Vraagtekens bij 48 uur varkensvrij

Boerderij

Een varkensvrije periode vóór het betreden van een stal is nauwelijks onderbouwd. Andere maatregelen om kiemen te weren zijn effectiever.

Steeds vaker eisen varkenshouders dat erfbetreders 24 of 48 uur varkensvrij zijn voor ze in de stallen mogen. Het zijn vooral bedrijven die werken met SPF (Specific Pathogen Free, ofwel vrij van specifieke ziektekiemen) of werken aan een hogere gezondheid van de varkensstapel. Met deze maatregel willen ze voorkomen dat ziektekiemen van varkens van het ene bedrijf via mensen naar hun eigen varkens overgaan. Van alle routes waarlangs kiemen een bedrijf kunnen binnendringen is de mens er immers ook één. Kiemen kunnen via kleding en het lichaam (haren, huid, onder nagels of in de organen) buiten de stal geraken, overleven en bij een volgend bezoek de varkens besmetten.

Sector loopt niet voorop

De maatregel maakt gestaag opgang in de Nederlandse varkenshouderij, maar de sector loopt niet voorop. Integendeel; de eis van een dergelijke periode is in een aantal landen al meer ingeburgerd dan in Nederland, zoals in Denemarken en het Oosten van Duitsland. Dierenartsen en andere adviseurs die in de stal moeten zijn, houden zo goed en zo kwaad als het kan rekening met de voorwaarde. Deze bedrijven worden op maandagochtend of als eerste op een dag bezocht.

‘Geen bewijs te vinden’

Over het werkelijke nut van de varkensvrije maatregel is weinig bekend. Arie van Nes, hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in varkensgezondheid en epidemiologie, is er stellig in: er is geen duidelijke wetenschappelijke onderbouwing voor een varkensvrije periode. “Wel blijkt uit meerdere onderzoeken dat omkleden en handen wassen het beste helpt om overdracht van kiemen via mensen te voorkomen.” Dat is onder andere bij overdracht van PRRS en Mycoplasma het geval. Voor Influenza is dat onvoldoende maar het is de vraag of een varkensvrije periode helpt.

Het volledige artikel is verschenen in Boerderij, 24 november 2017