Nederlandse 'circulaire' modebanen nog steeds onzeker en laagbetaald

Nederland wordt vaak geprezen als koploper op het gebied van circulaire economie, maar in haar proefschrift legt Lis Suarez Visbal van de Universiteit Utrecht een verborgen probleem bloot. Hoewel circulaire mode in Nederland vanuit ecologisch oogpunt duurzaam is, blijft de sociale duurzaamheid achter: veel van de zogenaamde 'groene banen' in de Nederlandse textielsector zijn verre van eerlijk. Op 5 september a.s. promoveert ze op haar onderzoek.

De Nederlandse sector biedt sprekende voorbeelden. Zo worden verschillende sociale ondernemingen voor reparatie en herfabricage, en zelfs recyclingfaciliteiten, vaak geprezen voor het bieden van kansen aan kwetsbare groepen. Deze functies bestaan vaak omdat bedrijven werkloosheidssubsidies ontvangen om mensen in dienst te nemen die hulp nodig hebben bij het vinden van werk of re-integratie. Hoewel dit in principe op zich positief is, zijn deze banen in de praktijk vaak gekoppeld aan kortlopende werkgelegenheidssubsidies. Maar aangezien er in Nederland niet veel grootschalige productie of herfabricage plaatsvindt, hebben deze werknemers, zodra de subsidieperiode afloopt, moeite om stabiele, fulltime banen met de juiste voordelen te vinden en moeten ze op zoek naar nieuwe banen, vaak opnieuw met tijdelijke contracten en tegen een minimumloon. Dit creëert een draaideur van onzeker werk, dat er in de statistieken misschien goed uitziet, maar geen duurzaam levensonderhoud opbouwt. Bovendien blijven er genderongelijkheden bestaan, aangezien vrouwen de neiging hebben om deeltijdse of minder zekere contracten aan te nemen vanwege gezinsverantwoordelijkheden, wat resulteert in een loonkloof tussen mannen en vrouwen, zelfs binnen zogenaamd "duurzame" circulaire banen.

Structurele zwakte

Soortgelijke patronen trof Suarez Visbal aan in Spanje. Daar worden reparatie-, herfabricage- en recyclinginitiatieven ook gedomineerd door tijdelijke, laagbetaalde banen, met beperkte carrièreperspectieven op lange termijn. De parallellen tussen Nederland en Spanje laten zien dat dit geen geïsoleerd probleem is, maar een structurele zwakte in de sector in heel Europa.

Wereldwijde trend

In India, dat circulaire mode naar Europa exporteert en een aanzienlijke hoeveelheid Europees textielafval recycleert, ziet het beeld er anders uit, maar is het even zorgwekkend. Daar worden reparatie, herfabricage en recycling vaak uitgevoerd in de informele sector, waar werknemers geen contracten, geen sociale zekerheid en geen bescherming hebben. Mannen verdienen doorgaans meer dan vrouwen, zelfs als ze soortgelijk werk verrichten, en het ontbreken van regelgeving maakt werknemers kwetsbaar voor uitbuiting. Het onderzoek, waarbij ze 60 bedrijven in Nederland, Spanje en India onder de loep nam, wijst op een wereldwijde trend: of het nu in Europa of Azië is, circulaire mode kan de impact op het milieu wel degelijk verminderen, maar tenzij ook sociale rechtvaardigheid wordt ingebouwd, loopt de circulaire sector het risico dezelfde fouten van de fast fashion te kopiëren.

Onzekere banen

Om de circulaire transitie echt te laten slagen, moet deze dus niet alleen milieuvoordelen opleveren, maar ook eerlijk, stabiel en menswaardig werk. De vraag is dus: kan Nederland koploper blijven in de circulaire economie als de banen die het creëert nog steeds dusdanig precair zijn?

Verbeteringen

Als onderdeel van haar onderzoek ontwikkelde Suarez Visbal een reeks praktische instrumenten die milieudoelen direct verbinden met sociale rechtvaardigheid. Eén daarvan stelt bedrijven in staat om te evalueren of hun circulaire initiatieven het leven van werknemers verbeteren. Dit kader heeft al internationale aandacht getrokken: de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) neemt het over als basis voor bredere sociale impactbeoordelingen in circulaire industrieën. Ze heeft ook advies gegeven aan diverse overheden en NGO’s in India, Spanje en Nederland over het vormgeven van circulair beleid dat werknemers beschermt en tegelijkertijd milieuproblemen aanpakt. "Het is mooi om te zien dat bedrijven die zich tijdens het onderzoeksproces met deze aanpak hebben beziggehouden, al tastbare verbeteringen hebben doorgevoerd, zoals betere arbeidsomstandigheden, werknemerscomités, welzijns- en circulariteitstrainingsprogramma's. Bedrijven kunnen dus zeker hun focus verleggen naar een meer inclusieve circulaire praktijk", zegt Suarez Visbal.