Uitbraak management bij kattenziekte
Tijdschrift voor Diergeneeskunde
De verwekker van kattenziekte is een parvovirus: het feline panleukopenievirus (FPLV) dat tegenwoordig vaker feline parvo virus (FPV) wordt genoemd. Vooral in katachtigen kan het FPV vermeerderen en klinische verschijnselen geven.
Een FPV-vaccinatie geeft bescherming tegen de hoge morbiditeit en mortaliteit van deze infectieziekte, omdat het doorgaans een solide en langdurige immuniteit geeft. Hierdoor zal de verdenking van een FPV-infectie in de eerstelijns dierenartsenpraktijk niet vaak worden gesteld. Dierenartsen kunnen hierdoor ten onrechte de indruk krijgen dat kattenziekte minder vaak voorkomt.
In dierenopvangcentra (DOC’s, asielen) daarentegen vindt een concentratie plaats van katten met een onbekende vaccinatie- en ziektestatus, waardoor uitbraken in het DOC mogelijk worden. In DOC’s in Nederland doen zich jaarlijks meerdere uitbraken van kattenziekte voor.
Epidemiologie
FPV wordt via direct en indirect contact (materialen!) via de faeco-orale route overgedragen van kat op kat. FPV wordt voorafgaande aan klinische verschijnselen al via feces uitgescheiden. Parvovirussen zijn zeer stabiel en kunnen langdurig (minstens 10 maanden) infectieus blijven in de omgeving. De hoge infectiedruk in een DOC kan resulteren in uitbraken met veel ziekte en sterfte.
Pathogenese
Het virus heeft een voorkeur voor snel delende cellen en infecteert de enterocyten in de crypten, lymfoid weefsel en beenmerg. Ook kan het cerebellum worden aangetast. De klinische verschijnselen zullen per leeftijdsgroep verschillen.
Het artikel is mede geschreven door Ruth van der leij en Mirjam Duijvestijn.
Het volledige artikel is verschenen in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde op 1 oktober 2018.