“Pathologisch onderzoek op dieren voelt als detectivewerk”

Judith van den Brand onderzoekt een dode wolf, op de snijtafel van de afdeling Pathologie van de faculteit Diergeneeskunde
Universitair hoofddocent, veterinair patholoog en directeur van het DWHC Judith van den Brand werkt sinds 2017 bij de faculteit Diergeneeskunde. Foto: Mariëlle van Uitert.

Vandaag liggen er een wolf, alpaca, paard, grijze roodstaart en een makaak op de sectietafel. Voor Judith van den Brand is het de gewoonste zaak van de wereld. Als veterinair patholoog onderzoekt ze bijzondere gehouden- en dierentuindieren die bij het Veterinair Pathologisch Diagnostisch Centrum binnenkomen op de doodsoorzaak. Dat combineert ze met het directeurschap van het . Hier worden jaarlijks zo’n 450 dode wilde dieren onderzocht om ziekten en mogelijke impact op dier- en volksgezondheid in kaart te brengen.

Wat maakt het werk als veterinair patholoog voor jou zo interessant?

“Ik ben altijd al gefascineerd geweest door pathologie. Het voelt als detectivewerk: een puzzel die je moet oplossen. Geen enkel dier is hetzelfde en elke dag is weer anders. De ene keer werk ik met een klein kikkertje en dan met een olifant of een tijger. Veel dieren blijven me bij, maar heel speciaal vond ik het meewerken aan de autopsie op een aangespoelde orka.”

Kun je iets meer vertellen over het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC)?

“We onderzoeken dode wilde dieren in Nederland. Dit doen we om de doodsoorzaak te achterhalen of om inzicht te krijgen in sterfte. Stel: er gaan ineens veel dieren dood. Dan kijken wij welke ziekteverwekker erachter zit en wat de impact is op mensen, dieren en natuur. Hierover adviseren we instanties zoals ministeries en het RIVM. Ons werk heeft een groot maatschappelijk belang, want ziekten kunnen zich van wilde dieren soms ook naar mensen en huisdieren verspreiden. Ook nemen we samples die we bewaren in een biobank, voor toekomstig onderzoek.”

Geen enkel dier is hetzelfde en elke dag is weer anders. De ene keer werk ik met een klein kikkertje en dan met een olifant of een tijger.

We zien je ook wel eens op tv, zo vertelde je onlangs bij Nieuwsuur en Hart van Nederland over de vogelgriep en het Usutuvirus. Hoe vind je dat aspect van je werk?

“Klopt, dat hoort er ook bij. Ik hoef niet per se in de spotlights te staan, maar ik vind het wel heel leuk en belangrijk om mensen meer te vertellen over ons werk. Zodat ze begrijpen waarom het nodig is om ziekten bij wilde dieren vroegtijdig te op te sporen.”

Hoe ervaar je het werken bij de faculteit Diergeneeskunde?

“Als heel prettig. Ik ben blij dat ik de kans kreeg om na mijn promotieonderzoek in 2017 verder te groeien bij de faculteit Diergeneeskunde. Het is natuurlijk een unieke werkplek, met een hecht team en gemotiveerde studenten. We maken hier fantastische dingen mee. En tegelijkertijd loop je hier net als op andere plekken tegen uitdagingen aan. Hoe bewaar ik bijvoorbeeld een goede balans tussen al mijn werkzaamheden, terwijl ik ook een gezin met 2 pubers heb en flink wat reistijd? Gelukkig word ik erg gesteund door mijn leidinggevende en departementsvoorzitter. Zij denken graag mee over hoe ik mijn werk optimaal kan inrichten.”

Welke wensen of ambities heb je voor de toekomst?

“Mijn wens is dat we het DWHC goed draaiend en financieel gezond kunnen houden, zodat we ons werk voor de gezondheid van dier en mens kunnen voortzetten én studenten hiervan kunnen blijven leren.”

Word collega van Judith

Ben jij na het lezen van Judiths verhaal enthousiast geworden over het werken bij de faculteit Diergeneeskunde? Lees meer verhalen en bekijk onze vacatures.