Rauw vleesvoeding: 3. Infectierisico’s voor dieren
Tijdschrift voor Diergeneeskunde
Inleiding
Door het voeren van rauw vlees aan hond en kat kunnen bij deze dieren infecties ontstaan die met klachten gepaard gaan (inclusief bij de ongeboren pups/kittens). Ook kunnen met rauw vlees gevoerde honden en katten een bron zijn van infecties voor andere diersoorten. De infecties kunnen bijvoorbeeld ontstaan doordat het vlees uitwendig gecontamineerd is met bacteriën tijdens het slacht- en verwerkingsproces. Daarnaast kan vlees inwendig besmet zijn met parasieten, waarbij het eten van prooidieren in de levenscyclus een rol speelt. Voorbeelden zijn Toxocara canis, Neospora caninum, Cystoisospora spp., Neospora caninum, Sarcocystis spp., Toxoplasma gondii (alleen tussengastheer rol voro de hond, maar kat is ook eindgastheer) en lintwormen (Taenia spp., maar ook Echinoccus spp.).
Bacteriële risico’s
Rauw vlees kan gecontamineerd zijn met een variëteit aan pathogenen, waarbij Salmonella spp. het meest in de belangstelling staan als potentiele ziekteverwekkers. Verschillende studies rapporteren de aanwezigheid van Salmonella spp. In zowel commerciële als zelfbereide rauw vlees voeders. De prevalentie van Salmonella spp. in de commerciële rauw vleesvoeders loopt hierbij uiteen van 20-48%. Bij pluimvee bevattende producten kan dit percentage zelfs oplopen naar 67%.
Het volledige artikel is verschenen in Tijdschrift voor Diergeneeskunde, 1 oktober 2016