Tijdelijke opschorting van de verplichting tot sanering

Het GDL hanteert een saneringsbeleid voor muizen afkomstig van externe bron waarbij sprake is van een onvoldoende gedefinieerde microbiële status van betreffende dieren naast de gespecificeerde gezondheidsstatus van muizen zoals gedefinieerd in FELASA richtlijnen.

Vanwege de kosten en tijd gemoeid met saneren is het GDL bereid om in beperkte mate en onder voorwaarden, de saneringsverplichting voor muizen tijdelijk op te schorten. Het GDL geeft op deze manier onderzoekers de mogelijkheid om in een pilot-benadering na te gaan of een muizenstam geschikt is voor het uit te voeren onderzoek.

Dit beleid van tijdelijke opschorting zal op jaarbasis worden geëvalueerd. Indien de bedrijfsrisico’s te groot worden voor het GDL (met al haar verschillende gebruikers) – en met name op het gebied van microbiële veiligheid - dan behoudt het GDL zich het recht voor om te stoppen met het bieden van deze mogelijkheid.

Het uitvoeren van een pilotexperiment "zonder saneren" moet door de onderzoeker aangevraagd worden bij de importcoördinator van het GDL. Deze bespreekt het verzoek en het is uiteindelijk de directeur die beslist of en onder welke voorwaarden een dergelijk pilotexperiment mag worden uitgevoerd binnen het GDL. Ook dergelijke pilotexperimenten zullen alleen onder voorwaarde van een DEC aanvraag én goedkeuring van de vergunninghouder mogen worden uitgevoerd.

Er is sprake van een beperkte hoeveelheid beschikbare ruimte. Het kan zijn dat niet iedere aanvraag direct kan worden gehonoreerd.

Aanvullende voorwaarden

Het experiment

Per stam mag éénmalig een experiment worden uitgevoerd. Fokken om het gewenste aantal dieren te krijgen voor het pilotexperiment is toegestaan (voortraject van een fok echter bij voorkeur bij de leverancier).

De aard van het éénmalige experiment moet een duidelijk pilot-karakter hebben. Het vervolgtraject met het bijbehorende saneringstraject moet op hoofdlijnen door de onderzoeker worden aangegeven bij het verzoek voor het pilotexperiment.

De duur van het experiment wordt in overleg met het GDL vastgesteld en zal afhankelijk van de noodzaak tot een voortraject fok, een maximumduur kennen van 12 maanden.

Kernfok is niet toegestaan.

Toelating dieren

De gezondheidsstatus van de te importeren muizenstam moet door het GDL van tevoren zijn beoordeeld. Daartoe levert de onderzoeker een volledig ingevulde vragenlijst (Import: Vragenlijst Herkomstbedrijf/Questionnaire Institute of Origin) in met een recente complete (volgens FELASA) gezondheidsstatus max. 4 maanden oud (zie Muis: pathogene micro-organismen) en een historisch overzicht over minimaal de laatste 18 maanden. Op basis hiervan besluit het GDL of de dieren toegelaten kunnen worden.

Bij ontbreken van bovengenoemde informatie (of bij twijfelachtige of onvoldoende informatie), kunnen dieren niet of alleen op basis van aanvullende voorwaarden toegelaten worden. In dat laatste geval kan dat tot gevolg hebben dat er een traject gestart moet worden, waarbij de dieren gedurende acht weken verplicht worden gehuisvest in isolatoren. De gezondheidsstatus wordt dan vastgesteld d.m.v. bijgeplaatste sentineldieren. Dit traject is kostbaar en dient vermeden te worden.

Dieren worden standaard preventief behandeld tegen wormen tenzij uit de aangeleverde statuslijst zonder enige twijfel blijkt dat de dieren vrij zijn van wormen.

Huisvesting en handelingen

De dieren worden standaard onder IVC condities gehuisvest op D-I niveau in de Infectie-unit.

Alle handelingen worden uitgevoerd in een dedicated biohazardkast. Zogenaamde "open" handelingen zijn niet toegestaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat het werken met de Imager niet is toegestaan.

Routine handelingen – ook de biotechnische – en fok worden uitgevoerd door GDL-medewerkers, dit op geleide van de wensen van de onderzoeker.

De niet-routine handelingen kunnen door de onderzoeker worden gedaan onder voorwaarde van bekwaamheid in veilig/schoon werken.