Van volwaardig gezinslid tot handig stuk gereedschap
Over de rol van AI in gezinnen
Sociale robots, smartspeakers, Google home of Amazon Alexa: ze maken hun intrede in de thuissituatie. Maar welke rol spelen deze vormen van kunstmatige intelligentie binnen het gezin? Zien ouders en kinderen dit als gereedschap, een broertje of zusje of toch meer als een soort huisdier? Over deze vraag buigt Ruud Hortensius zich, met zijn team van onderzoekers.
Gereedschap, broertje of huisdier
Om te begrijpen welke rol AI in een gezin speelt, vergelijken de onderzoekers drie verschillende soorten gezinnen met elkaar: gezinnen die al gebruik maken van AI, gezinnen die dat niet doen en gezinnen met een huisdier. “Zien gezinnen hun virtuele assistent meer als gereedschap? Of wordt er een socialere rol gegeven, bijvoorbeeld als een broertje of misschien eerder als een huisdier? We kijken hiervoor naar de gesprekken die de gezinnen voeren. Lijkt er uit hun taalgebruik dat ze de robot als een sociaal wezen zien? Maar ook, hoe beïnvloedt deze nieuwe technologie de familiedynamiek?” Een jaar geleden startte Hortensius dit project, waar inmiddels ook drie PhD-studenten aan werken.
Bakfietslab
Hoe bestudeer je nou zoiets ingewikkelds als een dynamiek? Hortensius legt uit: “We hebben een mobiel lab, die we in de bakfiets meenemen naar de families thuis. Om de dynamiek goed in kaart te brengen, meten we ook hersenactiviteit. Ouders en kinderen krijgen hiervoor een soort badmuts op om hersenactiviteit te meten met de techniek die functional Near-Infrared Spectroscopy (fNIRS) heet.” Deze techniek werkt als een soort zaklamp: het schijnt onzichtbare lichtgolven naar de hersenen en vangt deze ook weer op. De hoeveelheid licht die we weer opvangen wordt bepaald door de hoeveelheid zuurstof in de hersengebieden en actievere hersengebieden hebben een hoger zuurstof gehalte. “Met deze techniek kunnen we dus zien welke hersengebieden er actief zijn op hetzelfde moment bij de verschillende leden van het gezin."
Als de badmutsen op zitten, kan het experiment beginnen. “We laten de gezinnen met een sociale robot spelen en kijken naar hoe dit de dynamiek beïnvloedt. De families doen verschillende spelletjes in hun eigen woonkamer, om een zo’n realistisch mogelijke setting te creëren. “We kijken naar sociale dynamieken, zoals samenwerking en empathie. Zo spelen ze mikado en kaartspelletjes. Ook kijken we naar gesprekken die de gezinnen voeren. Hoe praten ze over de AI?”
Synchroon
“We onderzoeken hoe verbonden de gezinnen zijn op het niveau van hersenactiviteit, door te vergelijken hoe erg de hersenactiviteit van de verschillende gezinsleden met elkaar overeenkomt.” Hier zijn allerlei combinaties in te maken: de hersenen van ouder 1 met kind 1, de ouders met elkaar of de kinderen met elkaar. “Door dit allemaal samen te nemen, kunnen we concluderen dat het ene gezin meer synchroon loopt met elkaar dan het andere gezin. Dat kan je ook op niveau van gedrag doen. Uiteindelijk proberen we de vraag te beantwoorden hoe AI deze dynamiek veranderd.”
Naast de fNIRS-data, verzamelen de onderzoekers ook video en audio-opnames. “We bestuderen de interactie tussen gezinsleden en de robot die we meenemen. Hoe werkt dat? Hoe reageren ze op elkaar en hoe reageren ze op de robot?” Zowel de opnames als de hersenactiviteit zijn een impliciete maat, dat wil zeggen dat er niet bewust gevraagd hoeft te worden naar bepaalde dingen, zoals in een vragenlijst of interview meer het geval is. “Dat is vooral bij werken met kinderen fijn, die nog niet altijd in staat zijn om een vragenlijst in te vullen.” Ook geeft de combinatie van de hersen- en gedragsdata en zelfrapportage een unieke kijk in de complexiteit van familiedynamieken. Hortensius is enthousiast over alle methoden die ze gebruiken als onderzoeksgroep: “Het is een snoepwinkel vol data.”
Dynamics of Youth
Het strategische thema Dynamics of Youth speelt in dit project een belangrijke rol voor Hortensius: “Het onderwerp van ons onderzoek sluit natuurlijk goed aan bij het thema van DoY en slaat ook weer een mooie brug tussen DoY en human centered AI.” Daarnaast was het team blij met het netwerk van DoY. “We hebben kunnen leren van de aanpak van andere onderzoekers met totaal andere onderwerpen, bijvoorbeeld van het Luister project (red: over kinderen een stem geven in de rechtbank bij echtscheidingen). Toen we bezig waren met de opzet van ons onderzoek, hebben we met hen kunnen sparren over het verzamelen van data binnen gezinnen.”
Over Ruud Hortensius

Ruud volgde zijn bachelor Psychologie en master Neuroscience and Cognition op de Universiteit Utrecht. Na zijn promotie aan Tilburg Universiteit werkte hij als postdoctoraal onderzoeker in Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels is Ruud Universitair Hoofddocent bij Sociale, Gezondheids- en Organisatiepsychologie. Zijn onderzoek is gericht op sociale cognitie tijdens interacties met kunstmatige intelligentie (AI).