Babesia/Ehrlichia
De diagnostische plaats van de Babesia-complex en Ehrlichia-complex PCR's.
Het grote probleem bij de diagnostiek van deze infecties is de vraag of het een recente acute infectie betreft of dat het gaat om een klinische opflikkering van een al langer aanwezige –persisterende, dus chronische, infectie.
Chronische infecties
Voor mogelijke subacute en/of opflikkerende chronische infecties, dus bij zieke dieren zonder een bekende recente tekenbeet of blootstelling, is de antistofbepaling zeer betrouwbaar: seronegatief sluit met grote zekerheid uit. Een hoge titer maakt de diagnose bij uitsluiting van andere infecties zeer waarschijnlijk.
Acute infecties
Bij mogelijke acute of subacute infecties, dus bij zieke dieren met een bekende recente tekenbeet, is het bloeduitstrijkje de eerste diagnostische test. Is dit negatief dan kan de PCR uitkomst bieden; deze test vult het gat tussen de acute parasitaemische/ bacteraemische fase die veelal kort duurt en het moment waarop de antistofproductie opgang komt –seroconversie- die soms enkele weken op zich laat wachten.
PCR versus serologie
Een belangrijk voordeel van de PCR ten opzichte van de serologie is dat de PCR in principe alle Babesia’s en Ehrlichia-achtigen (inclusief Anaplasma’s) opspoort; de serologie daarentegen vertoont geen of maar gedeeltelijke kruisreactiviteit binnen een familie.
In het geval van een positieve uitkomst van een PCR kan in overleg gekeken worden of een nadere typering wenselijk en mogelijk is.
Honden zonder buitenlandanamnese
Bij honden in Nederland is er momenteel alleen een bekend risico op B. canis, bij honden met een buitenlandanamnese kunnen ook andere soorten voorkomen. Voor de Ehrlichia-achtigen geldt dat bijvoorbeeld Anaplasma phagocytophilum in de autochtone Ixodes-teken-populatie voorkomt en dat er aanwijzingen zijn dat die bij dieren klinische ziekte kan veroorzaken. Omdat de vector van E. canis -Rhipicephalus sanguineus- zich focaal binnenshuis kan handhaven in Nederland, moet ook met de mogelijkheid van autochtone Ehrlichiose worden gerekend. Dus zowel babesiose als ehrlichiose/anaplasmose zijn mogelijk bij honden zonder buitenlandanamnese.
EDTA-bloedmonster
NB Een zogenoemd EDTA-bloedmonster voldoet zowel voor een serologische bepaling, als voor een uitstrijkje en een PCR, dus ‘EDTA-bloed is altijd goed’.