Wegen naar Gelijkheid: Begrijpen van Gender Segregatie in STEM en HEED in onderwijs, werk, en ouderschap

Verschillende leden van het GRID-lab presenteerden hun onderzoeksprojecten over verschillende aspecten van gender segregatie in het onderwijs, de werkplek en de huiselijke sfeer op de G-Versity conferentie in Bern (12-14 juni 2024). Het publiek bestond uit onderzoekers uit verschillende disciplines en praktijkmensen met expertise in gendergelijkheid. De presentaties leidden tot boeiende discussies en alle lab-leden gingen geïnspireerd en met veel nieuwe ideeën voor toekomstig werk naar huis!

Hoewel er in veel landen een trend is naar meer gendergelijkheid, blijft de arbeidsmarkt sterk gesegregeerd op basis van gender. Vrouwen hebben de neiging om banen in de gezondheidszorg, vroege educatie en huishoudelijke taken (HEED) te kiezen, terwijl mannen de neiging hebben om rollen in wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) te kiezen. Om deze kwesties te bespreken, namen Esmée Schregardus, Onur Şahin en Jenny Veldman van het GRID-lab deel aan een symposium, Pathways to Parity, op de G-Versity conferentie in Bern. Samen met twee andere sprekers (Alexandra Lux en Katharina Block) bespraken ze de psychologische processen achter deze gender segregatie en identificeerden manieren om gender-inclusiviteit te vergroten door middel van beleid en praktijken. Dit deden ze verspreid over vijf verschillende presentaties.

Alexandra Lux (Leuven Universiteit) trapte af, en richtte zich op gender-gerelateerde paden in onderwijskeuzes. Door een intersectionele lens toe te passen en perspectieven uit het mondiale Noorden en Zuiden te integreren, wordt bewijs onderzocht waarom gender-gerelateerde onderwijskeuzes in STEM en HEED voorkomen en hoe interventies dit kunnen aanpakken.

Daarna besprak Katharina Block (Universiteit van Amsterdam) arbeidsgegevens en een cross-sectioneel onderzoek dat aantoont dat de genderkloof in carrière-interesses en vertegenwoordiging in HEED (maar niet in STEM) sterker is in economisch meer ontwikkelde landen. De onderliggende psychologische en culturele factoren werden besproken.

Als derde sprak Onur Şahin (Universiteit Utrecht) over de vertegenwoordiging van mannen in HEED door zich te richten op het vergroten van de betrokkenheid van vaders bij kinderopvang. Een interventie die zich richt op expliciete coördinatie van de verdeling van werk en zorg bij aanstaande koppels werd gepresenteerd. De resultaten van een longitudinaal veldexperiment waarin aanstaande koppels in de loop van de tijd worden gevolgd, werden getoond.

Met behulp van interviews en tekstanalyse toonde Esmée Schregardus (Universiteit Utrecht) de duidelijke verschillen in de communicatie van arbeidsvoorwaarden en normen tussen vacatures in HEED- en STEM-velden aan. HEED-vacatures leggen meer nadruk op mensgerichte aspecten van werk en bieden meer flexibele werkregelingen, terwijl STEM-vacatures de nadruk leggen op zaakgerichte aspecten en veel minder flexibiliteit bieden.

In het laatste deel van het symposium toonde Jenny Veldman (Universiteit Utrecht) aan dat vrouwen, eenmaal binnengekomen in door mannen gedomineerde organisaties (bijvoorbeeld in STEM), vaak geconfronteerd worden met sterke mannelijke normen. De resultaten laten zien dat vrouwen navigeren in deze werkomgevingen door afstand te nemen van hun eigen gender als groep. Dit helpt hen om in deze omgevingen te overleven, maar vormt een barrière voor genderdiversiteit door de mannelijke normen in deze werkplekken verder te legitimeren.

Samen benadrukken deze presentaties de psychologische processen achter gender segregatie in onderwijskeuzes en interesses, de verdeling van arbeid binnen koppels en de arbeidsmarkt. Aanbevelingen voor beleidsmakers en praktijkmensen om geslachtssegregatie te verminderen en gender-inclusiviteit te vergroten, werden ook besproken.