Promotie: Rechterlijke terugkoppeling – Een empirisch-juridische studie naar de interactie tussen rechter en wetgever in het licht van de trias politica in Nederland
Op 7 november verdedigt Wendy Yan haar dissertatie 'Rechterlijke terugkoppeling – Een empirisch-juridische studie naar de interactie tussen rechter en wetgever in het licht van de trias politica in Nederland'. Wanneer en hoe signaleren rechters wetgevingsknelpunten aan de wetgever? Bereiken deze signalen eigenlijk ook de wetgever, en wat doet deze met de signalen? Dit onderzoek brengt de praktijk van rechterlijke terugkoppeling en de constitutionele dialoog tussen staatsmachten in het Nederlands constitutioneel bestel in kaart.
Onder 'rechterlijke terugkoppeling' wordt verstaan de praktijk waarbij rechters ervaren knelpunten in wet- en regelgeving bewust signaleren aan de wetgever, via rechterlijke uitspraken en/of buiten uitspraken om. Een voorbeeld van terugkoppeling is een uitspraak over de Wet hersteloperatie toeslagen waarin een rechter een ‘persoonlijke noot’ toevoegde om onduidelijkheden en onbedoelde effecten onder de aandacht van de wetgever te brengen. Een ander voorbeeld is een persoonlijke brief van de president van de Hoge Raad aan de minister van Sociale Zaken over discriminatoire aspecten van de Participatiewet, waarvoor de wetgever een oplossing zal moeten vinden.
Tegen deze achtergrond zijn twee kernvragen geformuleerd: (1) op welke manieren komt rechterlijke terugkoppeling voor en hoe ontstaat zij, en (2) hoe verhoudt deze praktijk zich tot de trias politica?
Het empirisch onderzoek bevestigt dat rechterlijke terugkoppeling in diverse vormen voorkomt en laat zien dat de keuze voor en de wijze van terugkoppeling wordt bepaald door institutionele, inhoudelijke en persoonlijke afwegingen. Rechters komen niet lichtvaardig tot hun besluit om terug te koppelen. Hun afweging hangt mede af van de vraag of rechters denken dat een signaal zinvol is, van de gevolgen voor partijen, en van hun eigen opvatting van de constitutionele grenzen van hun handelen. Daarbij bestaat een spanningsveld tussen de wens om structurele knelpunten te benoemen en om rechterlijke onafhankelijkheid te bewaken.
Typologie van rechterlijke signalen
Rechters gebruiken in de eerste plaats hun uitspraken om knelpunten in wet‐ en regelgeving aan de wetgever te signaleren – naar het adagium ‘de rechter spreekt via zijn uitspraken’. Maar ze kunnen ook gebruik maken van meer informele kanalen, zoals vakmatig contact, gerechtelijke rapportages – bijvoorbeeld (jaar)verslagen – en persoonlijke mediaoptredens. Deze diversiteit aan signalering is in het onderzoek geordend langs twee dimensies: de formele versus informele aard van het kanaal en de explicietheid van het signaal.
Rechters geven de voorkeur aan impliciete signalen via formele kanalen, zo blijkt uit het onderzoek; bijvoorbeeld een signalerende wetsinterpretatie in rechterlijke uitspraken. Wetgevingsjuristen bij de ministeries – die meestal als eersten die rechterlijke signalen ontvangen (en in reactie daarop wetgeving kunnen aanpassen, of eerst afwachten hoe jurisprudentie zich ontwikkelt) – prefereren daarentegen expliciete signalen, via informele en formele kanalen.
De wijze waarop rechters hun constitutionele rol begrijpen en vervullen verklaart veel van de variaties in het proces van rechterlijke terugkoppeling. Rechters met een strikte constitutionele en rechterlijke taakopvatting beperken het terugkoppelen tot onoplosbare of fundamentele knelpunten en kiezen voor impliciete signalen via formele kanalen. Rechters met een ruimere rolopvatting signaleren ook uitvoeringsproblemen of maatschappelijke gevolgen, soms explicieter of via andere kanalen dan hun uitspraken alleen.
Consititutionele dialoog tussen rechter en wetgever
De praktijk van rechterlijke terugkoppeling die uit het onderzoek naar voren komt, botst met het traditionele doctrinaire beeld van een volledige scheiding tussen de wetgevende en de rechterlijke macht. In plaats daarvan functioneert de terugkoppeling door Nederlandse rechters als onderdeel van een iteratief en communicatief proces. Theoretisch gesproken gaat het om een constitutionele dialoog of samenwerking tussen staatsmachten, waarbij rechters via formele uitspraken of andere kanalen terugkoppeling geven zonder het laatste woord te claimen. Ook zonder formele dialoogmechanismen, zijn er in de praktijk institutionele intermediairs (zoals beleidsmedewerkers of wetenschappers) die de terugkoppeling vertalen en doorgeven.
Het onderzoek heeft ook handvatten opgeleverd die houvast kunnen bieden bij het vormgeven van een robuust systeem van rechterlijke terugkoppeling, op drie niveaus: op een individueel niveau (expliciete signalering), op organisatieniveau (het systematisch verzamelen en analyseren van signalen), en het niveau van de constitutionele dialoog (waarbij aanknopingspunten worden geboden voor gestructureerde overlegvormen tussen de rechter en de wetgever).
Het promotieonderzoek is gefinancierd door het KNAW Programma Fonds Staatsman Thorbecke.
Het proefschrift wordt uitgegeven door Boom in de Montaigne Reeks.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Promovendus
- Mr. drs. W.W.Y. Yan
- Proefschrift
- Rechterlijke terugkoppeling – Een empirisch-juridische studie naar de interactie tussen rechter en wetgever in het licht van de trias politica in Nederland
- Promotor(es)
- prof. mr. J.H. Gerards
- prof. dr. M.A.P. Bovens