Interview Elma Blom

Portret Elma Blom
Elma Blom

Waar gaat je onderzoek over?

Mijn onderzoek gaat over de taalontwikkeling van kinderen. Taal heb je nodig om te communiceren met anderen, om relaties op te bouwen en vriendschappen te sluiten, om te leren en om te werken. Kortom, taal heb je nodig om je weg in het leven te vinden. 

Ik doe veel onderzoek naar kinderen voor wie taal een obstakel vormt, zoals kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. Een vraag waar ik me mee bezig houd, is: hoe herken je een taalontwikkelingsstoornis? Dit is van belang omdat taalproblemen nog wel eens verward worden met ontwikkelingsachterstanden of gedragsproblemen. Een goede diagnose is essentieel voor juiste behandeling en ondersteuning van kinderen voor wie taal een probleem vormt. 

Daarnaast ben ik gefascineerd door meertaligheid bij kinderen en het gemak waarmee zij meerdere talen kunnen leren. Graag zou ik zien dat er in onze maatschappij meer begrip en waardering is voor meertaligheid en minder zorgen over meertaligheid. In mijn onderzoek zet ik in op allerlei aannames die aan de basis liggen van deze zorgen. Er wordt bijvoorbeeld vaak gedacht dat het mixen van talen – wat heel normaal is in meertalige gezinnen – de ontwikkeling van kinderen verstoort of een teken is van beperkte taalvaardigheid. De eerste resultaten van ons onderzoek suggereren dat dit helemaal niet het geval is. 

Een ander voorbeeld: op veel scholen wordt nogal krampachtig vastgehouden ‘enkel Nederlands’, terwijl er geen bewijs is dat zo’n strikt eentalig taalbeleid beter is dan een flexibele aanpak. Waarom geen gebruik maken van de talenrijkdom in de klas? Ik vind dat een gemiste kans. Samen met mijn collega’s doe ik daarom onderzoek naar hoe je de verschillende thuistalen van meertalige kinderen in kan zetten bij het leren op school, maar ook elders zoals in wetenschapsmusea of thuis.

Wat is fijn aan werken bij FSW/UU? Waarom werk je juist hier?

Dertien jaar geleden kwam ik terug uit Canada en ben ik in Nederland op zoek gegaan naar een plek waar ik mijn specifieke interesse in taal kon combineren met een brede sociaal-maatschappelijke visie op de ontwikkeling van kinderen. Deze plek vond ik bij FSW/UU, bij de afdeling Pedagogiek in Diverse Samenlevingen.  
 
Het bijzondere van de pedagogiek is dat het een handelingswetenschap is waarin het handelen van opvoeders en leerkrachten centraal staat. Als het gaat om taalontwikkeling en meertaligheid is er een wereld te winnen. Ik denk dan aan bewustwording over het belang van taalontwikkeling, de rol die de omgeving van een kind speelt in het stimuleren van taal, en het loslaten van het ‘achterstandsdenken’ als het gaat om meertalige kinderen.

Wat maakt de UU uniek?

Bij de Utrechts faculteit Sociale Wetenschappen is er veel ruimte voor interdisciplinaire samenwerking en aandacht voor Open Science. Dat past heel goed bij mij en mijn onderzoek. Naast mijn lopende onderzoek naar meertaligheid in gezinnen en , ben ik verbonden aan het interdisciplinaire focusgebied Migration and Societal Change en de Dynamics of Youth (DoY) community Early Childhood. 

Met steun van DoY heb ik samen met biologen, psychologen en taalwetenschappers onderzoek kunnen doen naar de neurobiologie van taalontwikkelingsstoornissen. Met neonatologen en taalwetenschappers doe ik onderzoek naar de taalontwikkeling van kinderen die extreem vroeg zijn geboren. Met logopedisten en taalwetenschappers werk ik aan een die de diagnostiek bij meertalige kinderen kan verbeteren. En op dit moment loopt er een project waarin we met collega’s bij verloskunde en sociaal designers onderzoeken hoe de communicatie tussen de zwangere moeder en het nog ongeboren kind kan versterken. Al deze samenwerkingen zijn enorm inspirerend. Ze zorgen voor nieuwe inzichten én voor de toepassing van hiervan in opvoeding, zorg en onderwijs.