Stap verder in onderzoek naar syndroom van Cushing

Dierenarts en promovendus Karin Sanders onderzocht drie nieuwe behandelingsopties voor het syndroom van Cushing met veelbelovende resultaten. Van een van de drie opties is implementatie in de kliniek al dichtbij. Ook ontwikkelde Sanders een scoresysteem om de prognose te voorspellen van honden met bijniertumoren na de operatie. Met deze score kunnen dierenartsen honden selecteren die mogelijk baat hebben bij een aanvullende behandeling. Sanders promoveert 16 mei op haar onderzoek.
Het syndroom van Cushing komt voor bij zowel mensen als honden, maar is bij honden een van de meest voorkomende hormonale aandoeningen. Sanders: “Een tot twee op de 1000 honden leidt aan de ziekte, waarbij chronisch te veel van het hormoon cortisol aangemaakt wordt.” Cortisol wordt gemaakt in de bijnieren en helpt om met stress om te gaan.
Medicatie niet optimaal
Huidige behandelingen richten zich op het chirurgisch verwijderen van de hypofyse- of bijniertumor of het remmen van de cortisolaanmaak met medicatie. Deze medicatie remt echter niet specifiek cortisol, dus is de kans groot dat er ook andere hormonen geremd worden. Sanders onderzocht drie nieuwe behandelingsmogelijkheden voor het syndroom van Cushing bij de hond. Ze vertelt: “Eerst onderzocht ik het proces van hormoonproductie bij honden. Daarna heb ik drie verschillende mogelijke nieuwe behandelingsopties getest met zeer veelbelovende resultaten.”
Specifiek middel
Sanders onderzocht de drie nieuwe behandelingsopties in gekweekte bijnierschorscellen van honden, een methode waarvoor geen proefdieren nodig zijn en dus bijdraagt aan het verminderen van het aantal proefdieren. “Twee van de opties staan nog in de kinderschoenen maar één optie, een middel wat specifiek cortisol remt, blijkt te werken en kan nu in dieren worden onderzocht. Implementatie in de kliniek is dichtbij.” Het syndroom van Cushing kan twee oorzaken hebben. De eerste oorzaak is een tumor in de hypofyse, een klier in de hersenen. Dor de tumor geeft de hypofyse teveel stimulerende signalen af aan de bijnieren. De tweede oorzaak is een bijniertumor die uit zichzelf teveel cortisol aanmaakt.
Nieuw scoresysteem
Sanders ontwikkelde ook een scoresysteem waarmee de prognose van honden na operatie kan worden voorspeld. “Na de operatie verzamelen we de bijniertumor. Die onderzoeken we om te beoordelen of de tumor kwaadaardig is. Dan is er namelijk kans dat de tumor terug komt, dus adviseren we om de hond goed in de gaten te houden en vaak te monitoren.” In de toekomst kunnen artsen wellicht ook preventief behandelen om kans op terugkeer van de tumor te verkleinen. Ook identificeerde Sanders drie genen die hoger tot uiting komen in kwaadaardige bijniertumoren. Als we deze genen medicamenteus remmen, kunnen we mogelijk de overleving van honden met bijniertumoren verbeteren.
Mensen met het syndroom van Cushing
Door de vele overeenkomsten tussen het syndroom van Cushing bij mensen en honden, kunnen de bevindingen in dit proefschrift niet alleen de hond helpen, maar mogelijk ook de mens. Bij mensen komt Cushing een stuk minder voor, slechts bij een tot vijf op de miljoen mensen. Onderzoek in honden met het syndroom is daarom belangrijk voor zowel hond als mens.