Waarom ‘bouwen, bouwen, bouwen’ slecht is voor ons grondwater

Een man legt een buis in een kuil in de grond

De wooncrisis mag geen grondwatercrisis worden. Als we grond bouwrijp maken op een verkeerde manier, hebben rivieren, beken, meren en ook de landbouw hier last van. Tony Barshini ziet een belangrijke regelgevende taak voor de waterschappen. Hij doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de (juridische) rol en taak van waterschappen binnen een veranderende maatschappij. Hij

Een groot deel van Nederland ligt . Veel bouwgronden zijn daardoor (erg) nat. Daarom moeten projectontwikkelaars deze gronden eerst bouwrijp maken voordat de bouw van de huizen kan beginnen. Die natheid heeft namelijk een negatieve impact op de draagkracht van de grond. Het bouwrijp maken van de bouwgronden gebeurt onder meer door het afvoeren van water. Dat kan tegenwoordig op verschillende manieren. Zo is een veelgebruikte methode de zogenoemde .

Risico's van verticale drainage

Bij de toepassing van verticale drainage worden verschillende afvoerbuizen (drains) in de ondergrond gestopt. Via deze afvoerbuizen stroomt het grondwater naar zogeheten watergangen, zoals beken en meren. Hierdoor verbetert de draagkracht van slappe en samendrukbare grondslagen zoals klei en veen en kan daar dus veiliger op worden gebouwd.

Deze vorm van grond bewerken, heeft wel risico's. Zout water kan omhoog komen en zich vermengen met zoet water. De vraag is hoe de waterschappen de aanleg van verticale drains kunnen reguleren. 

    Tony Barshini is junior universitair docent bij de Universiteit Utrecht. Hij doceert Staats- en bestuursrecht. Daarnaast doet hij wetenschappelijk onderzoek naar de (juridische) rol en taak van waterschappen binnen toekomstige transities, zoals de energietransitie en watertransitie. Op dit onderwerp hoopt hij te promoveren bij het Utrecht Centre for Waters, Oceans and Sustainability Law.