Renovatie Transcomplex

Het Transcomplex bestaat uit 13 aan elkaar geschakelde adressen aan Domplein, Korte Nieuwstraat, Trans en Achter de Dom. Het complex deelt de achtertuinen met het Academiegebouw: het in eigendom hebben van het gehele bouwblok is van belang om gebruik en geluidsoverlast tussen het Academiegebouw en het Transcomplex goed te kunnen beheersen. Het gebouw leent zich voornamelijk voor kantoorfuncties.

Voor de renovatie is een verbeterde toegankelijkheid, duidelijke routing en structuur in het gebouw van belang. Aandachtspunt hierbij is de horizontale verbinding tussen de individuele gebouwdelen met verschillende verdiepingshoogtes. Het verbeteren van de integrale toegankelijkheid moet tevens bijdragen aan efficiënt & functioneel gebruik conform (strategische) organisatiedoelen.

Doel

Het project draagt bij aan het programmadoel ‘Realiseren van efficiënte en duurzame huisvesting’ die de ambities van de universiteit toekomstbestendig ondersteunt. Gestreefd wordt naar een functioneel gebouw met een verlengde levensduur van minimaal 15 jaar. De huidige functionaliteit is leidend voor de gebouwaanpassingen. Aangezien de levensduur met minimaal 15 jaar wordt verlengd zal de technische installatie volledig dienen te worden vernieuwd. In het kader van duurzaamheid is BREEAM-NL In-Use niveau “Excellent” de doelstelling. Het gebouw wordt hiervoor, rekening houdend met het monumentale karakter van het gebouw, optimaal geïsoleerd en wordt de luchthuishouding op niveau gebracht.

Toekomstig gebruik als kantoorfunctie conform strategische organisatie doelen ten aanzien van ruimtegebruik in kantoren. Dat betekent: Persoonsongebonden werkomgeving als vertrekpunt ten behoeve van efficiënt gebruik; het verbeteren van de gebouwstructuur (routing in het complex) vergroot vindbaarheid en deelbaarheid van werkomgeving. Vergroten flexibiliteit in ruimtegebruik en verbeteren van de functionaliteit van het kantoorcomplex, mede in relatie tot ligging in het Transcluster. Concreet betekent dat: Een herkenbare entree, het gebruiken van gebouw specifieke elementen (zoals de Serre) en routing organiseren die bijdragen aan gebouw overstijgend ruimtegebruik. Het moet laagdrempelig zijn om tussen verschillende gebouwen loopstromen te organiseren tussen docenten, medewerkers en bezoekers. Belangrijkste relaties zijn die met het toekomstige Anna Maria van Schumangebouw en het Academiegebouw.