Uitgebreide deelname PPRC aan Global Revolution conferentie in Nottingham

Op 17 en 18 juni vond de tweejaarlijkse Public Procurement Global Revolution conferentie van Nottingham ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ plaats met uitgebreide deelname van PPRC-onderzoekers. Ruim 400 wetenschappers, beleidsmakers, rechters, advocaten en andersoortige specialisten op het gebied van aanbestedingsrecht reisden hiervoor af naar Nottingham. PPRC-onderzoekers prof. Elisabetta Manunza, mr. Nathan Meershoek, ir. Niels Uenk en dr. Willem Janssen presenteerden hier recente onderzoeksactiviteiten, met de volgende Engelstalige titels:

'Public procurement of social care: from competitive contracting to ex post competition'

Niels Uenk presenteerde – mede namens Madelon Wind en Jan Telgen – onderzoek naar gemeentelijk opdrachtgeverschap in het sociaal domein. In de workshop over inkoop van sociale diensten presenteerde Niels Uenk onderzoek naar de gemeentelijke inkooppraktijken van alle Nederlandse gemeenten bij het inkopen van 12 verschillende types sociale ondersteuningsdiensten (van huishoudelijke hulp tot jeugdreclassering). In deze studie werden 4.138 gemeentelijke contracten geanalyseerd op tal van aspecten waaronder competitieve elementen en de gehanteerde inkoopprocedure. De belangrijkste uitkomsten zijn dat gemeenten voor bijna 90% van de contracten in 2018 een open house model hanteerden, en ongeveer de helft van de gemeenten een dialooggerichte procedure gebruikten. De andere presentaties in deze workshop werden gegeven door dr. Freiderike Mussgung en dr. Caroline Emberson.

‘Questioning the foundations of the internal market as potential impediment of the need to foster social entrepreneurship in public procurement’

Elisabetta Manunza en Nathan Meershoek organiseerden een panel met als titel: ‘New economic operators’. Hier presenteerden zij hun gezamenlijke onderzoek naar het stimuleren van sociaal ondernemerschap in overheidsaanbestedingen in het licht van de fundamenten en juridische beginselen van de EU interne markt. In de ingezonden paper bediscussieerden Manunza en Meershoek de ruimte voor het stimuleren van sociaal ondernemerschap binnen de grenzen van het EU aanbestedingsrecht. Tijdens de workshop besprak Manunza eerst de grote discretionaire ruimte voor aanbestedende diensten en de conflicterende doelstellingen en beginselen ten aanzien van ‘sociaal opdrachtgeverschap’ in aanbestedingen. Vervolgens ging Meershoek in op de belemmeringen voor het stimuleren van sociaal ondernemerschap gerelateerd aan het EU-rechtelijke begrip ‘ondernemer’. De belangrijkste implicatie van dit begrip is dat aanbestedende diensten alle ‘ondernemers’ gelijk dienen te behandelen. De potentiele impact op het stimuleren van sociaal ondernemerschap van rechtvaardigingsgronden en uitzonderingen op die regel werd beperkt geacht. De gezamenlijke conclusie luidde dat voor ‘sociaal opdrachtgeverschap’ meer richting en keuzes van de wetgever nodig zijn

‘Swimming against the Tide: the Harmonisation of Self-organisation through article 12 Directives 2014/24/EU’

Willem Janssen organiseerde een panel over de aanbestedingsrechtelijke aspecten van de in-house uitzondering en publiek-publieke samenwerkingsverbanden. In zijn paper, die hij tijdens dit panel presenteerde, besprak hij de beleidsvrijheid voor nationale wetgevers om aanvullende of andere criteria te hanteren bij de implementatie van artikel 12 Richtlijn 2014/24/EU (de geïnstitutionaliseerde en niet-geïnstitutionaliseerde uitzondering). Aangewakkerd door de Finse, Litouwse, Italiaanse en Poolse implementaties van deze richtlijnbepaling, is de kwestie aanleiding voor een bredere discussie over zelf-organisatie binnen de grenzen van het EU aanbestedingsrecht. In het licht van de Litouwse jurisprudentie waar het Hof van Justitie van de EU uitspraak over zal gaan doen (Irgita-zaak, in behandeling) gaat Janssen in de paper in op wat voor soort harmonisatie de richtlijnbepaling omvat en daaropvolgend of de genoemde implementaties wel of niet strijdig met het EU-recht zijn. Ten slotte besprak Janssen de potentiele impact van een uitspraak van het Hof van Justitie in de genoemde zaak op het organiseren van publieke taken op het niveau van de lidstaten. De andere presentaties in het panel werden gegeven door dr. Carri Ginter, dr. Livio Girenti en Erik Olsson.