Kweekvlees is nog te mooi om waar te zijn

Foodlog

Eten we straks allemaal kweekvlees? Volgens Jan van der Valk, medisch-bioloog verbonden aan de Universiteit Utrecht, zitten er nog wel wat haken en ogen aan. Want voor het kweken van vlees is vooralsnog een groeimedium nodig dat de wenkbrauwen doet fronsen. Van der Valk legt uit waarom hij voorlopig liever bij het 'vleesch' van de vegetarische slager houdt.

Kweekvlees is op last van de NVWA in een Zaanse vriescel terecht gekomen. Vanwaar deze bevriezing van wat klinkt als het ei van Columbus?

Op 5 augustus 2013 presenteerde de Maastrichtse onderzoeker Mark Post in Londen de eerste kweekhamburger. Kweekvlees, ook wel aangeduid als kunstvlees, in vitro vlees of ‘schoon’ vlees (clean meat), zou een uitstekend alternatief kunnen zijn voor het vlees uit de intensieve veehouderij. Van dierenleed lijkt bij kweekvlees immers geen sprake, en de nadelige milieueffecten van met name de rundveehouderij blijven bij de nieuwe techniek goeddeels achterwege. Dit zou het antwoord kunnen zijn op de verwachte wereldwijde toename van het vleesgebruik met meer dan 50% in 2050.

Op het moment dat Post zijn creatie ten doop hield verkeerde de productie van kweekvlees nog in een experimenteel stadium; van grootschalige kweek was (en is) nog lang geen sprake, ook vanwege de hoge kosten die het nu nog met zich mee brengt. Maar inmiddels hebben kweekvleesonderzoekers weer enkele stappen kunnen zetten en is restauranthouder Paul Riteco van D’Swarte Walvis van plan te gaan experimenteren met eendenkweekvlees. Maar de NVWA gooide roet in het eten, wat tot veel ophef en verontwaardiging leidde. Wie wil er nu zo’n nobel experiment dwarsbomen?

Het volledige artikel is verschenen in Foodlog, 12 juni 2018