In memoriam Gottfried Michael Koenig (1926-2021)
Eind december overleed Gottfried Michael Koenig op 95-jarige leeftijd. Hij was een vernieuwend componist van internationale statuur, theoreticus en ruim twee decennia medewerker van wat toen nog de Rijksuniversiteit Utrecht heette. Koenigs verdienste voor de Utrechtse Muziekwetenschap-afdeling was zijn werk als ‘artistic director’ van het Instituut voor Sonologie, een laboratorium waar elektronische muziek werd gemaakt, bestudeerd en onderwezen. Niet alleen op het gebied van het ‘klassieke’ componeren was hij invloedrijk; in zeker zin heeft Koenig mede de basis gelegd voor technieken die nog altijd van belang zijn voor de huidige Electronic Dance Music.
Elektronische muziek
In Parijs had men na de oorlog ontdekt dat klanken die met behulp van een microfoon op gesloten platengroeven werden opgenomen, onbeperkt herhaald, gekopieerd en bewerkt konden worden. In technisch en esthetisch opzicht staat deze ‘musique concrète’ haaks op de werkwijze die vanaf het begin van de jaren vijftig in Keulen werd gerealiseerd. Met op magnetofoonband geregistreerde klanken, uitsluitend afkomstig van elektronische generatoren, realiseerde men hier zogenaamde ‘zuivere’ elektronische muziek.
Nederland, Utrecht in het bijzonder, nam een tussenpositie in op dit terrein van de muzikale manipulatie van elektronica. Henk Badings en Dick Raaijmakers experimenteerden volop in het Natuurkundig Laboratorium van Philips (NatLab), wat bij Philips groen licht gaf aan het experiment om de markt te verkennen voor populaire muziek zonder uitvoerenden. Het NatLab werd echter in 1960 afgestoten; de RUU nam personeel en materiaal graag over. Badings, die reeds als docent geluidsleer en informatica aan het toenmalige Instituut voor Muziekwetenschap was verbonden, tekende vervolgens voor de leiding van het nieuwe Instituut voor Sonologie. Nadat Badings Utrecht verruilde voor Stuttgart, werd Gottfried Michael Koenig, voorheen naaste medewerker van Karlheinz Stockhausen in Keulen, in 1964 aangezocht de leiding van het Instituut voor Sonologie over te nemen.
Internationaal gelauwerd pionier
Koenig had compositie, piano en computertechniek gestudeerd in Braunschweig, Detmold, Bonn en Keulen, en had daarna zijn werk in de elektronische studio van de West-Duitse Radio gecombineerd met het doceren van theorie en praktijk van het elektronisch componeren in o.a. Keulen, Stockholm en later dus Utrecht. Hier legde hij zich al heel vroeg toe op het componeren met computers. Op dit terrein was hij een internationaal gelauwerd pionier; zijn programma’s hebben met name grote invloed gehad op algoritmische compositiesystemen.
In 1986 werd het Instituut voor Sonologie verplaatst van Utrecht naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Raaijmakers ging mee, Koenig ging met pensioen, maar bleef tot op hoge leeftijd actief en betrokken. Onder de titel Ästhetische Praxis verschenen tussen 1991 en 2007 de zes banden waarin zijn theoretisch erfgoed is gedocumenteerd.
Emile Wennekes