In memoriam Prof. dr. P.G.M.J (Peter) Raedts (1948-2021)

In memory © iStockphoto.com/stocknshares
© iStockphoto.com/stocknshares

Op 27 februari 2021 is prof. dr. Peter Raedts overleden op de leeftijd van 72 jaar. Veel Utrechtse studenten, promovendi en collega’s hebben warme herinneringen aan de colleges, de lezingen en de gesprekken met deze inspirerende mediëvist. Hij was hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis in Nijmegen, maar woonde in Utrecht en daar hebben de Utrechtse mediëvisten vele jaren profijt van gehad. Prof. dr. Mayke de Jong (emeritus hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis, Universiteit Utrecht) schreef namens het Utrecht Centre for Medieval Studies een in memoriam.

In november 2018 vierde Peter groots en feestelijk zijn zeventigste verjaardag. Het begon met een bezoek aan de tentoonstelling over Relieken in het Museum Catharijneconvent. Daar werkte hij als emeritus veel en graag; hij gaf er lezingen en werkt mee aan catalogi. Maar kort na dat verjaarsfeest liet zijn gezondheid hem in de steek. Hij onderging twee hartoperaties en kreeg steeds meer last van duizelingen en flauwvallen, met valpartijen als gevolg. Zo’n val in zijn eigen huis aan de Utrechtse Parkstraat – met twee akelig steile trappen – is hem noodlottig geworden. Hulp was er onmiddellijk, maar die kwam toch te laat. Hij is de dag daarop in het UMC overleden.

Veel facetten van Peters rijke en veelzijdige leven zijn de afgelopen dagen belicht door familie, vrienden en collega’s: zijn jeugd in Heerlen, zijn dertig jaar als Jezuïet (1968-1998), zijn leven als student geschiedenis aan de RU Utrecht (1968-1975), het werk aan zijn proefschrift in Oxford bij Richard Southern (1978-1983) en zijn periode als docent kerkgeschiedenis aan de KThU en in Leiden (1983-1994). In 1994 werd hij hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis aan de Nijmeegse universiteit. Hij nam er afscheid in december 2013 in een bomvolle aula met een uitdagend afscheidscollege over De uitvinding van de rooms-katholieke kerk, dat in uitvoeriger vorm werd gepubliceerd. Peters magnum opus verscheen in 2011: De ontdekking van de Middeleeuwen: Geschiedenis van een illusie, over de vele manieren waarop men zich in de negentiende eeuw die ‘onzekere tijden’ toe-eigende. Het is een prachtig geschreven en glashelder boek, waaraan hij lang werkte, geïnspireerd door zijn eigen geleidelijke ontdekking: dat wat hij had aangezien voor een onveranderlijk instituut, de middeleeuwse kerk, in feite berustte op de verbeelding van moderne mensen die dit verleden idealiseerden. Het is een radicaal en postmodern boek, van een auteur die al zijn eigen zekerheden in de waagschaal durfde te stellen, maar die een trouwe en loyale katholiek bleef -  en een uitbundige fan van Paus Franciscus.

Peter Raedts was een leerling van de Utrechtse hoogleraar Frits Hugenholtz, die op zijn beurt weer een leerling van de grote Johan Huizinga was. Er liep dus een direct lijntje van Huizinga naar Peter. .

Die connectie met Huizinga via zijn leermeester Hugenholtz betekende ook dat hij in zijn moedertaal wilde schrijven, en wel zo mooi, scherp en beeldend als hij kon, voor een zo groot mogelijk publiek. Zijn gesproken Engels was vlekkeloos, zelfs een beetje deftig, maar publiceren voor internationale tijdschriften was voor hem bijzaak. Wel stak hij veel werk in commissies bij NWO, en beoordeelde hij tal van proefschriften die in toenemende mate in het Engels werden geschreven.

Peter woonde bijna zijn hele volwassen leven in Utrecht. Wij mediëvisten profiteerden daarvan, en van het feit dat hij college geven heerlijk vond. Rond 1990 begon de cursus ‘Bijbel en Ritueel’, het geesteskind van de musicoloog Kees Vellekoop die in 2002 overleed in een verkeersongeluk. Studenten die weinig meer wisten van het christendom werden er bijgespijkerd in de ontstaansgeschiedenis van de bijbel of de structuur van de Mis. Dat waren onderwerpen die Peter in die eerste jaren voor zijn rekening nam, met zijn typerende bevlogenheid. De cursus bleef 25 jaar bestaan, voortgezet door jongere docenten die van deze expert de fijne kneepjes van de liturgie hadden geleerd. Hij trad jarenlang op bij ander gezamenlijk Utrechts onderwijs, ook nog na zijn emeritaat in 2013. Met de neerlandicus Paul Wackers zette hij zich in voor de Onderzoekschool Mediëvistiek, waar ze samen een geduchte en gewaardeerde training gaven: promovendi leverden werk in en kregen een relevante co-referent toegewezen. Dan volgde er uitvoerige discussie.  

Tot het laatst bleef hij een welkome gast en discussiant bij onze lezingen en conferenties. Het etentje met de spreker na afloop werd extra geanimeerd als Peter ook meeging. Een voormalige promovendus schreef me: “…ik heb warme herinneringen aan hem: zijn prachtige lezingen en boeken, en zijn genereuze maar scherpe commentaar (hij heeft me bij mijn promotie als eerste opponent op een mooie manier het vuur aan de schenen gelegd). Het was ook altijd een genoegen als hij bij een Utrechtse lezing plots kwam binnenwandelen. Dat was het laatste jaar vanwege Covid helaas veel te weinig.”

Dit Corona-jaar was voor Peter een beproeving. Hij miste de structuur van zijn werk voor het Catharijneconvent, zijn wekelijkse dag in Nijmegen, en bovenal het ontspannen contact met vrienden en collega’s. Koud kwam dit weer een beetje op gang, in de zomer, of de volgende lockdown begon. Al dat ge-Zoom was niks voor hem. Hij gedijde in de nabijheid van echte mensen, bij het geven van echte colleges, en bij het voeren van echte gesprekken. Veel leden van UCMS hebben daar in allerlei stadia van hun leven de vruchten van mogen plukken. We zijn hem dankbaar daarvoor.