Thomas Vaessens herbenoemd als decaan Geesteswetenschappen
Prof. dr. Thomas Vaessens is per 1 april 2026 door het College van Bestuur herbenoemd als decaan van de faculteit Geesteswetenschappen. Vaessens is sinds april 2022 decaan en wordt nu herbenoemd voor een periode van vier jaar, tot april 2030.
Collegevoorzitter Anton Pijpers is blij met de herbenoeming van Vaessens. “Thomas is een empathische, doortastende en visionaire decaan. De fundamentele veranderopgave van de faculteit Geesteswetenschappen is een enorme klus, en Thomas geeft daar doortastend en met verve leiding aan, om zo de kwaliteiten van de faculteit duurzaam te borgen. Daar hebben we bewondering voor en daar werken we de komende jaren graag samen met hem en alle collega’s van Geesteswetenschappen aan verder. Want ook de komende decennia willen we zelfbewuste en trotse geesteswetenschappers opleiden die over grenzen heen kunnen samenwerken en die hun rol pakken in de oplossing van de grote, complexe problemen van vandaag en morgen. Daarvoor is een financieel stabiele en inhoudelijk wendbare faculteit Geesteswetenschappen nodig.”
Openheid, visie en toekomstgerichtheid
Tijdens het herbenoemingsproces kwam er veel positieve feedback van studenten en medewerkers op de stijl van Vaessens, zo is er veel waardering voor zijn openheid, visie en toekomstgerichtheid.
Thomas Vaessens: “Ik vind het een voorrecht dat ik word herbenoemd als decaan van deze prachtige, duizelingwekkend brede faculteit, die over de volle breedte kwaliteit levert: in onderwijs, onderzoek, én in de ondersteuning van deze kerntaken. Gesprekken beginnen hier meestal met een vraag en slechts zelden met een geharnast standpunt, óók als het moeilijk is. Dat is ontzettend waardevol en plezierig. Het transitieplan waar we middenin zitten is een project van lange adem, maar we liggen in alle opzichten op schema: financieel én inhoudelijk. Daar ben ik trots op en ik kijk ernaar uit om daar de komende jaren aan verder te werken samen met vele collega’s.”
Over Thomas Vaessens
Thomas Vaessens (1967) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht, waar hij vervolgens ook promoveerde. Tussen 2006 en 2020 was hij hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij achtereenvolgens voorzitter was van het Departement Neerlandistiek, directeur van het Amsterdams Instituut voor Geesteswetenschappelijk Onderzoek (AIHR) en vice-decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Van 2020 tot 2022 was hij decaan van de faculteit Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Hij was Academic Director van twee landelijke onderzoeksscholen - het Huizinga Instituut en de Onderzoeksschool Literatuurwetenschap - en is lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Sinds april 2022 is hij decaan bij de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht.