Overleden huisdier als donor
Tubantia
Eens moeten we afscheid nemen van ons huisdier. En dan? Ter beschikking stellen aan de wetenschap is een optie. Elk gestorven dier dat beschikbaar wordt gesteld, spaart het leven van een proefdier uit.
(...) Studenten leren aan de hand van echte dieren de anatomie goed kennen. Vijf jaar lang werden alleen in de regio Utrecht overleden huisdieren opgehaald, sinds kort gebeurt dat ook in Oost-Nederland.
(...) De dierenarts ziet het belang in van het gebruik van dieren voor anatomielessen."In boeken zie je de anatomie tweedimensionaal. Bij een dier in drie dimensies. Wat je in het boek hebt geleerd, snap je pas goed als je het ontdekt aan een echt dier. Je kunt ook voelen hoe kwetsbaar of hoe sterk botten en organen zijn.''
De Universiteit Utrecht heeft 340 dieren per jaar nodig. ,,De regio Utrecht levert onvoldoende dieren op. Daarom zoeken we uitbreiding. Het werd Oost-Nederland omdat we daar al heel goede contacten hebben en het vervoer goed kan worden geregeld door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD)", vertelt Marieke Krikhaar van Proefdiervrij.
Het gaat in Twente en Achterhoek vooral om honden. Uit de regio Utrecht worden ook katten, konijnen, cavia's, ratten en fretten aangeboden. Honden mogen maximaal 30 kilo wegen.
Diereneigenaren kunnen na het overlijden bij de dierenarts een dierdonorcodicil invullen, waarmee ze aangeven dat hun huisdier beschikbaar wordt gesteld aan de Universiteit Utrecht. De dierenarts beoordeelt of een dier geschikt is als studiemateriaal. Is dat zo dan gaat er een telefoontje naar Utrecht waarna het dier wordt opgehaald.
Het volledige artikel is verschenen in Tubantia.