Interview Belle Derks
Waar gaat je onderzoek over?
Ik onderzoek hoe mensen in organisaties het best hun potentieel kunnen benutten. Daarbij kijk ik specifiek naar effecten van vooroordelen, stereotypen en discriminatie bijvoorbeeld bij vrouwen, minderheden of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ik kijk daar met een sociaal psychologisch perspectief naar, dus naar de interactie tussen mensen en hun werkomgeving. Wat doet het met mensen als ze negatief gestereotypeerd worden en hoe gaan ze daarmee om? Hoe zitten ongelijke kansen subtiel ingebakken in de organisatiecultuur? En wat kunnen we daaraan doen?
Een ander aandachtsgebied van mijn onderzoek is de invloed van gendernormen op de tijd die mannen en vrouwen aan hun werk en hun familie besteden. Want ook daar spelen allerlei stereotypen een rol als het gaat om gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Denk aan de impliciete communicatie binnen organisaties die mannen vertelt dat zij geacht worden werk boven hun gezinsleven te verkiezen terwijl vrouwen als minder ambitieus worden ingeschat zodra ze kinderen krijgen.
En tenslotte ben ik geïnteresseerd in de werkcultuur binnen de academische wereld. Dus hoe wordt diversiteit in talenten binnen de wetenschap beperkt door de nadruk die we leggen op competitie en excellentie? Kunnen we die cultuur zo aanpassen dat een diversere groep mensen zich thuisvoelt op de universiteit?
Hoe lang werk je al bij FSW?
In februari 2025 alweer 10 jaar.
Wat is fijn aan werken bij FSW/UU? Waarom werk je juist hier?
Wat ik bijzonder vind aan onze faculteit en aan onze universiteit is dat het hier heel gebruikelijk is om niet in je eigen discipline te blijven zitten. Zo werk ik bijvoorbeeld met sociologen die op een ander niveau naar vraagstukken kijken. En dat levert mij vaak hele nieuwe en andere inzichten op. Dat doen we bijvoorbeeld in promotieprojecten. Dan werken we met meerdere afdelingen samen om onderzoek vorm te geven. Dat deze manier van werken zo normaal is, vind ik echt heel bijzonder.
Een ander voordeel is dat wij in Utrecht echt vanuit maatschappelijke vraagstukken denken. Dat zie je bijvoorbeeld terug in hoe de posities van hoogleraren inhoudelijk zijn vormgegeven. Die zijn steeds vaker gericht op samenwerking met maatschappelijke partners en een focus op grote maatschappelijke thema’s. Zelf heb ik ook samenwerking gevonden met organisaties buiten de universiteit. Daar worden we goed in gefaciliteerd. En doordat onze faculteit daar al vrij ver in is, hoef ik niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden.
Tenslotte zijn we in Utrecht vergeleken met andere universiteiten heel ver in het erkennen en waarderen van verschillende taken en de verschillende talenten van wetenschappelijk personeel. Voor mij betekent dat dat ik kan besluiten om tijd vrij te maken om te ontwikkelen tot een betere leidinggevende, ook als dat betekent dat ik andere dingen even minder kan doen. Ik denk dat dit uniek is voor Utrecht. Het gaat er hier dus niet alleen om hoe hoog de impact is van het onderzoek dat je doet, maar ook om wat je bijdraagt aan een betere werkomgeving voor je collega’s.
Hoe draagt de faculteit bij aan jouw onderzoek?
Het samenwerken met andere disciplines wordt echt gestimuleerd door de faculteit en universiteit. Bijvoorbeeld door startersbeurzen beschikbaar te stellen voor projecten waarin het samenwerken van verschillende afdelingen, departementen en andere faculteiten centraal staat. Dus dat is niet alleen iets wat op papier staat of gezegd wordt. Met dit soort beurzen zorg je dat het ook daadwerkelijk in de praktijk wordt gebracht.
Waar je dat ook in terugziet is in het onderwijs. Zo zijn er bij de psychologie bachelor in de afgelopen jaren vakken ontwikkeld waar afdelingen binnen de psychologie thematisch samenwerken en hun expertise aan elkaar koppelen in plaats van dat die vakken apart worden gegeven. Studenten psychologie leren zo niet alleen het verschil tussen klinische, ontwikkelings- en sociale psychologie, maar zien ook dat juist het samenbrengen van die inzichten leiden tot een beter begrip van maatschappelijke thema’s. Dat is heel anders dan wat ik leerde als student psychologie.
Wat maakt de UU uniek?
De universiteit heeft vier strategische thema’s en ik ben betrokken bij het thema Instituties voor Open Samenlevingen. Mede dankzij deze structuur ben ik sterker ingebed geraakt in de gehele universiteit. Ik heb een veel duidelijker beeld gekregen van wat andere wetenschappers doen over de volle breedte van de universiteit, hoe zij maatschappelijke problemen analyseren en hoe we daar samen in kunnen optrekken. Zo werk ik in een project over gendersegregatie in de medische wetenschap samen met collega’s van geschiedenis. Zo’n samenwerking komt tot stand doordat we elkaar kennen via de universiteit brede strategische thema’s.