Opiniestuk Lauren Gould over skepsis in Noord-Oeganda over Internationaal Strafhof
Dominic Ongwen, een aanvoerder van het Oegandese Verzetsleger van de Heer (LRA), is op 26 januari voor het eerst verschenen voor de rechters van het Internationaal Strafhof in Den Haag. In een opiniestuk in de Volkskrant van 9 februari legt (promovendus bij het Centre for Conflict Studies van het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis) uit waarom dat in Noord-Oeganda gemengde reacties opwekt. Het Strafhof is daar zó omstreden dat mogelijk zelfs de slachtoffers het niet eens zijn met de uitspraken van de aanklager.
Gould was voor haar promotieonderzoek recent nog in Noord-Oeganda en sprak daar met oorlogsslachtoffers, vredesactivitsten en religieuze leiders over de arrestatie van Ongwen. Ze constateert dat Ongwen niet alleen als dader wordt gezien, maar zelf ook als slachtoffer, omdat hij ontvoerd en geronseld is als kindsoldaat. De vredesactivisten zijn er bovendien niet van overtuigd dat zijn berechting de vrede dichterbij brengt. Gould: "In plaats van een berechting in Den Haag, hadden ze liever gezien dat Ongwen nu werd ingezet om, via hun lokale radioprogramma, de andere LRA rebellen aan te sporen hun wapens neer te leggen en om amnestie te vragen."
Ze wijst er bovendien op dat veel Noord-Oegandezen het Strafhof sterk bekritiseren omdat dat alleen de oorlogsmisdaden van het LRA onderzoekt, en niet die van de Oegandese militairen. Gould: "Veel van mijn informanten zijn van mening dat beide partijen verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden en de barre postconflict omstandigheden waarin veel Noord-Oegandezen nu leven."