ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Half oktober vond bij de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht een internationale meeting plaats over inspanningsfysiologie bij het paard. De aanwezige dierenartsen en dierenfysiotherapeuten volgden lezingen en workshops. Een greep uit het aanbod.

Inspanningsfyslologie omvat het effect van inspanning (en dus ook training) op het lichaam. Met andere woorden: wat gebeurt er met het paardenlichaam als je het aan trainingen of andere vormen van beweging blootstelt? En hoe zijn deze processen te beïnvloeden. zodat het de gezondheid en sportprestaties van het paard ten goede komt? Het enorme atletische vermogen van het paard en de mogelijkheden tot fysieke aanpassing, werden uitgebreid toegelicht in de presentaties van dr. Franklin, dr. van Erck en dr. McKenzie. Tijdens inspanning kan het paardenhart bijvoorbeeld wel 240 tot 450 liter bloed per minuut rondpompen. Getrainde sportpaarden hebben op dat moment een zuurstofverbruik in de weefsels van ongeveer 110 liter per rninuut. Doordat het ademhalingspatroon in galop gekoppeld is aan de bewegingen van de benen (elke galopsprong een ademteug), ligt de maximale frequentie van ademhalen rond de 140-180 per minuut.

Goed gebrulk hartslagmeter

In een lezing en workshop door en dr. Carolien Munsters kwamen de achtergronden en mogelijkheden van verbeteren van prestaties met behulp van hartslagmeters en lactaatmetingen aan bod. Verschillende onderwerpen zoals het correcte gebruik van hartslagmeters, het opstellen van fitheidstesten en het vervolgen van trainingen met behulp van de hartslagmeter werden toegelicht. Ook veelvoorkomende problemen bij het gebruik werden besproken, zoals een verkeerde plaatsing van de elektrodes, het feit dat de haren nat genoeg moeten zijn voor een goede geleiding, een te losse singel, verschuiving van het zadel of de ruiter, of interferentie door andere apparatuur. Een belangrijke boodschap voor de ruiter die zelfstandig met een hartslagmeter rijdt: als je het idee hebt dat een paard afwijkend scoort ten opzichte van normaal of ten opzichte van de intensiteit van de training. dan is er bijna altijd iets aan de hand. Misschien maakt het paard een virus door of sluimert er een blessure.

Het volledige artikel is verschenen in de Hoefslag, november 2016.