Nieuwe geologische methode reconstrueert nauwkeurige zomer- en wintertemperaturen van broeikasklimaat
Een internationaal onderzoeksteam geleid door Dr. Niels de Winter van de Universiteit Utrecht heeft met behulp van een nieuwe methode de maandelijkse temperatuurverschillen in het Krijt (78 miljoen jaar geleden) gereconstrueerd. Deze tijd, de tijd van de dinosauriërs, werd gekenmerkt door hoge CO2-concentraties. ‘Door te weten hoe groot de verschillen tussen zomer en winter waren in warmere periodes in het verleden, kunnen we de modellen verbeteren die ons toekomstige klimaat voorspellen,’ aldus paleoklimatoloog Niels de Winter. Het paper is op 10 juni gepubliceerd in het vakblad Communications Earth & Environment.
Nieuwe methode
Het team van onderzoekers gebruikte voor het eerst de “clumped isotope” methode om klimaatreconstructies te maken. Dr. Martin Ziegler leidt het clumped isotope lab aan de Universiteit Utrecht: “Bij deze methode kijken wij naar hoe specifieke atomen gerangschikt zijn binnen de schelpen. Dit geeft informatie over de temperatuur tijdens het ontstaan van een schelp. Bovendien is de methode gebaseerd op natuurkundige principes en is daarom veel betrouwbaarder.” De Winter, Ziegler en collega’s pasten de nieuwe techniek voor het eerst toe op hele kleine samples van minder dan 100 microgram uit de fossiele schelpen, waardoor het mogelijk wordt om temperatuur veranderingen op maandelijkse tijdsschaal te achterhalen. Zo werd duidelijk dat de watertemperatuur in Zweden ten tijde van deze broeikas-periode schommelde tussen 15°C in de winter tot 27°C in de zomer, ruim 10°C warmer dan vandaag. Samen met collega’s uit Bristol vergeleek het team van onderzoekers de nieuwe reconstructie met simulaties van klimaatmodellen. Het team ontdekte dat de nieuwe reconstructies veel beter aansloten op deze simulaties dan reconstructies met eerdere methoden.
Plankton versus schelpen
De Winter: “Bij eerdere methoden voor klimaatreconstructie werd veel gebruik gemaakt van diepzee sedimenten, die vaak grotendeels uit de skeletjes van plankton bestaan. Maar bij zulke samples weet je nooit precies of je wel de gemiddelde jaartemperatuur meet. Als dat plankton maar een paar maanden oud wordt, of voornamelijk groeit tijdens de jaarlijkse algenbloei in de lente, geven klimaatrecontructies op basis van deze sedimenten een vertekend beeld van het jaarlijks gemiddelde. Met deze nieuwe methode, waar we gebruik maken van fossiele schelpen, hebben we nu een techniek in handen om die andere reconstructies te controleren op zulke seizoenale afwijkingen.”
Nieuwe inzichten
Door het klimaat uit het verleden te reconstrueren kunnen we beter inschatten hoe ons toekomstige klimaat er uit gaat zien. De Winter legt uit: “Voorheen dacht men dat bij een opwarming van het klimaat het verschil tussen de seizoenen zou verminderen, zoals er ook in de tropen minder temperatuurverschil bestaat tussen zomer en winter bestaat. Onze reconstructies en ons klimaatmodel laten juist zien dat de zomertemperatuur net zo snel opwarmt als de wintertemperatuur. Het temperatuurverschil tussen seizoenen blijft dus bestaan.”