Schrijftips
Deze tips helpen je bij het schrijven van heldere en beknopte teksten.
Bedenk eerst wat je wilt zeggen, formuleer een kernboodschap
Beantwoord deze vragen voordat je gaat schrijven:
- Wat wil ik zeggen?
- Wat wil ik bereiken?
- Wie is mijn doelgroep?
- Wat is mijn kernboodschap of belofte?
- Welke respons wil ik?
- Wie is de afzender?
Schrijf actief, vermijd lijdende vormen en naamwoordstijl
Actief schrijven maakt je tekst levendig. Vermijd passieve constructies (lijdende vormen), zoals ‘er wordt’ en zelfstandige naamwoorden die van werkwoorden zijn afgeleid zoals ‘het gebruik’, ‘de verbetering’, de sollicitatie’.
Passief: ‘Er werd besloten het vernieuwen van de website uit te besteden aan bureau A.’
Actief: ‘Er komt een vernieuwde website. Bureau A krijgt de opdracht.’
Tips en voorbeelden:
- Taaladvies.net:
- Onze Taal:
- Taaladvies.net:
Gebruik gewone woorden, vermijd ouderwetse en formele woorden en jargon
Onnodig ingewikkelde woorden en de overeenkomstige gewone woorden vind je in .
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
In een tangconstructie staan woorden en zinsdelen die bij elkaar horen ver uit elkaar.
Een voorbeeld:
- Tangconstructie: De faculteit kan voor een docent die voor langere tijd met verlof gaat, een vervanger benoemen.
- Alternatief: Soms gaat een docent langere tijd met verlof. De faculteit kan dan een vervanger benoemen.
Of: De faculteit kan een vervanger benoemen voor een docent die lang met verlof gaat.
Op de website van Onze Taal vind je uitleg over .
Houd de lezer wakker, gebruik signaalwoorden
Signaalwoorden zijn woorden zoals ‘want’, ‘dus’ of ‘tot slot’. Ze geven een signaal aan lezers, zodat ze weten dat er iets volgt waar ze op moeten letten. Raadpleeg deze bronnen:
Laat zien wat je vertelt of belooft
Maak gebruik van foto’s, illustraties, iconen en/of video’s om je tekst aantrekkelijker te maken. Kies beelden die aansluiten op je boodschap en zorg voor de juiste tags in verband met .
Kies de juiste middelen, media en kanalen
Kies je middelen, media en kanalen afhankelijk van je doel en doelgroep. Het ene middel, medium of kanaal kan het andere ondersteunen, zoals in de combinatie van een artikel en een video die de tekst samenvat of er juist verdieping aan geeft.
Werk je kernboodschap uit
Een beknopte checklijst:
- Dekt de kop de lading van de tekst?
- Staat het belangrijkste bovenaan? (onmisbare zaken eerst, verdieping later)
- Schrijf ik concreet, specifiek en uitdagend?
- Geef ik voorbeelden die de tekst doen leven?
- Kan ik onnodige hulpwerkwoorden schrappen? (zullen, kunnen, willen, gaan)
- Kan het korter? Zijn alle details nodig?
- Is mijn tekst conform de huisstijl- en de schrijfrichtlijnen?
- Is de structuur duidelijk? (kop, inleiding, alinea’s, paragrafen)
- Vertel ik duidelijk wat ik van de lezer verwacht? (reageren, delen,…)
- Ziet mijn tekst er verzorgd uit?
Check, check, check
Tekst af? Laat hem even liggen en loop daarna zowel de inhoud als de structuur nog een keer door. Zorg altijd voor een meelezer, ook als je een ervaren schrijver bent.
Begrijpelijk voor iedereen? Schrijf op B1-niveau
De Raad van Europa onderscheidt zes niveaus waarop mensen vreemde talen beheersen. Het B1-niveau is bij vreemde talen een redelijk gevorderd niveau. Als je weet dat je schrijft voor een groep lezers met verschillende niveaus van taalbeheersing, kies dan voor het B1-niveau. .