Interview Tessa Diphoorn
Universitair hoofddocent bij Culturele Antropologie
Waar gaat je onderzoek over?
Mijn onderzoek gaat over veiligheid, geweld en macht. En dat bekijk ik op verschillende manieren op verschillende plekken. Zo heb ik onderzoek gedaan naar particuliere beveiliging in Zuid-Afrika. Maar ik heb ook onderzoek gedaan naar regulering van politiegeweld in Kenia en ik ga nu starten met een onderzoek naar vuurwapens in Brazilië, Duitsland en Zuid-Afrika. Verschillende onderzoeken, maar het overkoepelende vraagstuk is: wat betekent alledaagse veiligheid voor mensen? Hoe gaan we om met onveilige situaties en wie of wat vragen we om hulp als we ons onveilig voelen? Hoe krijgen bepaalde autoriteiten zoals de staat, maar ook particuliere beveiligingsbedrijven, die autoriteit en wat voor impact heeft dat op onze samenleving?
Hoe lang werk je al bij FSW?
Ik ben hier in 2007 begonnen aan mijn promotieonderzoek. Daarna heb ik tijdelijk op meerdere plekken gewerkt, zoals Sabanci Universiteit in Istanbul, de Universiteit van Amsterdam (UvA) en Universiteit van Leiden. In 2016 kwam ik weer in Utrecht om als universitair docent (UD) aan de slag te gaan.
Wat is fijn aan werken bij FSW/UU? Waarom werk je juist hier?
Wat ik heel fijn vind aan de afdeling Culturele Antropologie hier in Utrecht is dat we een hele duidelijke focus hebben op politieke antropologie. Dus qua thema past mijn onderzoek hier heel goed. Verder ben ik erg blij met de focus van de universiteit op interdisciplinariteit. Daarin is Utrecht echt wel een voorloper. In verschillende projecten werk ik samen met collega’s buiten mijn eigen discipline. Bijvoorbeeld via het strategisch thema IOS en de Contesting Governance Platform. Ik waardeer het dat de universiteit allerlei mogelijkheden biedt om met mensen buiten je eigen vakgebied te werken.
En dat zie ik ook terug in het onderwijs. Ik ben ook oprichter en coördinator van de interfacultaire minor . De mogelijkheid om zoiets op te zetten wordt goed ondersteund. Voor mij maakt dat Utrecht uniek.
Hoe draagt de faculteit bij aan jouw onderzoek?
Eigenlijk zijn veel van mijn samenwerkingen voor mijn onderzoek buiten de faculteit en maak ik vooral gebruik van de ondersteuning voor mijn onderwijs. En voor onderwijs is binnen onze faculteit veel aandacht. Dat zal bij andere faculteiten vast ook zo zijn, maar ik heb wel het gevoel dat onze faculteit daar de nadruk op legt. Dat merk je bijvoorbeeld doordat duidelijk gestimuleerd wordt om je onderzoek in je onderwijs in te zetten, waardoor ons onderwijs echt onderzoeksgedreven is. En ik word aangemoedigd om mijn onderwijs creatief vorm te geven. Wat daarbij helpt is dat de opleiding onderwijswetenschappen een van de opleidingen van onze faculteit is. Er is dus veel kennis over onderwijs en dat maakt deze faculteit extra interessant.
Een kleine kanttekening is wel dat binnen de faculteit veel nadruk ligt op kwantitatieve onderzoeksmethoden en veel minder op kwalitatieve methoden die we bij antropologie veel gebruiken. Dat geldt zowel voor de ondersteuning van onderzoek als voor het onderwijs. Bij antropologie laten we studenten bewust kennis maken met beide onderzoeksmethoden. Bij de andere opleidingen zou er wat mij betreft wel meer aandacht mogen zijn voor de kwalitatieve onderzoeksmethoden.
Wat maakt volgens jou de UU uniek?
Wat onze afdeling antropologie hier in Utrecht uniek maakt is vooral zichtbaar in het onderwijs. Onze bachelorstudenten kunnen in hun laatste jaar voor een langere tijd veldwerk doen. In ons onderwijs ligt de nadruk heel duidelijk op het belang van onderzoek doen en onderzoeksvaardigheden.