Maak kennis met Laura Dijkhuizen

5 vragen aan Laura Dijkhuizen MSc, lid van het Open Science Platform.

Laura Dijkhuizen

Wie is Laura Dijkhuizen?

Promovendus en junior docent bij het departement biologie. Tot voor kort was ik ook fanatiek betrokken bij de Graduate School of Life Sciences als voorzitter van de PhD council daar. Maar na vier jaar PhD council was het tijd om dat stokje door te geven. Als onderzoeker richt ik mijn aandacht op het waanzinnige water-varentje Azolla; specifiek, de microben in-en-om de plant die bijdragen aan die "waanzinnigheid". In het Azolla team werk ik mee aan allerlei onderzoek rondom het domesticeren van de plant, als wel fundamenteel onderzoek naar de levenscyclus van de varen Azolla. Als junior docent heb ik het geluk gehad om mee te mogen draaien in allerlei aspecten van de biologie bachelor, maar ik sluit mijn junior-docentschap af als coördinator van 'introduction to bioinformatics for life sciences'. Buiten mijn werk om knutsel ik graag aan computers en elektronica of vind je me op een klimwand, in de zomer vertoef ik het liefst op een klassiek Nederlands zeilschip.

Hoe ben je betrokken geraakt bij Open Science?

Als promovendus ben je een werknemer in opleiding. Één van de vele cursussen die je als PhD kan volgen is 'this thing called science'. In dat vak (wat ik alleen maar kan aanraden aan alle promovendi!) kwam ik in aanraking met het gedachtegoed van ''. De vraagstellingen en met name de discussies achteraf waren waanzinnig interessant en hebben mijn blik op wetenschap permanent veranderd. Van daar uit meldde ik me vol enthousiasme aan voor de '', en vervolgens rolde ik door in het Open Science Platform. Hier zet ik graag mijn netwerk en ervaring met PhD-vertegenwoordiging in voor de transitie naar Open Science.

Mijn enthousiasme voor mensen met goede ideeën, en onvermogen om 'nee' te zeggen brengen me op allerlei plaatsen. Ik kan mijn mede-promovendi alleen maar aanraden om dat ook te proberen. Er gebeurt zo waanzinnig veel interessants op Universiteit Utrecht, en vaak luisteren mensen maar al te graag naar de input van promovendi. Laat de zorgen om tijd-te-kort even gaan, en informeer eens naar je plaatselijke PhD-council of Facultair Open Science Team, misschien zoeken ze jou wel zonder dat je het wist. Je krijgt er veel meer voor terug dan die paar uren die je eraan kwijt bent.

Waar zou je specifiek aandacht voor willen vragen in het kader van Open Science?

Dit ligt misschien wat voor de hand, voor de rol van promovendi natuurlijk! Promovendi zijn dikwijls de 'uitvoerende krachten' in het wetenschappelijk werk. Een transitie naar open science zonder hen, is simpelweg onmogelijk. Gelukkig zijn promovendi vaak enthousiast en leergierig, met de goede begeleiding denk ik dat zij zeer bereid zijn om wetenschap meer open te maken. Ik kan me geen enkele promovendus voorstellen die zich niet kan vinden in de beginselen van Open Science. Echter heerst er ook veel onduidelijkheid in de promovendigemeenschap. Het is aan open science voorstanders, en ambassadeurs om die onduidelijkheden weg te nemen, en aan de architecten van open science-implementatie om promovendi te blijven betrekken in het uitwerken van de kernthema's.

Wat zijn de voornaamste uitdagingen binnen Bètawetenschappen op het gebied van Open Science. Hoe zie je daarin de rol van PhD’s?

Binnen Bèta gaat een aantal dingen heel goed denk ik. Zo is het delen van data in internationale databases veelal de norm, en maakt open source software een opmars. Anderzijds overheerst nog steeds het sentiment dat een carrière wordt gebouwd enkel op publicaties en impactfactors. Zolang promotors dat eisen van hun promovendi, zal dat ook zo blijven.

Vanuit mijn perspectief is de grootste uitdaging het veiligstellen van carrièrekansen voor jonge academici (ECA, of Early Career Academics). Laten we niet vergeten dat de meeste promovendi en post-docs kiezen voor een vervolgcarrière buiten de academie, maar dat meer dan de helft wel een academische carrière ambieert (op basis van cijfers van de GS-LS). Voor die laatste groep is het niet duidelijk of zij worden beoordeeld op de ‘oude wijze’ of een nieuwe wijze. Hoe snel gaat die transitie, en wat als buitenlandse universiteiten daarin niet meegaan? De competitie is en blijft hevig, en ECA's hebben behoefte aan houvast. Mijn ervaring in de promovendi-vertegenwoordiging leert me dat het voor promovendi onduidelijk is wat die nieuwe wijze dan precies is: "moeten ze nu bovenop publiceren ook lesgeven, managen, outreach-en? Ouderwets artikelen tellen en impact factors vergelijken, doet geen recht aan de diversiteit van academisch talent, maar het was wel duidelijk voor ECA's hoe ze verder moesten komen op de academische ladder.

Totdat de transitie naar open science compleet is, blijft het balanceren op een dunne draad. Enerzijds houdt men rekening met een volgende werkgever die selecteert op publicaties en impact, anderzijds met een werkgever die juist wel het brede scala aan kwaliteiten van academici kan waarderen (en alles daartussenin).

Waar ben je zelf trots op in relatie tot Open Science?

In mijn promoveren heb ik een sub-veld aangesneden waar mijn onderzoeksgroep tot dusver geen ervaring in had. Dat was af en toe best even zoeken, maar gaf me ook de kans om zelf vorm te geven aan alle routines en details van hoe ik werk en mijn werk documenteer. Met vallen en opstaan, documenteer ik mijn methodes en resultaten op platforms als GitHub en het open science platform (). Niet alles is open vanaf het begin af aan, maar mijn streven is dat alle analyse, data en code behorende bij mijn proefschrift openbaar is ten tijde van mijn promoveren. Althans, alle code die ik zelf heb uitgevoerd. Niet al mijn collega's zijn even begaan met open science, of met de extra moeite die zulke documentatie vraagt. Hopelijk kunnen zij met tijd toch de voordelen waarderen!

Ten tweede ben ik erg trots op het gloednieuwe 'quality assurance plan' van de GS-LS. Hoewel de naam zeer droog en bureaucratisch aandoet, is de inhoud dat allerminst. In samenwerking met de drie faculteiten aangesloten bij de GS-LS, hebben we een nieuw plan opgesteld over hoe een PhD er uit moet zien in Utrecht Life Sciences. Een aantal grote thema's uit het open science gedachtegoed komen hier prominent in naar voren. Ondertekend door die drie life sciences-faculteiten, ondersteunt dit akkoord straks meer dan 1800 promovendi en schetst meer duidelijkheid over wat de faculteit van hen verwacht om te promoveren. Ik sta te popelen om de inhoud te delen, maar daarvoor moet ik nog even de officiële publicatie afwachten. Dat zal zeker niet lang meer duren!