Sterke en snelle vermindering van broeikasgas-uitstoot is nodig om de zeespiegelerfenis te beperken
De onafwendbare zeespiegelstijging in de komende eeuwen, ook wel zeespiegelerfenis genoemd, is een van de meest problematische gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. De uitstoot van broeikasgassen bepaalt hoe snel de zeespiegel stijgt en daarmee hoe onze toekomstige kustlijn eruit komt te zien. Internationaal onderzoek, vandaag gepubliceerd in Nature Climate Change, laat zien dat we wereldwijd voor toekomstige generaties zo’n 0,6 meter zeespiegelstijging kunnen voorkomen als we de uitstoot nu gaan afbouwen volgens het Parijs-akkoord. Aan het onderzoek werkten wetenschappers mee van het Oostenrijkse onderzoeksinstituut IIASA, de Universiteit Utrecht en NIOZ.
In plaats van te focussen op de totale zeespiegelstijging in 2300, bepaalden de onderzoekers welk deel van de zeespiegelstijging in 2300 er nog zal worden ‘vastgelegd’ door broeikasgasuitstoot in deze eeuw. Dit wordt ook wel de zeespiegelerfenis genoemd. Ze isoleerden het effect van uitstoot op de korte tot middellange termijn en kunnen daarmee een directe link leggen tussen de beleidskeuzes nu en hun invloed op de zeespiegelstijging in de komende eeuwen.
De lange-termijn erfenis van broeikasgasuitstoot
Eerste auteur van is klimaatonderzoeker Alexander Nauels van IIASA. "Normaal gesproken maken onderzoekers verwachtingen van de zeespiegelstijging in bijvoorbeeld 2100 voor een beperkt aantal scenario’s van broeikasgasuitstoot. Daarmee kun je echter niet goed aantonen wat het effect is van afnames in uitstoot op de zeespiegelstijging op de langere termijn." Omdat oceanen en ijskappen relatief langzaam reageren op klimaatverandering, stopt de zeespiegelstijging niet in 2100: "Beslissingen over de uitstoot van broeikasgassen in de komende decennia hebben daarom in de komende eeuwen grote gevolgen."
NIOZ-onderzoeker en co-auteur vult aan: "Omdat de zeespiegel sterke ruimtelijke variaties kent, hebben we ook berekend hoe de zeespiegelerfenis eruitziet op regionale schaal. In onze studie laten we zien hoe het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen in de komende decennia invloed heeft op zeespiegelstijging in kustgebieden wereldwijd." Het nieuwe onderzoek helpt daarmee om de effecten van verschillende beleidskeuzes over de uitstoot van broeikasgassen beter in beeld te brengen. De hieraan gekoppelde zeespiegelstijging bepaalt in hoeverre kustgebieden zich kunnen aanpassen aan toekomstige veranderingen.
Snel afbouwen kan 0,6 meter schelen
Als de uitstoot van broeikasgassen tussen 2020 en 2050 doorgaat op basis van huidig beleid, leidt dat volgens het onderzoek tot zo’n 0,3 meter extra zeespiegelstijging in 2300. Die stijging kan al grote gevolgen hebben voor de benodigde aanpassingen van kustgebieden op de lange termijn. Blijft de uitstoot ongewijzigd tot 2090, dan zou dit leiden tot ongeveer 0,8 meter extra zeespiegelstijging in 2300. Het onderzoek laat zien dat we hiervan zo’n 0,6 meter kunnen voorkomen als we per direct zouden beginnen met het afbouwen van emissies zoals afgesproken in het Parijs-akkoord. Zulke verschillen kunnen bepalen of laaggelegen eilanden in de Stille Oceaan wel of niet bewoonbaar blijven. Co-auteur Tim Hermans, klimaatonderzoeker bij de Universiteit Utrecht: "Ook voor Nederland is vermindering van de zeespiegelerfenis belangrijk, omdat het de gevolgen van bijvoorbeeld zoutindringing en de toenemende overstromingskansen verkleint."
Hoofdauteur Nauels concludeert: "Het verschil tussen een blijvend hoge uitstoot van broeikasgassen of een sterke afname ervan bepaalt niet alleen hoeveel graden de aarde opwarmt, maar ook de mate van zeespiegelstijging, een cruciaal aspect voor laaggelegen kustgebieden. Wij hebben laten zien dat we nog steeds de mogelijkheid hebben om een deel van de zeespiegelerfenis waarmee we de volgende generaties opzadelen te voorkomen."
Het onderzoek, getiteld ‘’ is in oktober 2025 gepubliceerd in het tijdschrift Nature Climate Change.