Innovatieve inrichting van het sociale domein
Onderzoeksproject: Kiezen uit rechtsinstrumenten om sociale diensten te organiseren
Gerrieke Bouwman voert bij UUCePP een promotieonderzoek uit naar de organisatie van sociale diensten in Nederland in het licht van de Europese sociale markteconomie (onder begeleiding van promotoren prof. dr. Elisabetta Manunza en prof. dr. Rob Widdershoven). Doel van dit onderzoek is duidelijkheid te scheppen over de grenslijnen die tussen de verschillende rechtsinstrumenten lopen, die met oog op een goede organisatie van sociale diensten door de overheid kunnen worden ingezet.
Sinds de decentralisaties (2015) in het sociaal domein is het systeem in Nederland veranderd. De taak om sociale diensten te organiseren, zoals jeugdzorg, huishoudelijke hulp en dagbesteding, is verschoven van de zorgkantoren naar de lokale overheid. Daarbij is juist in het jaar voor de decentralisatie met de EU-aanbestedingsrichtlijnen van 2014 ook selectie op basis van prijs en kwaliteit in het huidige (sociale) zorglandschap ge茂ntroduceerd. Met richtlijn 2014/24/EU en 2014/23/EU zijn overheidsopdrachten en concessies voor sociale diensten namelijk onder de volledige werking van de aanbestedingsrichtlijnen gebracht, zij het dat daarop een speciaal regime van toepassing is. Naast aanbestedingsverplichtingen behouden overheden echter keuzemogelijkheden voor de andere meer klassieke instrumenten van de subsidie en de vergunning.
Hierdoor is onduidelijkheid ontstaan over de grenslijnen om de verschillende instrumenten van elkaar te onderscheiden. Zo worden er contracten aanbesteed, die niet hoeven te worden aanbesteed en worden er subsidies verstrekt, die in feite verkapte overheidsopdrachten vormen. Er wordt gebruik gemaakt van een openhousemodel; maar wat is dat en welk recht 鈥 alleen Europees of ook nationaal - is daarop van toepassing? Ook worden er in de praktijk diverse alternatieve inkoopprocedures ontwikkeld, waarbij vragen rijzen naar hun juridische rechtmatigheid en het juridisch kader dat daarop van toepassing is. Het juist inzetten van instrumentarium is van groot belang om diensten van goede kwaliteit te organiseren. De keuze voor het ene of het andere instrument kan namelijk belangrijke gevolgen hebben voor het aanbod en de kwaliteit van sociale diensten en de wijze waarop de diensten aan inwoners worden aangeboden. Alleen bij duidelijke regels kunnen echter 'doelbewuste' keuzes worden gemaakt. Dit onderzoek zal dan ook bijdragen aan een juridische basis om sociale diensten voor de toekomst goed te kunnen organiseren en oplossingen aandragen voor een consistent en coherent rechtskader dat de rechtszekerheid vergroot.
Als het gaat om een 鈥榞oede鈥 organisatie van sociale diensten worden daarbij ook aspecten van goed en verantwoord (鈥渟ociaal鈥) opdrachtgeverschap betrokken. In dat kader sluit het onderzoek aan bij het promotieonderzoek van UUCePP-onderzoeker Tom Huisjes. Het onderzoek sluit daarnaast nauw aan bij eerder onderzoek uitgevoerd door UUCePP-onderzoeker dr. Ir. Niels Uenk die in 2019 vanuit de economische en bestuurskundige wetenschappen promoveerde op het thema 鈥榗ommissioning of social care services鈥; de empirische gegevens verkregen in zijn onderzoek worden waar nodig bij dit onderzoek betrokken.