“Wederzijds vertrouwen is het allerbelangrijkst”

Bijzondere samenwerkingen in de wetenschap

Onderzoekers werken veel samen, maar soms is een samenwerking extra bijzonder. Vier van onze wetenschappers vertellen over zo’n onalledaagse samenwerking. Hoe kwam die tot stand en wat was daarvoor nodig? “Wederzijds vertrouwen, goed naar elkaar luisteren en de bereidheid om kennis te delen.”

Beeld: Adobe Firefly AI

Van Twittervrienden tot waardevolle partners

Beeld: Adobe Firefly AI

Virologen Joost Snijder en Daniel Hurdiss waren jarenlang Twittervrienden, maar hadden elkaar nog nooit ontmoet. Snijder was onderzoeker in Washington en Hurdiss in Engeland. Jaren later kwamen ze bij toeval in hetzelfde gebouw in Utrecht te werken. Daar startte hun samenwerking.

“Het kan ongemakkelijk zijn om een online vriend voor het eerst te ontmoeten, maar het klikte meteen tussen ons”, blikt Daniel Hurdiss terug. Hun Twitter-vriendschap bleek een gedegen basis voor samenwerking. “We hadden al vertrouwen en respect voor elkaar, en  waardering voor elkaars werk.”

Ze ontmoetten elkaar voor het eerst in levende lijve toen ze allebei voor de Universiteit Utrecht gingen werken. Daarvoor hadden ze alleen contact via internet, waar ze elkaars onderzoek met veel interesse volgden. Ze gaven commentaar op elkaars berichten en keken uit naar vorderingen in elkaars werk. Uiteindelijk spraken ze af om een biertje te gaan drinken in een kroeg in Utrecht.

Onze Twitter-vriendschap bleek een gedegen basis voor samenwerking

Samen een wetenschappelijke uitdaging aangaan

“Sindsdien werken we samen”, vertelt Hurdiss. “Onze samenwerking werd intensiever toen we allebei een onderzoeksgroep gingen aansturen. We hadden dure apparaten nodig, ruimte voor die grote apparaten, computers om data te analyseren, en veel kennis.” Ze spraken af de kosten te verdelen en kennis uit te wisselen. Daarvoor riepen ze de ‘Snurdiss-meeting’ in het leven, een informele bijeenkomst voor jonge onderzoekers. “De expertises van onze teams vullen elkaar naadloos aan en daardoor tillen we de wetenschap naar een hoger niveau.”

Zo werkten de twee virologen onder meer aan potentiële nieuwe medicatie voor Covid-19. Hurdiss en collega’s probeerden te ontrafelen hoe een bepaald eiwit zich bond aan het SARS-CoV-2 spike-eiwit. Ze deden meerdere pogingen, maar kwamen er niet achter. Ze riepen hulp in van Snijder en zijn team. Binnen korte tijd kwamen zij met het antwoord waarmee het onderzoek weer verder kon. “Dit zorgde voor een versnelling in het ontwikkelen van de nieuwe medicatie. In de wetenschap noemen we dat team science, met onderzoekers uit verschillende disciplines een wetenschappelijke uitdaging aangaan. Uiteindelijk is het mijn droom om samen medicijnen te ontwikkelen voor mensen of dieren, en zo een positieve impact te hebben op de wereld.”


Onderzoekers en fabrikant ontwikkelen samen nieuwe sensor

Beeld: Adobe Firefly AI

De een onderzoekt effecten van luchtkwaliteit op onze gezondheid, de ander ontwikkelt slimme apparaten om luchtkwaliteit te meten. Hoe mooi is het dat je dan de koppen bij elkaar steekt en samen aan de slag gaat. Met als resultaat een nieuwe sensor met meer toepassingen. “Samenwerking is voor beide partijen interessant!”

“Het leuke van deze samenwerking is dat de fabrikant, , goed luistert naar wat wij nodig hebben”, vertelt Roel Vermeulen, hoogleraar Milieu-epidemiologie en exposoomanalyse aan de Universiteit Utrecht. “Hun sensor bestond al, en die hebben we samen doorontwikkeld door meer specificaties toe te voegen. Voorheen gebruikten wij de sensor alleen op fietsen om luchtkwaliteit te meten, maar wij wilden de sensoren ook graag aan de gevel kunnen bevestigen om de luchtkwaliteit in de leefomgeving te meten. Daarvoor moet het apparaat ook metingen kunnen doen zonder dat er beweging is.”

Zo’n samenwerking is voor bedrijven én voor wetenschappers interessant

Speciale hoesjes voor regenwater

Dat bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. Want hoe ga je bijvoorbeeld om met regenwater dat langdurig op zo’n sensor druppelt buiten aan de gevel? “SODAQ heeft toen speciale hoesjes ontwikkeld”, zegt Vermeulen. “We gebruiken de sensoren nu in diverse onderzoeken, variërend van de effecten van luchtkwaliteit op post-COVID, tot aan mensen die zelf de luchtkwaliteit in de omgeving meten. Dit is een prachtig voorbeeld van co-creatie.”

Wat is er nodig voor een goede samenwerking?

Vermeulen hoeft niet lang na te denken. “Dat je goed naar elkaar luistert, open bent en bereid om kennis te delen. Wij willen SODAQ helpen met hun product, zij zijn bereid om hun product aan te passen, en zo winnen we beide. Zo’n samenwerking is voor bedrijven én voor wetenschappers interessant.”

Productie opschalen

“Samenwerken en kennis uitwisselen zijn belangrijk om verandering voor elkaar te krijgen. Bovendien heb je bedrijven nodig om een product te kunnen opschalen. Wij kunnen zo’n sensor best zelf ontwikkelen, maar niet op zo’n grote schaal. Ik kan zo’n samenwerking iedereen aanraden.”


Snelle samenwerking bij nertsenonderzoek leidt tot tijdige aanpak in Nederland

Beeld: Adobe Firefly AI

Verspreidt corona zich onder nertsen? En zo ja, is dat gevaarlijk voor de mens? In één weekend schreven onderzoekers daarover een projectvoorstel en gingen de week erna aan de slag. Zonder contracten of financiering, maar vol vertrouwen dat het goed zou komen. En dat kwam het ook. “We hebben zelfs een publicatie in Science gehaald! Dat was zonder deze samenwerking nooit gelukt.” 

Het idee ontstond op een donderdagmiddag in 2020, vlak voor Koningsdag. Arjan Stegeman herinnert het zich nog goed. Er woedde een wereldwijde coronapandemie en er zat druk op de ketel. In Hongkong kregen de eerste honden en katten corona en in België dook een zieke kat op. Hoe zat het met andere dieren, zoals nertsen? Konden die ook corona krijgen en mogelijk mensen besmetten?

“Op 23 april kwamen er twee meldingen binnen van zieke nertsen in Nederland”, vertelt Stegeman, hoogleraar Gezondheidzorg Landbouwhuisdieren en voorzitter van de Deskundigengroep Dierziekten, dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit adviseert. “Ze vroegen ons dit te onderzoeken. Zulke verzoeken verzanden vaak, maar nu niet.”

Zonder financiering, maar vol vertrouwen gingen we samen aan de slag

Monsters nemen bij nertsenbedrijven

In één weekend schreef Stegeman een projectvoorstel, samen met onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research, Erasmus MC, Royal GD en de GGD. “Daarna zijn we direct begonnen met het onderzoek. Zonder contracten of financiering, dat kwam later wel. Het hing ook af van de medewerking van de nertsenhouders, we moesten goed overleggen en hen overtuigen dat dit belangrijk was. Daarna konden we een maand lang monsters nemen bij nertsenbedrijven.”
Er waren net veel jonge nertsenpups geboren en het virus verspreidde zich snel op de bedrijven. Maar niet daarbuiten, dus er leek geen besmettingsrisico voor de mens.

Puinhoop in Denemarken

Toch werden twee weken later de eerste medewerkers op nertsenbedrijven ziek. Zij bleken besmet met hetzelfde virus als de nertsen. “Wij waren daarmee de eersten die de overdracht van dier naar mens konden aantonen”, vertelt Stegeman trots. “Onze publicatie heeft zelfs het toonaangevende tijdschrift Science gehaald, dat hadden we anders nooit voor elkaar gekregen.” De overheid besloot vervolgens om alle nertsenbedrijven in Nederland te ruimen. “In Denemarken, waar ook veel nertsenbedrijven zijn, deden ze dat niet. Die zijn pas maanden later gaan ruimen, toen was het al een grote puinhoop. Het kabinet moest zelfs aftreden.”

Welke lessen kun je trekken uit deze succesvolle samenwerking?

“Dat je snel moet starten en elkaar moet vertrouwen. Iedereen pakte zijn rol en deed een deel van het onderzoek. Dit project was uniek, ik vond het een voorrecht om te mogen trekken.”


Tegengestelde belangen en toch succesvol samenwerken: Animal Rights en Universiteit Utrecht laten zien dat het kan

Beeld: Adobe Firefly AI

De Universiteit Utrecht doet onderzoek met proefdieren, dierenrechtenorganisatie Animal Rights is daar principieel tegen. Toch werken ze al jaren goed samen. Inmiddels zijn al meer dan tweeduizend ex-proefdieren geadopteerd in plaats van gedood.

De samenwerking startte door het zorgvuldige werk van twee gepassioneerde medewerkers: Monique Janssens van de Universiteit Utrecht en van . Zij wisten de organisaties – met op het eerste gezicht onverenigbare belangen – te verbinden. Inmiddels hebben zij allebei ander werk, maar de samenwerking tussen de organisaties loopt nog steeds.

Niet doden, maar adopteren

“We gingen in gesprek en ontdekten raakvlakken”, blikt Janssens desgevraagd terug. “Het verbaasde ons allebei dat kleine ex-proefdieren – zoals muizen en ratten – werden gedood, terwijl we voor grote ex-proefdieren – zoals paarden of honden – een opvangplek zoeken. Animal Rights gaf meteen aan te willen helpen als de universiteit kleine ex-proefdieren zou laten adopteren.” Inmiddels zijn bij de Universiteit Utrecht al meer dan tweeduizend ex-proefdieren geadopteerd. Muizen, ratten, kippen, geiten, hamsters, zebravinken, een python en een iguana. Het gaat om dieren die zijn gefokt, maar niet worden gebruikt of dieren waarvan de dierproef is afgelopen.

Zonder Animal Rights was de adoptie van ex-proefdieren nooit gelukt

Meerwaarde van samenwerken

Animal Rights wil dierenleed voorkomen, maar oplossingen liggen vaak buiten handbereik. Door samen te werken met de universiteit kunnen ze ook echt iets doen. Ook voor de universiteit heeft de samenwerking meerwaarde. “Zonder Animal Rights was het herplaatsen van ex-proefdieren nooit gelukt”, vertelt Janssens. “Hun netwerk is van groot belang. Ze werven adoptanten in hun achterban vol dierenliefhebbers en regelden dat we de dieren tijdelijk kunnen onderbrengen in knaagdierenopvang Het Knagertje. Ook de Dierenbescherming helpt mee. Zij plaatsen advertenties van dieren op de website voor asiel- en adoptiedieren,ikzoekbaas.nl.”

Geen gedoe met geld

Terugkijkend heeft Janssens adviezen voor het laten slagen van zo’n samenwerking. “Zoek gedeelde belangen en idealen, en heb vertrouwen in elkaars oprechte wil om daaraan te werken. Begin praktisch met een pilot om te zien wat werkt. Wij vervulden ieder onze taken met gesloten beurs, dus geen gedoe met geld. Wil je naar buiten communiceren, stem de formulering dan goed af, zodat je er beiden achter staat.”

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 17