Professor Anna Gerbrandy over haar werk als kroonlid van de SER: “Het streven naar brede welvaart keert in alles terug”

Professor Anna Gerbrandy
Professor Anna Gerbrandy, foto: Christiaan Krouwels

Haar ogen lichten op, als ze enthousiast praat over haar net afgeronde opdracht voor de SER: een verkenning naar de mogelijkheid om een landbouwakkoord te sluiten. Anna Gerbrandy is sinds juli 2020 kroonlid van de Sociaal Economische Raad en is één van de twee verkenners die de verkenning hebben opgesteld. Naast haar werk als hoogleraar mededingingsrecht aan de Universiteit Utrecht en onderzoeksdirecteur bij het departement Rechtsgeleerdheid, heeft Gerbrandy als verkenner de afgelopen tijd gesprekken gehouden met vijftig verschillende organisaties rondom de landbouw. “Mijn juridische kennis wordt nu gevoed met sociale aspecten.”

Het was demissionair minister Schouten van Landbouw die de SER om advies had gevraagd om uit de impasse te komen waar de agrarische sector en de politiek in zitten. Demonstrerende boeren met tractoren naar het Binnenhof, politieke partijen die de veestapel willen halveren, te veel stikstofuitstoot en CO2-uitstoot: de toekomst van de agrarische sector lijkt voor velen onzeker. De SER zegt na gesprekken met belanghebbenden dat er wel degelijk perspectief is, maar ook een dringende noodzaak voor een . Zo’n akkoord helpt bij de versnelling naar een economische, ecologische en sociaal duurzame landbouw.

Hoe was het om die gesprekken met belanghebbenden te houden?

“Heel erg boeiend. De interactie met stakeholders zoals ondernemers en maatschappelijke organisaties, doen mij als wetenschapper anders omgaan met de kennis die ik heb. Ik leg nieuwe verbanden tussen onderdelen, mensen reiken je een andere blik aan. Mijn mede verkenner, Katrien Termeer (hoogleraar Bestuurskunde aan Wageningen ľϸӰ & Research) en ik voelden in de gesprekken de urgentie bij dit onderwerp, maar zeker ook de wens om er uit te komen."

Tractor met een protestbord voorop: "Proud to be a farmer"

“Ja, er is polarisatie tussen de boer en de samenleving, maar onze gesprekspartners zagen ook een betere toekomst voor de sector. Als er tenminste vanaf nu een langjarig, voorspelbaar en coherent beleid wordt gevoerd. Als het vertrouwen tussen bestuurders en agrariërs wordt hersteld. Waarbij wij als verkenners ook de politiek waarschuwen: ga niet de randen van bestaande wettelijke kaders opzoeken.”

Je bent hoogleraar mededingingsrecht, voor een buitenstaander niet de meest aangewezen persoon om over landbouw te adviseren?

“Ik had voordat ik kroonlid werd, al eerder meegewerkt in een werkgroep Mededinging en Duurzaamheid van de SER. Ik deed mee vanuit mijn vakgebied, het mededingingsrecht en was gevraagd omdat ik over de spanning tussen mededingingsrecht en duurzaamheid had gepubliceerd. Mijn oratie ging daar over! Het bijzondere is dat je bij de transitie naar duurzaamheid vaak op problemen stuit met mededinging. Het spanningsveld tussen: moeten samenwerken en niet mógen samenwerken volgens de wet. Ook problemen rond ongelijkheid steken hierbij de kop op. Daar moet je oplossingen voor vinden.”

Het spanningsveld tussen: moeten samenwerken en niet mógen samenwerken volgens de wet. Daar stuit je op bij de transitie naar duurzaamheid.

“Mijn expertise en kennis is complementair aan wat mijn collega Sybe de Vries doet bij de leerstoel Economisch Publiekrecht aan de Universiteit Utrecht: het bestuderen van de wisselwerking tussen economie en recht, de regulering van de markt door de overheid en de rechtsinstrumenten. We hadden ons samen al eens over het landbouwbeleid van de Europese Unie gebogen, vanuit interne markt en mededingingsrecht. Ik doe onderzoek naar de rol van mededingingsrecht bij maatschappelijke veranderingen, bijvoorbeeld in een Europees gefinancierd project rond digitalisering en de macht van grote tech bedrijven “Modern Bigness"

"Bij een kwestie als de toekomst van de landbouw komt hier ook de samenhang van economische rechten met publieke belangen als duurzaamheid bij kijken. Veel van wat we in onze verkenning hebben meegenomen ligt niet direct op mededingingsrechtelijk terrein maar het is wel ingebed in vragen van economisch publiekrecht. Dat maakt het natuurlijk ook zo interessant.”

Het tegengaan van ongelijkheid staat hoog op de agenda.

“Ons werk bij de SER draait om de vraag: wat voor maatschappij wil je? Hoe zorg je dat iedereen mee kan komen? Het tegengaan van ongelijkheid staat hoog op de agenda. Ik merk ook dat het streven naar brede welvaart in alles terugkeert bij de SER. Brede welvaart is ook een onderwerp dat de Universiteit Utrecht via Institutions for Open Societies op de politieke en bestuurlijke agenda heeft gezet.”

Je bent nu bijna een jaar kroonlid van de SER. Wat vond je ervan tot nu toe?

“Heel eervol en razend interessant om bij één van de belangrijkste raadgevers van regering en parlement te horen. Ik had er niet altijd aan gedacht, als je me jaren geleden zou vragen of ik dit ambieerde, maar dat geldt voor wel meer stappen in mijn carriere. Grote maatschappelijke veranderingen, zoals het Energieakkoord, het Klimaatakkoord, het Pensioenakkoord worden door de SER voorbereid en dus mede “gemaakt”. Akkoorden die wat in beweging zetten in de maatschappij, dat vind ik erg mooi. We geven gevraagd én ongevraagd advies. Zo willen we nu ook digitalisering op de agenda zetten.”

Boekomslag Nederland en het poldermodel

Kan je al goed “polderen”?

“Nou, ik heb al jaren een boek in de kast staan van twee historici van de Universiteit Utrecht, Jan Luiten van Zanden en en Maarten Prak: “Nederland en het poldermodel”. Ik moet toegeven dat ik nu pas eindelijk echt heb gelezen en het is een fantastisch boek! Het legt uit waarom Nederland een polderland is en óók waarom niet! Het is een heel leuk geschiedenisboek over hoe we er steeds gezamenlijk uitkomen in het algemeen belang. Ik heb er wat van geleerd. Verder is polderen ook: samen denken over de inrichting van Nederland; het is een voorrecht om daarover mee te kunnen denken. In de landbouwverkenning heb ik geleerd van Katrien, die al langer kroonlid is. Hoe luister je, hoe voer je gesprekken over onderwerpen waar soms ook veel emoties in verborgen liggen? Er kwamen ver uiteenliggende standpunten in naar voren. Dan is de kunst uiteindelijk ook hoe je de verschillen kunt overbruggen en het gezamenlijke kunt vasthouden. Hoe kom je tot een leidraad: Welke kant moeten we op?”

Brengt deze nevenfunctie iets teweeg in je academische onderzoek?

“Het is een verbreding en een verdieping van mijn academische werk. Soms passen stukjes direct op wat ik doe in de wetenschap, maar soms ook niet. Bij de SER staat altijd het algemene belang voorop, die gezamenlijkheid. Daar hoef ik in andere onderdelen van mijn werk als wetenschapper niet altijd rekening mee te houden. Ik hoop het goed te kunnen blijven combineren met mijn andere werk, want ik vind het heel inspirerend.”