Verantwoord innoveren: "Luister goed naar wat gebruikers willen"
Op 2 juni 2025 houdt prof. dr. Wouter Boon, hoogleraar Innovatie- en transitiestudies, zijn oratie met de titel ‘Verantwoord opschalen van innovaties voor maatschappelijke uitdagingen’. Complexe maatschappelijke kwesties als duurzaamheid en gezondheid vergen innovatieve oplossingen, maar hoe komen deze op een verantwoorde manier beschikbaar? We interviewden hem over zijn onderzoek en het belang van het bestuderen van innovatie en transitie.
Waarom is verantwoord opschalen van innovatie juist nu zo belangrijk?
“Innoveren is meer dan alleen een uitvinding doen. Via experimenten of prototypen kun je iets op de markt krijgen, maar het breed beschikbaar maken van een nieuw product of nieuwe dienst kan nadelen met zich meebrengen. Je kunt tegen maatschappelijke problemen aanlopen, bijvoorbeeld wanneer je innovatie vervuilend is. Als je in een vroege fase van innovatie al nadenkt over hoe je iets op de markt brengt, is het belangrijk dat je ook rekening houdt met de maatschappelijke impact van het grootschalig verspreiden van jouw innovatie. Dan gaat het bijvoorbeeld over ethische of juridische impact, maar ook impact op sociale verhoudingen en duurzaamheid.
We zien in de wereld op het moment een afnemende bewegingsvrijheid. Handelsoorlogen tussen de VS, China en Europa, en daadwerkelijke oorlogen op veel andere plekken. De verspreiding van innovatie kan hierdoor vertragen, met voor- en nadelen. In Europa kunnen we mogelijk geen gebruik maken van de nieuwste vormen van AI. Tegelijkertijd biedt het ons de kans om onze eigen tools te ontwikkelen die beter aansluiten bij onze Europese waarden zoals privacy en het voorkomen van misbruik.”
Jouw onderzoek gaat specifiek over ‘verantwoord opschalen van innovaties’. Wat betekent dat?
“Er is pas sprake van impactvolle innovatie als deze daadwerkelijk gebruikt wordt. Verantwoord opschalen houdt in dat een brede groep belanghebbenden al vanaf het begin van het innovatieproces meegenomen wordt. Dat betekent werken aan een betere afstemming van regelgeving, gebruikerspraktijken, businessmodellen, publieke waarden en maatschappelijke missies zoals toegankelijkheid, efficiëntie en ethische overwegingen.
Dat kan ook betekenen dat je nadenkt over de snelheid waarmee je innoveert. Met innoveren moet er altijd een balans zijn tussen snelle toegankelijkheid en kwaliteit. Tijdens de coronacrisis hebben we gezien dat er ineens heel snel een vaccin op de markt kon komen. Productie, klinische trials, dataverzameling, en investeringen gaan op een andere, snellere manier. Dat werkte heel effectief, maar tegelijkertijd ontstond er bij sommigen twijfel over de legitimiteit van de vaccins en hoe deze zijn ontwikkeld. Als je maar wil kan er veel, maar dit kan wel ten koste gaan van de legitimiteit.”
Innoveren voor winst of maatschappij – zitten deze waarden elkaar in de weg?
“Dat is de grote puzzel. Bedrijven zijn efficiënt in innoveren omdat zij niet willen dat ze ingehaald worden door de competitie en achterhaald worden. Hun voortbestaan en winst zijn er van afhankelijk. Nokia was heel succesvol met de eerste generatie mobiele telefoons, tot ze door Apple en de smartphone werden ingehaald. Door het winstoogmerk kunnen bedrijven soms efficiënter innoveren dan overheden en consumentenorganisaties.
Aan de andere kant kunnen we bedrijven niet zomaar grenzeloos laten innoveren, want maatschappelijke waarden zijn ook belangrijk. Silicon Valley heeft jarenlang zonder weerwoord kunnen innoveren, met een trots motto ‘act first, ask permission later’. Een voorbeeld daarvan is Uber, zij implementeerden een nieuwe dienst en keken later pas of dat wel in het taxibeleid van verschillende landen paste. Regelgeving kan soms innovatie in de weg zitten, maar het is ook niet gezegd dat bedrijven altijd de keuzes maken die stroken met het maatschappelijke belang. Er wordt bijvoorbeeld weinig geïnvesteerd in innovaties naar zeldzame ziekten, zeker in de Global South, omdat er een grotere markt is voor vaker voorkomende ziekten in de Global North. Daar doe ik ook onderzoek naar: hoe kunnen ziekenhuizen zelf innovatieve oncologische producten maken zonder dat bedrijven daarbij betrokken zijn – en is dat wenselijk?”
Hoe ziet het eruit als belanghebbenden meegenomen worden in het innovatieproces?
“Het belangrijke is dat de wensen van gebruikers zo goed mogelijk aansluiten bij wat de innovatoren ontwikkelen. Ik werk nu bijvoorbeeld aan een project over MRI’s in ziekenhuizen. Er is een MRI-scanner in ontwikkeling die in veel kortere tijd kan scannen. Op het eerste gezicht lijkt dit positief. Maar het verandert ook de workflow van radiologen. En patiënten gaven aan dat voor hen niet per se het belangrijkste was hoe lang zij in een MRI liggen, maar hoe lang ze na de scan moeten wachten op de uitslag. Wanneer je meer patiënten op een dag kunt scannen, moet een radioloog ook meer scans bestuderen waardoor die uitslag nog langer op zich kan laten wachten. De verschillende stemmen en ervaringen in het innovatieproces moeten als even waardevol worden gezien en zo ook worden meegenomen.
Dit voorbeeld geeft maar aan hoeveel verschillende factoren mee kunnen spelen in innovatie, en dat het belang is dat deze perspectieven in een vroeg stadium meegenomen worden. Uiteindelijk leidt dat tot een beter en breder gedragen oplossing.”
De oratie vindt plaats op 2 juni 2025 om 16:15-17:15 uur. De plechtigheid zal alleen door genodigden fysiek kunnen worden bijgewoond. Het college van bestuur van de Universiteit Utrecht nodigt u hierbij van harte uit om het online bij te wonen.