Koninklijke onderscheiding voor Johan van den Burgh

Burgemeester Henny van Kooten met Johan en Jenny van den Burgh
Johan en Jenny van den Burgh met burgemeester Henny van Kooten

Vandaag is Johan van der Burgh op 83-jarige leeftijd vereerd met de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Sinds 1985 beheerde hij onder andere vrijwillig de Paleobotanische collectie en hielp hij bij de departementen Aardwetenschappen en Fysische Geografie bij onderzoek en onderwijs.

Al tijdens zijn doctoraalstudie biologie aan de Universiteit Utrecht werd duidelijk dat Johan een wetenschappelijke loopbaan ambieerde op het gebied van de Palaeobotanie, de studie van de ontwikkeling van de plantenwereld gedurende ruim 400 miljoen jaar aard-geschiedenis. Na zijn afstuderen in 1963 kreeg hij een aanstelling als wetenschappelijk medewerker bij het nieuwe Laboratorium voor Palaeobotanie en Palynologie van de toenmalige Subfaculteit Biologie. Naast onderwijs- en onderzoekstaken kreeg hij het beheer over de omvangrijke collectie plantenfossielen van het Laboratorium. Vanaf de jaren ’60 heeft een collectie fossiele planten opgebouwd en gecureerd aan de Universiteit Utrecht.

Na 1985 bleef Johan op vrijwillige basis doorwerken binnen de Universiteit Utrecht. Hij werkte intensief mee aan onderwijs voor biologie- en geologiestudenten, de organisatie van buitenlandse excursies, en aan de begeleiding van onderzoek door studenten en promovendi. Zo heeft hij bijgedragen aan het onderwijs van duizenden studenten. Hij heeft het onderwijs en onderzoek van de Universiteit Utrecht gedurende de laatste 37 jaar ondersteund door de collectie uit te breiden en te beheren. Ook heeft hij een museumcollectie in de Botanische Tuinen opgebouwd die de evolutie van planten op een leuke manier toegankelijk maakt voor een breed publiek.

Met de komst van computers zorgde Johan dat al zijn collectiebestanden van een papieren kaartsysteem overgezet werd in een digitale collectiedatabase. Daardoor was de Palaeobotanische collectie als een van de weinige collecties zeer goed digitaal gedocumenteerd. Zijn veelzijdige inzet is door de jaren heen medebepalend geweest voor de versteviging van de landelijke en internationale positie van de Utrechtse palaeobotanische onderzoeksgroep.

Dit jaar stopt Johan op 83-jarige leeftijd; tot zijn vreugde is er een goede opvolger gevonden om het beheer van de collecties over te nemen.