Interview met prof. dr. Margriet Schneider
Prof. dr. Margriet Schneider is divisievoorzitter divisie Interne Geneeskunde & Dermatologie en opleider Interne Geneeskunde.
Waarom bent u betrokken bij het focusgebied?
Enkele jaren voordat het focusgebied begon, ontmoette ik Paul Boselie (Hoogleraar Human Resource Management, USBO) bij het afscheid van Rien Meijerink (voormalig Voorzitter Raad van Toezicht UU). Bij dat afscheid waren wij allebei gevraagd een korte voordracht te houden over leiderschap en professionals binnen de universiteit. Zodoende raakten wij met elkaar aan de praat. Deze ontmoeting bleek een inspiratiebron te zijn om verder met beide organisaties – het UMC Utrecht en het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap – onderzoek te gaan doen. Wij hadden het idee dat we met dezelfde thematiek geconfronteerd werden en elkaar konden aanvullen door elkaars kennis en kunde te gebruiken. Later werd duidelijk dat eigenlijk alle professionals – van artsen tot rechters – geconfronteerd worden met een veranderende professionele rol en om dit verschijnsel op grote schaal te kunnen onderzoeken en om van elkaar te leren, werd het focusgebied ‘professional performance’ in het leven geroepen. Nu kunnen we vorm en inhoud geven aan dit vraagstuk middels het doen van interdisciplinair onderzoek.
Waar komt de interesse voor uw vakgebied vandaan en in welke mate is er een relatie tussen uw vakgebied en het focusgebied?
Momenteel ben ik divisievoorzitter van de divisie Interne Geneeskunde & Dermatologie en opleider van internisten. Dat is een mooie combinatie, omdat ik daarbij in direct contact sta met beide werelden: die van de professional en die van de leidinggevende. Hoe die werelden op een goede manier met elkaar worden verbonden, vind ik één van de meest interessante vragen. Van een arts wordt niet meer verwacht dat hij alleen een juiste diagnose stelt en een prachtige behandeling uitvoert, maar hij moet zich ook verhouden tot de complexe organisatie die het ziekenhuis inmiddels is. Daarnaast wordt hij geconfronteerd met allerlei externe actoren, zoals patiënten, zorgverzekeraars en controleurs. Deze context behoort nu tot het dagelijkse werk van de arts en daarmee is deze context sterk veranderd in vergelijking met die van enkele decennia geleden. Desondanks worden specialisten nog steeds op dezelfde wijze opgeleid, wat leidt tot een discrepantie tussen de theorie en de praktijk. Dat dit voor problemen zorgt, blijkt uit de grote hoeveelheid jonge specialisten die merken dat ze een goede vakman zijn, maar nog weinig voorbereid zijn op de werkelijkheid van hun dagelijks leven als specialist.
In mijn rol als opleider ben ik betrokken bij het moderniseren van medische vervolgopleidingen, zodat specialisten niet alleen kennis hebben van hun vakgebied maar ook van maatschappelijk relevante thema’s als bijvoorbeeld medisch leiderschap en kwaliteit en veiligheid. Deze ontwikkeling vindt plaats onder de naam Can Better van KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst), waarbij de vraag centraal staat hoe je artsen in opleiding bekwaamt in algemene competenties, zoals ‘samenwerking’ of ‘maatschappelijk handelen’?
Als projectleider van het thema medisch leiderschap proberen wij aan aios en opleiders instrumenten aan te bieden om competenties te verwerven op gebied van klinisch leiderschap. We onderscheiden verschillende levels voor artsen in opleiding binnen het klinische leiderschap in hun directe werkomgeving. Het eerste level omvat cursussen en vaardigheidstrainingen en oefenmomenten als het voorzitten van diverse besprekingen. Het tweede level is aktiever en hebben we Verwonder & Verbeter genoemd. Artsen in opleiding verwonderen zich en prioriteren die verbeterpunten die zij de komende maanden eigenstandig zullen veranderen. Voor diegene die ook graag leidinggeven aan anderen en innovaties willen initieren zijn er mogelijkheden om grote projecten te volgen om meer leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen als arts en om in een landelijke toptalentenklas te komen. Hier beogen we hen extra’s mee te geven om hun persoonlijke leiderschapskwaliteiten en ambities te ondersteunen door vaardigheden, inzicht en discussies met elkaar en leiders in de zorg te organiseren. De professionals die onze toekomstige leiders in de zorg zullen worden kunnen niet vroeg genoeg daartoe worden geoutilleerd. In professionele organisaties is het van het grootste belang dat de aansturing van zo’n instituut door zowel professionals met leidinggevende kwaliteiten als professioneel leidinggevenden wordt uitgevoerd. Zonder deze link tussen de werkvloer en de organisatie, kan een organisatie niet tot bloei komen.
Wat kan uw vakgebied in het bijzonder bijdragen aan het focusgebied? Waarin verschilt het van andere vakgebieden?
Mijn vakgebied kan twee dingen bijdragen aan het focusgebied. Enerzijds is het ziekenhuis als grote professionele en complexe organisatie een enorm onderzoeksgebied, waar reeds dankbaar gebruik van wordt gemaakt door allerlei interdisciplinaire onderzoekers, bijvoorbeeld in de relatie tussen UMC Utrecht en Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Anderzijds kan mijn vakgebied goed aangeven wat de vragen zijn die leven onder de professionals die werken in de gezondheidszorg. Zodoende kunnen we relevant onderzoek doen.
Wie is Margriet Schneider?
Dat is wel een hele existentiële vraag! Om maar met mijn thuissituatie te beginnen, ik ben gelukkig getrouwd en moeder van drie volwassen zoons die allen nog studeren. Ik ben enorm gedreven in mijn werk. Als ik iets doe, heb ik de intentie dat ik goede dingen doe. Verder wil ik andere mensen motiveren, inspireren en de ruimte geven om het beste uit zichzelf en de organisatie te halen.
Als u uzelf in drie woorden zou moeten omschrijven, welke drie zijn dat dan?
Creatief van gedachte, motiverende factor voor anderen en strategische denker.
Ik ben creatief van gedachte, omdat ik niet vast zit in bepaalde denkpatronen. Ik wil telkens weer andere zaken met elkaar verbinden waaraan anderen misschien nog niet hadden gedacht. Verder vind ik het belangrijk om anderen te motiveren en te inspireren. En om die beide zaken te kunnen combineren, is strategisch denken onvermijdelijk.
Wat hoort bij u wat de meeste mensen binnen de UU/het UMC Utrecht niet van u weten?
Doordat ik extrovert ben, kan ik me niet voorstellen dat er veel is dat collegae niet van mij weten. Ik ben altijd heel erg open. Het zal niemand verbazen dat ik breed geïnteresseerd ben. Ik houd enorm van toneel en cabaret en zeilen. Ik lees veel in mijn eigen vakgebied, maar nog veel meer daar buiten. Dat wat ik lees, pas ik zo mogelijk gelijk toe in mijn dagelijks leven. Als ik iets moet noemen dat kenmerkend voor mij is, is dat ik overal mogelijkheden zie. Het leggen van verbindingen is wat ik het beste kan. Soms vind ik dat wel vermoeiend, want eigenlijk merk ik overal waar ik kom wel iemand op die op een of andere manier weer met iemand anders verbonden zou kunnen worden. Uiteindelijk geeft dat ook veel energie, omdat ik het fantastisch vind om inspiratie te creëren bij anderen. Daar haal ik de meeste voldoening uit.