Sjors Nab en Sadie Nyman McKnight winnen scriptieprijzen Geesteswetenschappen
Afgelopen week reikte de faculteit Geesteswetenschappen de jaarlijkse prijzen voor de beste masterscriptie en onderzoeksmasterscriptie uit. Sjors Nab en Sadie Nyman McKnight mochten een scriptieprijs mee naar huis nemen.
De verantwoordelijkheid van musea in de klimaatcrisis
Sadie Nyman McKnight (MA Cultural History and Heritage) kreeg de prijs voor de beste masterscriptie voor haar Food for Thought in Museums: Delay Discourses in Exhibitions about Food 1989-2024, begeleid door Gertjan Plets. Hierin onderzoekt zij museumtentoonstellingen over de ‘toekomst van voedsel’ en identificeert ze wijdverspreide ‘uitstel-discoursen’.

“Dat zijn manieren van vertellen of presenteren die er, zonder dat dit zo bedoeld is, vaak voor zorgen dat broodnodige actie wordt uitgesteld of dat nietsdoen wordt goedgepraat – terwijl we ons steeds bewuster worden van de urgentie van de klimaatcrisis en de rol van het voedselsysteem daarin”, legt Nyman McKnight uit. “Mijn onderzoek laat zien dat tentoonstellingen een belangrijke rol kunnen spelen in hoe mensen het milieu en klimaat begrijpen, en dat dit vragen oproept over de taak en verantwoordelijkheid van musea.”
“Urgentie en relevantie zijn overduidelijk”
“De scriptie laat zien dat musea en tentoonstellingen zowel een rol spelen in klimaatactie als in het verspreiden van narratieven over voedsel die veranderingen richting een minder CO2-intensieve voedselproductie juist in de weg staan”, schrijft de jury in haar rapport. “De urgentie en maatschappelijke relevantie van de scriptie zijn overduidelijk, en de kritiek op de invloed die Big Agriculture heeft op dominante narratieven over voedsel is niet mis te verstaan.”
“Ik voel me heel vereerd dat ik deze prijs mag ontvangen,” reageert Nyman McKnight. “Ook omdat ik veel plezier heb gehad in het onderzoeken van dit fascinerende onderwerp. Ik ben heel dankbaar voor iedereen die me heeft geholpen deze scriptie te schrijven en hoop dat het kader dat ik heb geschetst in toekomstig onderzoek verder kan worden uitgewerkt. ”
Alle genomineerden over hun onderzoek
Benieuwd naar wat Sjors Nab en Sadie Nyman McKnight nog meer over hun onderzoek vertellen? Zij, en de andere genomineerden, lichten hun scripties zelf toe.
De zoektocht naar een meester zonder naam
Hoe onderzoek je een schilder wiens naam verloren is gegaan? Sjors Nab (RMA Art History) won de prijs voor beste onderzoeksmasterscriptie met The Master of the Legend of Saint Lucy, begeleid door Daantje Meuwissen. De Meester van de Legende van Heilige Lucia, een anonieme meester die aan het einde van de vijftiende eeuw actief was in Brugge, werkte voor opdrachtgevers van Letland tot Spanje. Toch werd hij vaak overschaduwd door beroemdere tijdgenoten of weggezet als eenvoudige kopiist.

“Door röntgenfoto’s, infraroodbeelden en andere technieken van musea en erfgoedinstellingen wereldwijd te verzamelen, kon ik letterlijk door de verflaag heen kijken en zijn schildertechniek stap voor stap reconstrueren”, vertelt Nab. “Zo werd zichtbaar hoe deze onbekende meester 450 jaar geleden werkte: aarzelend bij sommige composities, gedecideerd bij andere. Langzaam kreeg hij zo weer een eigen karakter en ik hoop daarmee een raamwerk te hebben neergezet waarin nog meer meesters wiens naam we zijn verloren opnieuw tot leven kunnen komen.”
“V쳾Բ”
“Deze scriptie laat zich met één woord typeren: vakmanschap”, aldus de jury. Ze vindt de uitvoering van de studie professioneel, zorgvuldig, grondig en ambachtelijk en verwacht dat er maar weinig aanpassingen nodig zijn om het werk direct te publiceren. “Met deze scriptie geeft Sjors een nieuwe inkijk in het werk van een specifieke schilder. Het belang van zijn studie gaat echter verder dan dat, doordat zijn manier van werken binnen de technische kunstgeschiedenis ook kan worden toegepast op andere oeuvres.”
“Het is een prachtige erkenning, niet alleen voor mij, maar voor iedereen die me heeft geholpen”, zegt Nab. “Naast de steun van mijn geweldige begeleider Daantje, was de samenwerking met musea en erfgoedinstellingen cruciaal voor mijn onderzoek. In de kunsthistorische en geesteswetenschappelijke wereld die internationaal onder druk staat, hebben zij toch de tijd genomen om mijn onderzoek mogelijk te maken. Daar ben ik hen diep dankbaar voor.”