Meer tests zullen burgers en beleidsmakers helpen de crisis op afstand te houden
De maatschappelijke en economische ontwrichting door het Corona virus raakt ons allemaal, en op heel verschillende manieren. Ze heeft gevolgen voor onze gezondheidssituatie, ons sociale leven en ons werk. De crisissituatie leidt ook tot uitzonderlijke financiële maatregelen, zowel in Nederland als in Europa. Wat zien de economen van de Universiteit Utrecht op dit moment gebeuren?
Aflevering 2: Stephanie Rosenkranz, hoogleraar Multidisciplinaire micro-economie, pleit voor steekproefsgewijze tests, zowel nationaal als internationaal, omdat dat beleidsmakers een echt inzicht zal geven in de verspreiding van COVID-19. Het gebruik van wetenschappelijke feiten als basis voor (economisch) beleid plus de zelfcontrole door zelfbewuste en goed geïnformeerde burgers, kunnen krachtig en effectief zijn voor de bestrijding van de pandemie en de recessie die waarschijnlijk zal volgen, beperken.
'Zowel wetenschappers als beleidsmakers hebben moeite grip te krijgen op de ergste gezondheidscrisis van onze tijd. Het lijkt er echter op dat de meesten van hen het er nu eindelijk over eens zijn dat vooral beleid gericht op het onderdrukken wat in de epidemiologie de ‘besmettingsfactor’ wordt genoemd, zin heeft', zegt Stephanie Rosenkranz.
‘In de meeste landen van Europa is het voor de hele bevolking verplicht om afstand te houden, zijn scholen en universiteiten gesloten en massale bijeenkomsten gecancelled. Al deze maatregelen zijn bedoeld om de curve af te vlakken, het aantal patiënten in kritische toestand te verminderen – en daarmee de overmatige vraag naar gezondheidszorg. Deze maatregelen zullen levens redden.
Tegelijkertijd heeft het afremmen van de piek in infecties enorme gevolgen voor de economie. Hoe lang deze maatregelen gecontinueerd moeten worden om de epidemiecurve af te vlakken is onduidelijk. Maar het is duidelijk dat hoe langer deze maatregelen van kracht zijn, hoe langer het duurt dat de economie niet op volle toeren draait en hoe groter de omvang van de recessie zal zijn die waarschijnlijk volgt.
We hebben de neiging om overmoedig te zijn en lijden aan 'hindsight bias'; we geven de voorkeur aan informatie die onze bestaande overtuigingen bevestigt. Als de huidige situatie ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat dit voor iedereen geldt.
We zijn slecht in het bijstellen van onze overtuigingen en het verwerken van nieuwe informatie
Het voorspellen van de economische gevolgen van de maatregelen is uiterst moeilijk. Niet alleen omdat er weinig precedenten zijn voor de huidige omstandigheden, maar vooral omdat de economie een complex systeem is en als zodanig inherent moeilijk te voorspellen. De economie is een netwerk waarin iedereen met elkaar verbonden is. Zowel rationele als irrationele beslissingen kunnen leiden tot kettingreacties en neerwaartse spiralen. In de huidige situatie is de mate van onzekerheid onder alle aandeelhouders, bedrijven, werknemers en consumenten, maar ook banken, investeerders en beleidsmakers, nog verder toegenomen.
Uit een groot aantal onderzoeken in de gedragseconomie weten we dat mensen gemiddeld genomen niet erg goed zijn in het nemen van besluiten wanneer er grote onzekerheid en ambiguïteit heerst. Ze proberen die ze meestal te vermijden als dat mogelijk is. We zijn slecht in het bijstellen van onze overtuigingen en in het verwerken van nieuwe informatie. We hebben de neiging om overmoedig te zijn en lijden aan hindsight bias; we geven de voorkeur aan informatie die onze bestaande overtuigingen bevestigt. Als de huidige situatie ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat dit voor iedereen geldt, ook voor beleidsmakers, waarvan sommigen nog steeds beweren dat ze deze macro-economische uitdaging op nationaal niveau aankunnen.
Steekproefsgewijze tests kunnen een idee geven van de werkelijke besmettingsfactor
Tot nu toe worden in de meeste landen mensen getest wanneer ze in een instelling in de gezondheidszorg werken waar iemand met het virus behandeld is, of wanneer ze zelf een ‘verdacht geval’ zijn. Sommige landen testen ook nabije contacten van de ‘gevallen’, dus bijvoorbeeld mensen in hetzelfde huishouden, in het ziekenhuis of op school. Op basis van deze tests kan een schatting gemaakt worden van het aantal mensen dat besmet is – op voorwaarde dat ze contact hebben gehad met een persoon die het virus heeft, of: op voorwaarde dat ze werken in een mogelijk besmette omgeving. Dit levert uiteraard geen goede voorspelling op voor de kans dat een willekeurig persoon besmet raakt.
Het steekproefsgewijs testen van een grotere groep mensen, ongeacht of ze symptomen hebben of niet, zou eerder een goed inzicht kunnen geven in de basissnelheid van de infectie in een bepaald stadium van de epidemie. Dit zou dan bij voorkeur herhaaldelijk binnen één land moeten gebeuren, maar ook in de verschillende landen waar de uitbraak op steeds verschillende momenten begonnen is. Het verzamelen van deze gegevens geeft dan een eerste beeld van de werkelijke besmettingsfactor.
Het registreren van gegevens over de sociaaleconomische achtergrond van elke geteste persoon, evenals demografische kenmerken en de woonplaats op het niveau van het huishouden, zullen het mogelijk maken te begrijpen wie een grotere kans heeft om een asymptomatische drager te zijn, en wie de meest kwetsbare groepen in de samenleving zijn. Maatregelen op het gebied van sociale afstand en toezicht zouden dan gericht kunnen zijn op een betere bescherming van de kwetsbare groepen, terwijl anderen weer aan het werk zouden kunnen gaan.
Voor een krachtige vorm van gedragscontrole in sociale gemeenschappen zijn wettelijke afspraken en formele sancties niet nodig
Zelfcontrole door zelfbewuste en goed geïnformeerde burgers kan krachtig en effectief zijn
Toezicht is in twee opzichten cruciaal. Het is van groot belang om te zien of het voorgestelde beleid effectief is. Het is duidelijk dat in normale tijden, althans in de westerse wereld, het zeer controversieel zou zij als de overheid de contacten van haar burgers zeer nauw in de gaten houdt en degenen die de regels van social distancing overtreden bestraft. Maar nu een wereldwijde gezondheids- en economische crisis dreigt, lijkt dergelijk beleid voor velen volkomen toelaatbaar. In feite maken moderne technologie en alomtegenwoordige camera’s het mogelijk om iedereen voortdurend in de gaten te houden. China heeft al bepaalde mobiele apps geïntroduceerd die gebruik maken van biometrische informatie om burgers te waarschuwen voor hun nabijheid tot besmette patiënten. Een dergelijke vorm van toezicht moet we kritisch blijven volgen, want - zoals onlangs in de New York Times aangaf - er zijn veel redenen om aan te nemen dat dit de autonomie van de burgers blijvend kan gaan beperken.
Zelfcontrole door zelfbewuste en goed geïnformeerde burgers kan echter net zo krachtig en effectief zijn. Daarvoor zijn wetenschappelijke feiten nodig, maar ook vertrouwen in de wetenschap en de overheid. De overheid kan een stap in de goede richting zetten als ze de wetenschappelijke feiten helpt verzamelen en teams van wetenschappers uit verschillende disciplines in staat stelt hun expertise te gebruiken om de gegevens uit verschillende landen te analyseren. Het steekproefsgewijs testen van een voldoende mensen kan zo'n stap betekenen en zal onderzoekers uit verschillende disciplines in staat stellen om met vertrouwen te analyseren en conclusies te trekken.
In de tussentijd is het gebruik en vertrouwen van alle beschikbare expertise net zo belangrijk. De meest suggereren dat als iedereen ‘doe-het-zelf’ mondkapjes zou dragen, de curve aanzienlijk zou afvlakken, zelfs zonder een lock down. Als beleidsmakers dergelijke feiten omarmen, zoals bijvoorbeeld in Tsjechië (zie de #masks4all-beweging) en bepaalde gedraging als sociale norm stimuleren, zouden sociale mechanismen mensen motiveren om te doen wat als 'goed' gezien wordt beschouwd en te vermijden wat 'fout' is. Voor deze krachtige vorm van gedragscontrole in sociale gemeenschappen zijn wettelijke afspraken en formele sancties niet nodig.
Beleidsmakers moeten verkiezingen en nationaal denken aan de kant schuiven
Het onlangs gestarte steekproefonderzoek van de bloedbank Sanquin of de Infectie Radar van het RIVM in Nederland zijn stappen in de goede richting. Maar voor het temmen van een pandemie is een wereldwijde aanpak essentieel. Beleidsmakers moeten gedachten aan verkiezingen en nationaal denken aan de kant schuiven en verstandig gebruikmaken van de wetenschappelijke feiten. Op korte termijn is beleid nodig dat de onzekerheid vermindert en het vertrouwen vergroot.
De aangekondigde financiële steun voor bedrijven, belastingvoordelen en mogelijk een tijdelijk universeel inkomen voor huishoudens kunnen een neerwaartse spiraal voorkomen. Dit beleid kan echter alleen slagen als beleidsmakers de harde feiten aan hun burgers communiceren en hen in staat stellen goede beslissingen te nemen. Iedereen moet zo verstandig mogelijk handelen om een dreigende economische ineenstorting een halt toe te roepen.'