysmans
Martijn Huysmans is als universitair docent verbonden aan de Utrecht ľϸӰ School of Economics (U.S.E.). Hij doet onderzoek op het raakvlak van politiek en economie, met een focus op de Europese Unie. Hij publiceert regelmatig in academische en populaire media over Europese regels (Artikel 50/Brexit, "Gele kaart" van nationale parlementen) en over Europees beschermde streekproducten ("beschermde geografische aanduidingen") zoals Parmaham en Gouda Holland.