Waarom is er geen Jurassic Park voor saaie dieren?
Jurassic Park in het echt. Zo kun je het werk beschrijven van onderzoekers die proberen uitgestorven dieren opnieuw tot leven te wekken. Geen dinosauriërs dit keer, maar wel bijzondere zebra’s, iconische duiven, gigantische landschildpadden, en zelfs de mammoet. Onderzoekers aan de Universiteit Utrecht onderzochten welke motieven een rol spelen bij het selecteren van uitgestorven diersoorten voor deze ‘de-extinctie’. Uit hun onderzoek blijkt dat enkel ‘charismatische’ soorten in aanmerking komen voor een herrijzenis. Dit is opvallend omdat ethische richtlijnen voor de-extinctie juist voorschrijven dat enkel een positieve ecologische impact een rol zou mogen spelen. Hoe zit dat?
Jurassic Park schetst een toekomst waarin dinosauriërs opnieuw tot leven zijn gewekt. Om publiek naar het pretpark te lokken worden met name spectaculaire en iconische dinosauriërs opnieuw tot leven gewekt. Wel een T-Rex, geen klein hagedisje.
Wetenschappers die in werkelijkheid proberen uitgestorven soorten terug te brengen, zoals de , worden aangemoedigd dit om ecologische redenen te doen. Diverse ethische richtlijnen voor ‘de-extinctie’ stellen voor dat de herrijzenis van een uitgestorven soort enkel acceptabel is als daar ecologische voordelen aan verbonden zijn, bijvoorbeeld als het dier een belangrijke rol speelt bij het in stand houden van een heel ecosysteem. In zo’n geval kan de herintroductie van de uitgestorven soort helpen om het hele ecosysteem te redden.
Doorslaggevende factor
De Utrechtse onderzoekers ontdekten echter dat enkel charismatische dieren in aanmerking komen voor een herrijzenis. Uit hun onderzoek blijkt dat heel diverse motivaties een rol spelen in de keuze om een bepaalde soort opnieuw tot leven te wekken. Biodiversiteitsherstel en ecologische bijdragen spelen zeker een rol. Maar ook diverse andere redenen, zoals de kans op medische ontdekkingen, het herstellen van menselijke fouten uit het verleden, en zelfs persoonlijke fascinaties met de soort. “In alle gevallen bleek charisma echter een doorslaggevende factor”, zo vertelt Koen Beumer, die het onderzoek leidde. Deze exclusieve selectie van charismatische soorten wekt de indruk dat de ecologische doelstelling, die in ethische richtlijnen centraal staat, niet optimaal wordt nageleefd. Dergelijke ecologische voordelen kunnen immers ook geboden worden door ‘saaie’ soorten, zoals kleine grasjes, onooglijke planktonsoorten, en grijze muizen.
Liever charismatische mammoet dan grijze muis?
Eerder onderzoek verklaart de invloed van dierencharisma op wetenschappelijk onderzoek vooral door te wijzen op vooroordelen of voorkeuren van individuele onderzoekers. Ook wetenschappers hebben namelijk een zwak voor soorten met grote ogen, een zachte vacht, spectaculaire eigenschappen, of een iconische status. “Maar wij vonden ook een andere verklaring,” vertelt Beumer. De Utrechtse studie laat zien dat de keuze voor charismatische soorten ook is ingegeven door structurele factoren. “Onderzoeksfinanciers zijn op zoek naar spectaculaire vondsten”, aldus Beumer, “milieuorganisaties zoeken naar een blikvanger voor biodiversiteitswerk, en partijen op plekken waar de uitgestorven soort moet worden geïntroduceerd zien dat alleen zitten als ze daarmee nieuwe inkomsten kunnen werven uit toerisme, wat nu eenmaal makkelijker gaat met een charismatische mammoet dan met een grijze muis. In deze context is het bijzonder moeilijk voor onderzoekers om een niet-charismatische soort te kiezen. Ook als ze zich bewust zijn van hun vooroordelen.” Willen ‘saaie’ en ‘lelijke’ dieren ook een plekje bemachtigen in een hedendaags Jurassic Park, dan moeten we ook deze structurele aspecten aanpakken.
Ethische Overwegingen
De discussie naar deze motivatie is slechts één aspect van deze ethische afwegingen. Moeten we uitgestorven soorten eigenlijk wel terugbrengen, of juist onze inspanningen richten op de bescherming van bedreigde dieren? Sommigen beschouwen het als een vorm van ecologisch herstel, terwijl anderen vrezen dat het de aandacht afleidt van natuurbehoud. Daarnaast speelt dierenwelzijn een cruciale rol: kunnen herleefde soorten daadwerkelijk overleven in de moderne wereld? Technisch is er veel mogelijk, maar we moeten ons blijven afvragen of we sommige dingen moeten willen.
Publicatie
Molhuizen, T., Beumer, K. en Dorresteijn, I. (2025). Who to revive? Explaining charismatic species bias in the selection of de-extinction candidate species. Environment and Planning E: Nature and Space. Available online first: