Boek Publicatie: Extraterritoriality and Climate Change Jurisdiction

Cover book extraterritoriality and climate change

Er is een duidelijk verschil in ambitie tussen de verschillende staten met betrekking tot de beperking van gevaarlijke klimaatverandering. Wanneer collectieve actie onvoldoende is, zullen ambitieuzere staten wellicht proberen hun regelgevingsbereik uit te breiden van activiteiten op hun grondgebied naar activiteiten daarbuiten. Een recent voorbeeld is het EU-mechanisme voor de aanpassing aan de koolstofgrens, dat een prijs zet op koolstof die wordt uitgestoten bij de productie van bepaalde energie-intensieve importproducten. Dergelijke maatregelen doen spanningen ontstaan met het beginsel van soevereine gelijkheid en geven aanleiding tot vragen over de jurisdictie van staten in het kader van het internationaal publiekrecht. Natalie Dobson, assistent-professor aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en onderzoeker van het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law (UCWOSL), schreef een boek over dit onderwerp: ''.

 

Over Extraterritoriality and Climate Change Jurisdiction

Dit boek geeft een overzicht van het toepasselijke recht en stelt een aanpak voor die de verschillende overlappende regelingen integreert.

Met de Europese Unie als voornaamste casestudy, onderzoekt dit boek de bevoegdheid van staten - en van de EU - om gedragingen en omstandigheden buiten hun grondgebied te reguleren. Het betoogt dat wanneer de toepassing van een maatregel afhankelijk is van gedragingen of omstandigheden in het buitenland, er sprake is van een 'extraterritoriaal element', dat een jurisdictionele basis vereist. In het geval van klimaatbescherming blijft de constructie van deze jurisdictionele basis echter vrij onduidelijk. In dit boek wordt daarom het toepasselijke recht ontleed en wordt een aanpak voorgesteld die de verschillende overlappende regelingen integreert. Daarbij wordt gekeken naar het recht van de Wereldhandelsorganisatie, het recht van de zee, het internationale burgerluchtvaartrecht en vooral het internationale gewoonterecht inzake de jurisdictie van staten. Tezamen vormen deze regels de parameters van de zogenaamde ‘climate change jurisdiction’.

illustratie van de aardbol

Hoewel staten wellicht een rechtsgrondslag kunnen aantonen, mag de analyse hier niet ophouden. Van even groot belang is de vraag hoe staten hun maatregelen moeten ontwerpen om andere staten voldoende te respecteren. Dit boek stelt een 'considerate design'-benadering voor, om beleidsmakers te helpen bij het opstellen van 'weloverwogen' klimaatbeschermingsmaatregelen. Ten eerste houdt dit de negatieve voorwaarde in dat een maatregel zoveel mogelijk ruimte laat voor territoriale staten om activiteiten anders, of zelfs helemaal niet, te reguleren. Ten tweede moeten maatregelen op een billijke manier worden vormgegeven, in overeenstemming met het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en respectieve capaciteiten. Dit zijn essentiële voorwaarden om de druk die uitgaat van 'extraterritoriale' maatregelen te compenseren en dichter bij de verwezenlijking van zowel formele als materiële gelijkheid te komen.