Visie en strategie nodig in Publiek-Private Samenwerking met de politie
De politie in Nederland werkt met verschillende private partijen en maatschappelijke partners samen aan handhaving, hulpverlening en opsporing. Zij beschikken over capaciteit, technische kennis en informatie die de politieorganisatie goed kan gebruiken. Denk aan de afhandeling van de 181 euro schadevergoeding voor winkeldiefstal, de samenwerking met banken tegen cybercrime of bijvoorbeeld aan het Veteranen Search Team dat meezoekt naar vermiste personen. In de afgelopen jaren is er veel geëxperimenteerd met dergelijke vormen van publiek-private samenwerking. Dat heeft tot mooie resultaten geleid maar soms ook tot vragen over de grenzen van bevoegdheden van partners en transparantie voor de burger.
Een team van onderzoekers concludeert dat het nu tijd is voor meer visie en strategie op deze vorm van samenwerking. Durf en experimenteerdrang moeten blijven, maar een publiek-private samenwerking met de politie is alleen van blijvende, toegevoegde waarde als die óók past binnen de manier waarop binnen een democratische rechtsstaat verantwoording wordt afgelegd over handhaving, hulpverlening en opsporing.
Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en Radboud Universiteit hebben, in opdracht van het WODC, verkend in hoeverre de politieorganisatie op bredere schaal samen kan werken met private partijen, en of bestaande samenwerkingen geïntensiveerd kunnen worden. De maatschappelijke en private partijen kunnen de politie ontlasten op de gebieden waarop ze actief zijn en de politie wil ook graag gebruik kunnen maken van hun capaciteiten, expertise en netwerken. Ze zijn op zoek naar die meerwaarde,
aldus Joep Lindeman, een van de onderzoekers.
In het rapport ‘Met vereende krachten?’ beschrijven de onderzoekers de praktijk van de publiek-private samenwerking tussen politie en maatschappelijke partners.
Overweeg ook regulering en toezicht voor die partners
De politie mag meer dan burgers,
zegt Rianne Dekker. Tegelijk kunnen burgers en bedrijven steeds meer zelf. En daar begint het te wringen. Als je fiets gestolen wordt en er zit een chip in, dan kun je precies zien waar die is. Iets vergelijkbaars geldt voor het gebruik van camera’s, of digitale data die banken verzamelen als bijproduct van hun reguliere werk. Bedrijven en particulieren zijn geneigd dit soort technologieën te gaan gebruiken om problemen als diefstal of oplichting zelf op te lossen, terwijl de politie aan een strikt systeem van toezicht is onderworpen. Kortom: overweeg ook regulering en toezicht voor die partners.
Joep Lindeman vult aan: Op het moment dat zo’n samenwerking goed gaat, is de neiging om die te gaan uitbreiden, maar er moet wel iemand zijn die de betrokkenen bij de les houdt. Het is fijn als banken steeds beter gegevens kunnen verzamelen op basis waarvan we meer strafbare feiten kunnen opsporen, maar als dit een fundamentele verandering van de oorspronkelijke samenwerking oplevert, moeten we ook weer terug naar de tekentafel.
Ga dus op zoek naar de toegevoegde waarde. Verlies niet je doel uit het oog. En bedenk als politie welke terreinen je wilt ‘prijsgeven’ aan partijen die je toch minder goed kunt controleren. Er zijn enerzijds mooie mogelijkheden en er is anderzijds een potentieel risico dat zo’n samenwerking een ontembaar monster wordt dat een eigen leven gaat leiden. Dat burgers niet meer weten wat er met hun gegevens gebeurt, en welke rechten, plichten en beroepsmogelijkheden ze eigenlijk hebben.
Er zijn enerzijds mooie mogelijkheden en er is anderzijds een potentieel risico dat zo’n samenwerking een ontembaar monster wordt dat een eigen leven gaat leiden.
Vier voorbeeldcasussen
Aan de hand van vier voorbeeldcasussen geeft het onderzoek inzicht in de toegevoegde waarde maar ook in de soms uiteenlopende belangen, dilemma’s en (rechtsstatelijke) aandachtspunten in publiek-private samenwerking met de politie. De onderzoekers analyseerden de bestrijding van winkeldiefstal, bancaire fraude, mensenhandel en de opsporing van vermiste personen.
Vijf adviezen
De onderzoekers geven in hun rapport vijf adviezen aan de politieorganisatie voor de ontwikkeling van visie en strategie in de doorontwikkeling van publiek-private samenwerking (PPS):
- Ontwikkel een beleidsvisie met betrekking tot PPS op specifieke politietaken en specificeer hierin de doelen die de politieorganisatie hiermee voor ogen heeft
- Behoud laagdrempelige mogelijkheden om een PPS te starten, maar vereis een expliciete strategie om deze bestendigen of op te schalen
- Organiseer regulering en toezicht omtrent de verantwoordelijkheden van private en maatschappelijke partners, zonder disproportioneel optreden te legitimeren
- Verduidelijk de bewegingsruimte die private partners hebben, met name bij civielrechtelijke afdoening
- Zoek naar mogelijkheden voor gegevensdeling binnen PPS en overweeg hierbij (beperkte) verruiming van wet- en regelgeving
Op weg naar visie en strategie voor doorontwikkeling
Het is een evenwichtsoefening. Ruimte geven om te laten bloeien en voorkomen dat het gaat woekeren,
vat Joep Lindeman samen. Ons advies aan de politie is dan ook: probeer naar die domeinen te kijken waarin je verwacht dat publiek-private samenwerking vruchtbaar kan zijn. Zonder verstikkende regelgeving maar met randvoorwaarden. Bijvoorbeeld dat het over maatschappelijke belangen gaat; dat er een gemeenschappelijk doel is; dat er grenzen moeten zijn aan het commerciële voordeel dat een van de partijen kan behalen; en: realiseer je dat een samenwerking gebaseerd op grenzeloze gegevensdeling gedoemd is te mislukken vanwege wet- en regelgeving.
Kijk eerst wat er nu al mogelijk is, voordat je op zoek gaat naar ruimere mogelijkheden om informatie te delen,
zegt Dekker daarover. Dit omdat het behoorlijk ingrijpend is, en: ga je daar ook daadwerkelijk wat mee doen?
Aan de hand van de verschillende cases die we hebben onderzocht, staat wel vast, dat die samenwerkingsverbanden zulke serieuze vormen hebben aangenomen, dat het moment voor de politie gekomen is om daar een wat steviger visie en strategie over te ontwikkelen,
gaat zij verder. Op welk moment werk je met welke partners samen, en aan welke veiligheidstaken? Wij zeggen: onderzoek dat. Kies partners met een gedeeld belang, ontwikkel een visie en maak afspraken waardoor licht uit elkaar lopende belangen niet gaan schuren.
Het is ook een fundamenteel politieke vraag of de politie taken zelf vervult, of meer in samenwerking met andere partijen: wat is een overheidstaak en wat niet?
Het is ook een fundamenteel politieke vraag of de politie taken zelf vervult, of meer in samenwerking met andere partijen, zeg ik als bestuurskundige: wat is een overheidstaak en wat niet? Publiek-private samenwerking vindt op heel veel terreinen plaats maar is juist in dit geval precair omdat de politie heel bijzondere bevoegdheden kent in het gebruik van dwang en in informatievergaring binnen de opsporingstaak. Dan moet je dus heel goed bedenken op welke manier die bevoegdheden zowel juridisch als praktisch ook bij private partners in samenwerking in goede handen zijn.’
Meer dan de som der delen
Wederzijdse nieuwsgierigheid en het verkennen van elkaars behoeften en belangen zijn een belangrijke voorwaarde voor de start van een PPS. Tegelijk moeten PPS’en om langdurig van toegevoegde waarde te zijn óók passen binnen gebruikelijke structuren van ‘checks and balances’ die bij de democratische rechtsstaat horen, stellen de onderzoekers. Dat betekent dat er verantwoording moet worden afgelegd en dat er onafhankelijk toezicht moet zijn. Dit moet voorkomen dat particuliere belangen en prioriteiten de boventoon kunnen voeren.
Door de ontwikkeling van een visie op PPS, kan de politie opportunisme voorkomen en zorgen voor transparantie en adequate verantwoordingsmechanismen. Om betrokkenheid en goede samenwerking te waarborgen moet het resultaat van PPS méér zijn dan de som der delen – en ten goede komen aan de politietaken ten dienste van de samenleving.
Onderzoeksteam
Het onderzoeksteam bestond uit Rianne Dekker, Yinthe Feys (Radboud Universiteit), Marie-Louise Glebbeek, Joep Lindeman, Kim Loyens, met medewerking van Joly-Eline Himpers en Quirien Grip. Hun samenwerking kwam mede tot stand dankzij het Network for Interdisciplinary Policing Studies.
Meer informatie
Wilt u meer weten? Download dan het rapport ‘Met vereende krachten? Publiek-Private Samenwerking en de Politietaak’ of neem contact op met een van de onderzoekers van de Universiteit Utrecht: Rianne Dekker (r.dekker1@uu.nl) of Joep Lindeman (j.lindeman@uu.nl).
In de media
Opinieartikel op Sociale Vraagstukken: